Tag Archives: job van den berg

A Job to do at Dutch Design Week 2022

9 nov

Dit is de vijfde post over mijn 6 daagse bezoek aan de Dutch Design Week. Gisteren schreef ik over mijn ontmoeting met Job van de Berg. Ik had hem gevraagd of hij mijn Batmobiel wilde crashen. Dat wilde hij wel omdat hij het een goed verhaal vond. Enthousiast vertelde ik thuis over mijn ontmoeting met Job. Daar was veel minder, zeg maar geen, enthousiasme te bespeuren om mijn bijna 50 jaar oude klassieker tot een verwrongen stuk staal en plastic te crashen; “echt zonde”.

En toen ging ik toch twijfelen. Ik zou nooit meer met mijn Batmobiel kunnen spelen. Hem aan mijn vierjarige kleinzoon geven? Die ’taxeert’ hem toch anders dan ik toen ik 6 was. Voor hem is het gewoon een autootje die van Nonno is geweest. Boeien. Het alternatief om precies dezelfde erbij te kopen en die te crashen zodat ik het origineel weer in de kast kan zetten? Neeeeee. Ik moet denken aan het verhaal van kunstenaar Robert Rauschenberg.

Op Kunstvensters lees ik het volgende:

Robert Rauschenberg is een van de eerste conceptuele kunstenaars, die zijn eerste erkenning kreeg voor monochrome werken en collages, maar wereldberoemd werd met een conceptueel werk. Het werk dat hem wereldfaam bezorgde, maakte hij niet met een kwast of met een potlood. Hij gebruikte een gum en wiste een tekening uit van een van de meest succesvolle kunstenaars van de jaren 50, Willem de Kooning.

Met een fles Jack Daniels onder zijn arm, besloot Rauschenberg op een avond Willem de Kooning te bezoeken met zijn bijzondere vraag. Met lood in zijn schoenen en de hoop dat De Kooning niet thuis zou zijn, drukte Rauschenberg op de deurbel. De Kooning bleek thuis te zijn en liet hem binnen. De kunstenaars dronken een glas whiskey en Rauschenberg legde De Kooning zijn verzoek voor. Hij wilde een tekening die hij zou kunnen uitgummen. De Kooning bleef heel lang stil.

Hij begreep het idee van Rauschenberg direct, maar zag ook meteen de implicaties. Het uitgegumde werk zou veel teweeg kunnen brengen in de kunstwereld en de blik op kunst kunnen veranderen. Eigenlijk betekende het werk het einde van de tijd dat de Kooning de leidende kunstenaar was, De Kooning zou passe worden. Niet zo zeer omdat zijn werk letterlijk werd uitgegumd, maar omdat het een nieuwe periode aankondigde. Rauschenberg ging met dit werk in tegen de heersende kunst van het establishment waar de Kooning toe behoorde. Zoals de Kooning dat jaren eerder had gedaan tegen het establishment van Picasso en de surrealisten. Toch was het indirect ook een compliment dat Rauschenberg juist zijn werk wilde uitwissen.

Na lang nadenken zei De Kooning ‘I don’t like it, but I’ll do it. I know wat you’re doing.” Maar daarmee was de kous nog niet af, want er volgde een lang selectie proces van de tekening die uitgegumd kon worden. Rauschenberg vertelt: “Ik was blij geweest met iedere willekeurige tekening en wilde zo snel mogelijk terug naar huis. Maar De Kooning begon uitgebreid een portfoliomap door te bladeren. Bijna had hij een tekening uitgekozen, tot hij bedacht dat het een tekening moest worden die hij zou missen. Dus pakte hij een tweede portfolio waarin tekeningen zaten die hem dierbaarder waren. Het duurde en het duurde en toen hij eindelijk een dierbare tekening had uitgekozen, stopte hij hem op laatste moment toch terug in de map. Hij zei: Nee, toch niet, het moet er een zijn de moeilijk uit te wissen valt. Dus haalde hij een derde portfolio map tevoorschijn en koos een tekening met potlood, krijt, houtskool, vanalles.’

Het zou uiteindelijk meer dan een maand en heel veel gummen kosten, voordat Robert Rauschenberg de tekening had uitgewist. Toen dit eenmaal gebeurd was, liet hij zijn kunstenaarsvriend Jasper Johns het werk een titel geven. Het werd: ‘Erased De Kooning’ en onder die naam zou het werk beroemd worden en inderdaad de schok teweegbrengen die De Kooning al had voorzien. De weggegumde tekening is tegenwoordig te zien in het San Francisco Museum of Modern Art.

Het werk heeft veel invloed gehad op de wijze waarop wij naar kunst kijken en de conceptuele kunst, waarin het idee centraal staat, een enorme boost gegeven. Rauschenberg zelf heeft zich meer ontwikkeld binnen de minimal art en de pop art, maar talloze andere kunstenaars hebben het stokje van hem overgenomen en de conceptuele kunst tot een succesvolle stroming gemaakt. Overigens zijn er sinds ‘Erased de Kooning’ vergelijkbare initiatieven geweest, waarin bijvoorbeeld werk van Rauschenberg werd uitgegumd. Een grappig recent on-line ‘kunstwerk’ komt van Peter White, hij wiste de wikipedia pagina van De Kooning (zie hier) en creëerde zo zijn eigen “Erased de Kooning”.

Ik voelde me een beetje De Kooning en Rauschenberg tegelijk. De Batmobiel zou transformeren van speelgoed naar kunstwerk. From Design to Art in a Crash. Gecrashed in een stuk aluminium wordt de Batmobiel een verhaal over mijn jeugd. Over spelen met mijn Batmobiel. En dat is precies wat ik nu weer aan het doen ben, spelen met mijn Batmobiel. Verhalen maken. Met mijn nieuwe vriend Job. Toen ik een dag later met mijn vrouw mijn Batmobiel kwam brengen en ik benieuwd was naar wanneer ie klaar zou zijn, zei Job; “Als ie volgend jaar nog niet klaar is, moet je even bellen.” In een wereld van ‘vandaag bestellen, morgen in huis’ moest ik even schakelen. Maar zoals ik als 6 jarig ventje maandenlang voor de etalage van de speelgoedwinkel in Dordrecht naar de Batmobiel stond te kijken, ga ik nu als 55 jarig ventje dromen van mijn gecrashte Batmobiel. Veel plezier Job.

Job van den Berg met Batmobiel uit 1973

Auto (on)geluk op de Dutch Design Week 2022

8 nov

De beste week van het jaar duurt 9 dagen. De Dutch Design Week. Daarvan was ik 6 dagen in Eindhoven. Ik schreef er al eerder over. Hier, hier en hier.

Dit zijn de dingen die mij verder opgevallen zijn.

In mijn vorige post schreef ik over drie werken die ik tegen kwam op de graduation show van de Design Academy, vandaag maak ik een uitstapje naar Sectie C. Een plek waar ontwerpers hun werkplaats/kantoor/winkel hebben. Ik ‘doe’ de DDW altijd met de vouwfiets en zo langzaam aan weet ik mijn weg aardig te vinden. Je kunt met je festival bandje natuurlijk ook gratis gebruik maken van de Mini rides. Mini’s met Design op hun dak:

Ik heb wat met auto’s. Zeker met Mini’s. Mijn eerste auto was een Mini.

Het is 1992 en een van mijn favoriete bezigheden was het rondlopen op autosloperijen. Het zal met mijn autotik te maken hebben. Of met mijn beperkte budget. Of was het een beschermingstechniek. De kans was namelijk groot geweest, dat als ik op zaterdag in de Mini showroom had gelopen ik een Mini op afbetaling had gekocht inclusief Maxi renti. En aangezien ik weinig zin had in een lening en nog minder in een schuld leek me de autosloop op zaterdag een veel beter alternatief.

Op de bewuste zaterdagmorgen liep ik op de sloop een mooie Mini tegen het lijf. Hij stond op een Opel Kadett en onder een Autobianchi. Een mooi trio. Maar mijn interesse ging toch uit naar de Mini. Ik was op zoek naar een deurslinger voor mijn Mini. Mijn raampje ging niet meer open en het leek me weer fantastisch om mijn Taxi arm weer een beetje bij te kleuren in de warme augustus zon. En toen gebeurde het. Ik stond achter de Mini en dacht:

“Dit is een geweldige commode voor Noëlle, onze dochter.’

Mini mensje Noëlle moest nog geboren worden. (en mini was ze. twee maanden te vroeg en 1400 gram) Wij waren druk met de ‘kinderkamer’ en daar hoort een commode in. Plek voor de verschoning en de voorraad luiers. Het leek me geweldig om die te bewaren in de achterbak van die Mini. Heel handig van de Mini is het achterklepje. Dit scharniert niet aan de bovenkant maar aan de onderkant. Perfect. Noëlle kon daar dus uitstekend op verschoond worden. De perfecte commode. Helaas was mijn vrouw heel wat minder enthousiast.

Staand achter de British Racing Green Mini heb ik alle kleuren ontlasting voorbij zien komen. Gelukkig was Noëlle snel zindelijk en verhuisde de Mini naar de woonkamer en werd de kast voor de stereo-installatie. Van poep naar pop. Er was geen Mini op de wereld waar zo’n goed geluid uit kwam. Maar toen de kinderen de deur uit gingen en de parkeerplaats door de stijgende vierkante meter prijs te duur werd, moest de Mini de deur uit. Via wat omzwervingen staat ie nu bij ClubgeistBVH, het reclamebureau van vriend Ton. Als, je raadt het al, Minibar.

Een Mini. Mijn eerste auto. Maar de eerste auto waar ik echt verliefd op was, was de Batmobiel. Ik heb iets met wielen. Ik ben ervoor onder behandeling met weinig succes. Ik denk dat komt omdat ik als klein ventje altijd auto’s maakte van Lego totdat ik in de etalage van een speelgoedwinkel op de Voorstraat in Dordrecht de Batmobiel van CORgi Toys zag. Die kon ik niet namaken dus moest ik hem hebben. 6 weken later en vele uren starend voor de etalage kreeg ik hem van mijn moeder voor mijn zevende verjaardag. Ik weet nog goed dat ik de zilveren wieldoppen eruit peuterde omdat de Batmobiel gewoon helemaal zwart moest zijn. Helemaal. Een auto mag voor mij elke kleur hebben, als het maar zwart is. Schoonheid is de belofte van geluk. Prachtig verwoord door Stendhal. Als het om wielen gaat wil ik daar maar een ding aan toevoegen. Als ie maar zwart is. Het leven was goed als 7 jarige. Voetballen, stoepranden en auto’s in de prak rijden. Laten rijden moet ik zeggen. Samen met mijn vriend Frans Veerkamp zetten we kleine speelgoed auto’s op straat en lieten daar dan auto’s overheen rijden. Afgezien van de spanning of de wielen van de naderende auto ons speelgoed autootje zouden raken, waren we natuurlijk met name benieuwd hoe ie, als ie werd geraakt, eruit zou zien. Daar waren we heel kritisch in. Twee 7 jarige mannetjes die de schoonheid van de crash car bespreken. Het lijkt een scene uit een Wes Anderson film.

Terug naar Sectie C. Ik ben inmiddels 55 jaar. De Batmobiel heb ik nog steeds. Niets vermoedend loop ik langs het atelier van Job van den Berg. Job heeft ook iets met auto’s en crashes. Op sloperijen hebben ze van die heeeeele sterke electromagnetische schrootlifting magneten. Als een stuk schroot werd ik zijn atelier in getrokken. Met open mond en een straaltje kwijl. Rechts hing de wand vol met zijn Car Crash Collection:

Hoe Job die maakt? Zo:

Ik durfde het bijna niet te vragen aan Job maar deed het toch:

“Zou je mijn Batmobiel willen crashen?”

Zijn antwoord was het meest verrassende, wat ik een ontwerper ooit heb horen zeggen.

Wordt vervolgd.

%d bloggers liken dit: