De beste week van het jaar duurt 9 dagen. De Dutch Design Week. Daarvan was ik 6 dagen in Eindhoven. Ik schreef er al eerder over. Hier, hier en hier.
Dit zijn de dingen die mij verder opgevallen zijn.
In mijn vorige post schreef ik over drie werken die ik tegen kwam op de graduation show van de Design Academy, vandaag maak ik een uitstapje naar Sectie C. Een plek waar ontwerpers hun werkplaats/kantoor/winkel hebben. Ik ‘doe’ de DDW altijd met de vouwfiets en zo langzaam aan weet ik mijn weg aardig te vinden. Je kunt met je festival bandje natuurlijk ook gratis gebruik maken van de Mini rides. Mini’s met Design op hun dak:

Ik heb wat met auto’s. Zeker met Mini’s. Mijn eerste auto was een Mini.
Het is 1992 en een van mijn favoriete bezigheden was het rondlopen op autosloperijen. Het zal met mijn autotik te maken hebben. Of met mijn beperkte budget. Of was het een beschermingstechniek. De kans was namelijk groot geweest, dat als ik op zaterdag in de Mini showroom had gelopen ik een Mini op afbetaling had gekocht inclusief Maxi renti. En aangezien ik weinig zin had in een lening en nog minder in een schuld leek me de autosloop op zaterdag een veel beter alternatief.
Op de bewuste zaterdagmorgen liep ik op de sloop een mooie Mini tegen het lijf. Hij stond op een Opel Kadett en onder een Autobianchi. Een mooi trio. Maar mijn interesse ging toch uit naar de Mini. Ik was op zoek naar een deurslinger voor mijn Mini. Mijn raampje ging niet meer open en het leek me weer fantastisch om mijn Taxi arm weer een beetje bij te kleuren in de warme augustus zon. En toen gebeurde het. Ik stond achter de Mini en dacht:
“Dit is een geweldige commode voor Noëlle, onze dochter.’
Mini mensje Noëlle moest nog geboren worden. (en mini was ze. twee maanden te vroeg en 1400 gram) Wij waren druk met de ‘kinderkamer’ en daar hoort een commode in. Plek voor de verschoning en de voorraad luiers. Het leek me geweldig om die te bewaren in de achterbak van die Mini. Heel handig van de Mini is het achterklepje. Dit scharniert niet aan de bovenkant maar aan de onderkant. Perfect. Noëlle kon daar dus uitstekend op verschoond worden. De perfecte commode. Helaas was mijn vrouw heel wat minder enthousiast.
Staand achter de British Racing Green Mini heb ik alle kleuren ontlasting voorbij zien komen. Gelukkig was Noëlle snel zindelijk en verhuisde de Mini naar de woonkamer en werd de kast voor de stereo-installatie. Van poep naar pop. Er was geen Mini op de wereld waar zo’n goed geluid uit kwam. Maar toen de kinderen de deur uit gingen en de parkeerplaats door de stijgende vierkante meter prijs te duur werd, moest de Mini de deur uit. Via wat omzwervingen staat ie nu bij ClubgeistBVH, het reclamebureau van vriend Ton. Als, je raadt het al, Minibar.

Een Mini. Mijn eerste auto. Maar de eerste auto waar ik echt verliefd op was, was de Batmobiel. Ik heb iets met wielen. Ik ben ervoor onder behandeling met weinig succes. Ik denk dat komt omdat ik als klein ventje altijd auto’s maakte van Lego totdat ik in de etalage van een speelgoedwinkel op de Voorstraat in Dordrecht de Batmobiel van CORgi Toys zag. Die kon ik niet namaken dus moest ik hem hebben. 6 weken later en vele uren starend voor de etalage kreeg ik hem van mijn moeder voor mijn zevende verjaardag. Ik weet nog goed dat ik de zilveren wieldoppen eruit peuterde omdat de Batmobiel gewoon helemaal zwart moest zijn. Helemaal. Een auto mag voor mij elke kleur hebben, als het maar zwart is. Schoonheid is de belofte van geluk. Prachtig verwoord door Stendhal. Als het om wielen gaat wil ik daar maar een ding aan toevoegen. Als ie maar zwart is. Het leven was goed als 7 jarige. Voetballen, stoepranden en auto’s in de prak rijden. Laten rijden moet ik zeggen. Samen met mijn vriend Frans Veerkamp zetten we kleine speelgoed auto’s op straat en lieten daar dan auto’s overheen rijden. Afgezien van de spanning of de wielen van de naderende auto ons speelgoed autootje zouden raken, waren we natuurlijk met name benieuwd hoe ie, als ie werd geraakt, eruit zou zien. Daar waren we heel kritisch in. Twee 7 jarige mannetjes die de schoonheid van de crash car bespreken. Het lijkt een scene uit een Wes Anderson film.
Terug naar Sectie C. Ik ben inmiddels 55 jaar. De Batmobiel heb ik nog steeds. Niets vermoedend loop ik langs het atelier van Job van den Berg. Job heeft ook iets met auto’s en crashes. Op sloperijen hebben ze van die heeeeele sterke electromagnetische schrootlifting magneten. Als een stuk schroot werd ik zijn atelier in getrokken. Met open mond en een straaltje kwijl. Rechts hing de wand vol met zijn Car Crash Collection:

Hoe Job die maakt? Zo:
Ik durfde het bijna niet te vragen aan Job maar deed het toch:
“Zou je mijn Batmobiel willen crashen?”
Zijn antwoord was het meest verrassende, wat ik een ontwerper ooit heb horen zeggen.
Wordt vervolgd.