Tag Archives: jane mcgonigal

Batman, Superman en Cees de Vries 16\500

22 jul

‘Fijn dat hij ook steeds na tegenslag toch weer de draad op weet te pakken.’ Schreef de dochter van Cees als reactie op mijn post op Cees zijn 88ste verjaardag. En dat vind ik eigenlijk nog beter verwoord dan wat ik schreef. Ik gebruikte het woord ‘vasthoudendheid’ maar ‘veerkrachtig’ dekt meer de lading. En bij het woord veerkracht denk ik aan de vier vormen van veerkracht die Jane McGonigal noemt in haar geweldige boek ‘Superbetter’. Games zijn oefeningen in veerkracht; sociale, mentale, emotionele en fysieke veerkracht. Door het vrijwillig overwinnen van sociale, mentale, emotionele en fysieke obstakels trainen we onze veerkracht. Qua veerkracht is Cees een superheld. Hij komt niet van Krypton, is ook niet gebeten door een radioactief bestraald spinnetje en rijdt niet in een Batmobile maar een Toyota Aygo. Cees is een superheld omdat hij elke keer weer nieuwe uitdagingen voor zichzelf creëert. Allemaal ‘vrijwillige pogingen tot het overwinnen van overbodige obstakels’. Zelfs het verbouwen van zijn eigen voedsel in zijn moestuin voldoet aan de vier elementen van een spel;

  1. Een helder doel
  2. Duidelijke regels
  3. Feedback
  4. Vrijwillige deelname

Toen Cees niet meer kon voldoen aan de regel ‘ik doe het zelf’ stopte hij met spelen in de moestuin. Het fysieke obstakel werd te groot en dus bedacht hij weer een nieuwe uitdaging.

Ik zie regelmatig ‘van 8 tot 88 jaar’ op de verpakking van spellen staan. Daar trekt Cees zicht niets van aan. Hij blijft spelen. Ook in zijn 89ste levensjaar.

Dit is ook goed 10/500

10 jul

Ik schreef al eerder over ‘Dit is goed’. De podcast van Janine Abbring waarin ze hele goede professionals vraagt wat zij het beste in hun vakgebied vinden. Variërend van fotograaf Robin de Puy tot parfumeur Spyros Drosopoulos.

Fotograaf Robin de Puy koos als haar hoogtepunt een zwart-wit foto met daarop het vijftienjarige zwangere meisje Tiny.

Parfumeur Spyros Drosopoulos koos het Eau de Toilette Jacomo de Jacomo. Een luchtje uit 1980 dat nog steeds te koop is, maar door de jaren heen wel is aangepast.

Als Janine mij dat weer zou vragen, wat ze natuurlijk niet gaat doen. Niet alleen omdat ze me niet kent maar omdat ik daar al antwoord op gegeven heb. Maar OK, stel. Dan zou ik eerst moeten nadenken over het vakgebied. Voordat ik nu in een identiteitscrisis beland. Want wat is nu mijn vak? Houd ik het bij……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………uhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhhh………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………jaha. Das is een hele goede vraag Janine.

Als ik een wordcloud maak van de feedback op mijn laatste presentatie op een congres voor vernieuwing in zorgonderwijs ziet dat er zo uit:

Het meest voorkomende woord is ‘inspirerend’. Laat ik dat koppelen aan het thema van het congres ‘onderwijs’. Dan zou de vraag zijn “Wie is de meest inspirerende docent?”

Ik twijfel tussen Jane McGonigal en Sir Ken Robinson.

Dan ga ik voor Jane. Zij heeft mij geïnspireerd nieuwe dingen te doen in het onderwijs. Ik las twee van haar boeken, die ik het meest heb aanbevolen aan anderen. Ik keek al haar TED-talks en ontmoette haar een keer in Utrecht. Door haar zeg ik altijd “Play is de meest krachtige aangeboren vaardigheid om te leren.” En met Play bedoel ik niet alleen Spel maar ook Humor en Plezier.

En wat vind ik dan het beste van Jane? Massive Multiplayer Duimpje Drukken:

Wat gebeurt er als je het volledige TED publiek laat opstaan en in contact met elkaar brengt? Chaos, dus. Ten minste, dat is wat er gebeurde toen Jane McGonigal het TED publiek haar favoriete spelletje probeerde te leren.

Voor Corona was het mijn favoriete begin van elke les/training/presentatie waar ik de mensen nog niet niet kende.

“En na Corona?”

Dat is een hele goede vraag Janine.

How to be an artist. Part 10: Free Dope.

16 dec

freedope.001

Wies Bronkhorst stuurde me het artikel ‘Kunstenaar worden: schaam u nooit’ uit het NRC over een artikel van Jerry Saltz; How to be an artist. 33 lessen die je volgens Saltz van inspiratieloze amateur naar nieuwsgierige verbeelder van je originele kijk brengen. (of in ieder geval helpen een beetje creatiever te leven.) Bekijk het origineel  hier.

jerrysaltz_nrc

Ik las de lessen van Saltz en vertaalde ze in het Nederlands. Soms letterlijk. Soms liet ik stukken weg of vulde aan met eigen materiaal.

Enfin.

Les 1 tot en met 7 hier

Les 8, 9 en 10 hier.

Les 11 tot en met 16 hier.

Les 17, 18 en 19 hier.

Les 20 en 21 hier.

Les 22 hier.

Les 23 hier.

Les 24 hier.

Les 25 hier.

Nog even over afwijzing. Gisteren deelde ik twee persoonlijke verhalen over afwijzing maar Saltz heeft daar misschien wel veel zinnigere zaken over te zeggen. Ik vertaal uit vrije hand.

“Na zorgvuldige overweging,” weigerde in 1956 het Museum of Modern Art een door Andy Warhol geschonken tekening van een schoen. Monet werd jarenlang geweigerd door de jury van de Salon Expo’s in Parijs. Werken van Manet en Courbet werden geweigerd en bestempeld als schandalig, sensatiebelust en lelijk.

Manet. 1863. Lunch op het gras. Schandalig

Manet’s schilderijen stelde een “onvoorstelbare vulgariteit” ten toon. En Manet wilde zelfs niet met Cézanne exposeren omdat hij vond dat Cézanne vulgair was. Ja het schilderen van de ‘gewone man’ en dat als kunst bestempelen maakte heel wat los.

Enkele andere voorbeelden.

Thrillerkoning Stephen King eerste boek Carrie werd 30 keer geweigerd. Op een gegeven moment gooide hij de eerste pagina’s in de vuilnisbak. Gelukkig werden ze er door zijn vrouw uitgevist en overtuigde zij hem om te blijven schrijven.

The Beatles werden geweigerd door Decca Records omdat zij geloofden dat “gitaarbandjes op hun retour waren” en “The Beatles geen toekomst in de show business hadden.”

Toch moet je kritiek niet negeren. Integendeel, bewaar je afwijzingen; plak ze aan de muur. Het zijn de prikkels om te bewijzen dat ze fout zitten. Je ligt misschien iets langer dan 10 seconden KO op de grond door die slechte kritieken en afwijzingen maar sta op….en wandel door op kunstenaarspad. Die kritieken definiëren je niet.

Wat veel moeilijker te accepteren en te leren is, is dat elke kritiek een graantje waarheid kan bevatten. Iets wat jij losgemaakt hebt bij een ander waardoor diegene gedeeld heeft wat ie heeft gedeeld. Misschien ben je je tijd ver vooruit maar zien ze dat niet. Misschien heb je nog geen manier gevonden om je werk te laten spreken met de mensen met wie je wilt praten. Dat kun je ze niet kwalijk nemen.

Kortom, je moet open staan voor kritiek en een olifantenhuid ontwikkelen. Maar vergeet vooral niet dat het ergste wat men ooit over je werk gezegd heeft waarschijnlijk slechts milde kritiek was vergeleken bij wat jij zelf van je werk vind.

Saltz vertelt critici altijd “Je zou wel eens gelijk kunnen hebben”.

Ik stel toch een andere strategie voor. Ik las het in het geweldige tweede boek van Jane McGonigal “Superbetter”

Goed omgaan met kritiek verhoogt je weerstand……als je het goed doet. En een manier om dat te doen is het maken van voorspellingen. Waarom het werkt? Een voorspelling doen is een van de meest betrouwbare en efficiënte  manieren om het beloning circuit in de hersenen te prikkelen. “Elke voorspelling die je doet triggert meer aandacht en dopamine.” zegt Judy Willis, M.D. een neurowetenschapper die gelooft in de kracht van games om de hersenen van spelers ‘opnieuw optimaal  te bedraden’. Want bij het maken van een voorspelling liggen er twee zeer hoge beloningen in het verschiet. Je hebt gelijk, wat je goed doet voelen. Of je hebt het mis, waardoor je hebt geleerd hoe je het de volgende keer beter kan doen. En verrassend genoeg voelt dit ook goed omdat je hersenen dol zijn op leren. Willis zegt zelfs dat “de dopamine boost vaak groter is als je iets nieuws en bruikbaars leert dan wanneer je het goed had.”

Tip voor de volgende keer als je je werk aan critici toont; speel Bullshit Bingo. Maak een lijst van negatieve commentaren die ze zouden kunnen geven. Houd je niet in. Print de lijst uit en ga er mee naar de critici op de opening van die expo van je, of het lezen van reviews. Bij elke kritiek die jij zelf al opgeschreven hebt zeg je niet (zoals Saltz adviseert) “Je zou wel eens gelijk kunnen hebben”. Nee dan zeg je “Ja dat had ik zelf ook al bedacht” en vink je hem af. Bij elke nieuwe kritiek krijg je een extra dopmine shot wat resulteert in een verbeterd neuronen netwerk, verhoogde wilskracht en ambitie. Gratis dope. Waar je je niet alleen goed bij voelt maar ook nog eens beter van wordt.

Bullshit Bingo. Dat zouden meer kunstenaars moeten doen.

 

%d bloggers liken dit: