Overgewicht en de NMC index op de Dutch Design Week 2022

22 nov

Dit is post 7 over mijn 6-daagse bezoek aan de Dutch Design Week in Eindhoven.

Als ik op bmiberekenen.nl mijn BMI laat berekenen, krijg ik het volgende:

Op basis van je lengte van 183 centimeter en gewicht van 84 kilo is je body mass index 25.1. Een BMI van 25.1 betekent dat je volgens de body mass index officieel overgewicht hebt. Dit hoeft geen probleem te zijn als dit tijdelijk is. Ben je echter al jaren te dik, dan heeft je lichaam het zwaar te verduren en loop je het risico op aandoeningen die hieronder zijn opgesomd. Als je hieronder in het figuur kijkt bij jouw lengte en jouw gewicht dan zie je dat je in het oranje gedeelte valt. Je kunt precies zien hoeveel kilo je moet afvallen om in de ‘groene’ categorie te komen en je officieel een gezond gewicht hebt. 

Ik weeg al meer dan 30 jaar 84 kilo en ik ben volgens mij niet gegroeid of gekrompen. Fysiek dan hè. Mentaal, emotioneel en spiritueel is een heel ander verhaal. Enfin. Volgens de site loop ik de volgende risico’s:

  • Hart- en vaatziekten
  • Diabetes (type 2)
  • Kanker
  • Hoge bloeddruk
  • Beroertes
  • Galziekten
  • Gewrichtsproblemen

Gelukkig kan ik er iets aan doen:

Bekijk jouw mogelijkheden om af te vallen en je droomfiguur te bereiken: Doe de test!

Doe maar niet.

Uit het jaarboek van de Design Academy leer ik van ontwerper Rixt Izeboud dat Body Mass Index (BMI) bijna 200 jaar geleden geïntroduceerd is door de Belgische wiskundige Adolphe Quetelet en dat de formule ‘gewicht gedeeld door lengte in het kwadraat’ een nogal gebrekkige formule is omdat deze is afgeleid van data gebaseerd op Europese lichamen en daarmee ander etniciteiten uitsluit. Bovendien meet het niet hoe het gewicht is verdeeld. Toch wordt BMI nog heel veel gebruikt om te bepalen of iemand een ‘gezond’ gewicht heeft, iedereen die buiten de range valt stigmatiserend. Gevolgen? BMI als indicator leidt tot verkeerde beeldvorming, kan verkeerde diagnoses als gevolg hebben en een juiste behandeling in de weg staan. BMI weg ermee!

BMI-31, Rixt Izeboud, rixtizeboud@hotmail.com

Met BMI-31 maakt Rixt Izeboud de belachelijkheid van BMI zichtbaar met 31 kruiken gebruik makend van de BMI formule. De collectie laat prachtig zien dat het onmogelijk is met één formule verschillende vormen en categorieën aan te duiden.

Zoals zo vaak in musea en expo’s werd ik ook hier weer geconfronteerd met mijn NMC index. De NMC index is gebaseerd op de volgende formule: het aantal negatieve mentale commentaren gedeeld door de tijd dat je een werk bekijkt. Bij het bekijken van het werk van Izeboud had ik heel veel negatief mentaal commentaar in een extreem korte kijktijd. Resulterend in de hoogste NMC index van mijn bezoek aan de eindexpo van de Design Academy. Gedachten als “tjongejonge weer handgemaakte keramiek knutselwerken”, “waarom zoveel van die kruikjes? kan het niet met minder?”, “wat een saaie kleuren”, “heb je hier nou vier jaar voor gestudeerd?”, “lekker origineel”, “moet ik op de grond gaan liggen om ze te bekijken?” De negatieve mentale commentaren worden ongecensureerd uitgekraamd door mijn interne saboteur (Kabouter met een grote K):

Er is geen plek op de wereld waar ik mijn Kabouter Killer harder nodig heb dan op de eindexpo van de Design Academy. Regelmatig haal ik de trekker over van mijn Magnum 45:

Mijn Kabouter Killer

Een kat heeft negen levens maar mijn Kabouter is onsterfelijk. Zijn commentaren zijn weinig origineel maar kunnen mijn bezoeken aan musea en expo aardig verzieken. Mijn Magnum 45 is dan ook een cruciaal onderdeel van mijn uitrusting. Om de werken van de afgestudeerden echt te begrijpen moet je Kabouter stil zijn. Stil in het Engels is SILENT en een anagram van SILENT is……………

LISTEN

Om echt te luisteren naar de wereld om ons heen moeten we af en toe onze Kabouter het zwijgen opleggen, de mond snoeren, stil zijn.

Lucifers en schorskevers op de Dutch Design Week 2022

20 nov

Dit is de zesde post over mijn 6 daagse bezoek aan de Dutch Design Week. 

Na een uitstapje naar sectie C op de vouwfiets en mijn ontmoeting met Job van den Berg, ben ik weer terug bij het eindexamenwerk van de Design Academy.

In mijn poging mijn zes dagen zo efficient mogelijk in te vullen stuit ik elk jaar op verrassingen die mijn hele schema in de war gooien. Zoals mijn ontmoeting met Job van den Berg die mijn bijna 50 jaar oude Batmobiel gaat laten crashen. De route in het gebouw waar de eindexamenwerken zijn opgesteld is ook een poging tot efficiëntie. Dat moet ook wel. De hoeveelheid bezoekers is de afgelopen jaren flink gestegen. Met enige weemoed denk ik terug aan de expo’s in de Witte Dame waar ik op zaterdag direct doorliep naar het eind van de expo, daar het jaarboek kocht en vervolgens heel de dag zittend in het restaurant het jaarboek las zodat ik de dagen erna de werken en ontwerpers die ik interessant vond, ‘live’ kon ontmoeten. Heel efficient.

Dat er waarde zit in inefficiëntie, laat Juno Brown zien in zijn volledig operationele mini lucifer fabriek van 1,5 x 3 meter waar hij de enige medewerker is. Hiermee brengt hij een bezoek aan de eens bloeiende/gloeiende lucifer industrie in Eindhoven. Ik heb altijd gedacht dat Eindhoven lichtstad was door de gloeilampen. Niet dus. Brown’s Factory of Inefficiency tart speels met de huidige focus op groei en efficiëntie, vragen oproepend omtrent werk en leven. Het beschouwt andere waarden zoals werkplezier, waardering van het imperfecte en de verrassing van het onverwachte. De verplaatsbare mini fabriek biedt een ander perpectief op evenementen als de Dutch Design Week waar technologie en innovatie op een voetstuk in de spotlights staan.

FACTORY OF INEFFICIENCY, Juno Brown, junobrown.net

Ik moet denken aan het verhaal dat Henry Ford een medewerker aan de lopende band had ontslagen omdat hij stond te glimlachen. Werk en plezier is een giftige combinatie volgens Ford en zouden de efficiëntie van de lopende band, waar de model T Ford vanaf rolde, ernstig in gevaar brengen. Tegenwoordig zijn veel mensen in autofabrieken vervangen door robots, en die lachen niet.

ABUNDANCE REJECTED, Raphael Breuskin, raphaelbreuskin.be

De vraag naar perfecte materialen is waar Raphael Breuskin nieuwsgierig naar is. Met zijn Abundance Rejected verkent hij de verschillende waarde perspectieven van de houtindustrie en de consument. De afgelopen paar jaar heeft, als gevolg van een warmer en droger klimaat, de schorskever flink huis gehouden in de Belgische sparren bossen waardoor miljoenen sparren zijn dood gegaan. De houtindustrie heeft de dode sparren gedegradeerd. Met name omdat een schimmel de dode spar blauw kleurt. En alhoewel het hout zwakker lijkt, zijn de fysieke eigenschappen nog precies hetzelfde. Ze passen echter niet in het perfecte plaatje van de houtindustrie. Maar wat vindt de consument van deze gedegradeerde spar? Om dat te onderzoeken ontwierp Breuskin een aantal meubels die de mensen uitnodigt om de meubels aan te raken, erop te zitten en te verkennen en zo de vraag naar perfectie te bevragen.

Morele boodschappen – boodschappen die je betere ik naar boven moeten halen -vinden we in voorwerpen die ons in eerste instantie schijnbaar weinig te ‘zeggen’ hebben. Zoals de meubels van Breuskin. Of dit koffiekopje:

Ik kocht het bij Wonki Ware in George, Zuid Afrika. Alain de Botton zegt hier over:

Het is niet alleen een koffiekopje, maar ook een prachtig eerbetoon aan bescheidenheid. Deze eigenschap wordt benadrukt door de kleine schoonheidsfoutjes die men bewust heeft laten zitten, de deukjes, de niet perfecte vorm en de zwarte stipjes als gevolg van vuiltjes die in de oven terecht zijn gekomen. Het koffiekopje is bescheiden omdat hij zich van al die onvolkomenheden niets lijkt aan te trekken. De foutjes laten alleen maar zien dat het kopje niets om status geeft. Hij is wijs genoeg om niet te vragen hem als een bijzonder object te beschouwen. Hij is niet nederig maar gewoon tevreden met wat hij is. Voor iemand die arrogant is of zich druk maakt over zijn status en er alles aan doet om bij sociale gelegenheden op te vallen, kan de aanblik van zo’n koffiekopje zeer ontroerend en bemoedigend zijn. Wie zo duidelijk geconfronteerd wordt met het ideaal van bescheidenheid, beseft waarschijnlijk dat hij die zelf ontbreekt. Toch ligt die voor het grijpen, in het kopje. Wanneer een in wezen goed persoon, wiens arrogantie slechts een pose is om een kwetsbaar deel van zichzelf te beschermen, bij het zien van het kopje  een verlangen zou voelen om zijn leven te veranderen onder bescherming van de waarden die versleuteld zijn in een stuk keramiek, zou dat begrijpelijk zijn.

Bovenstaande tekst komt uit Kunst als therapie van Alain de Botton en John Armstrong. Het boek leert me om het doel van kunst te ontdekken. Mezelf af te vragen welke dingen onze geest en emotie nodig hebben om beter te functioneren. Bij welke psychologische beperking kan kunst van pas komen. Kunst ter compensatie van datgene wat in je leven ontbreekt. En wat we mooi of lelijk vinden hangt af van welk deel van onze emotionele kant onderbelicht is en dus gestimuleerd of benadrukt moet worden.

Met behulp van kunst kun je je leven in balans brengen.

Mijn Wonki Ware kopje is mijn dagelijkse training bescheidenheid die ik heel graag zittend op een meubel van Breuskin zou willen nuttigen. In het flikkerende licht van een kaars die ik aangestoken heb met een handgemaakte lucifer van Juno Brown. Perfect.

A Job to do at Dutch Design Week 2022

9 nov

Dit is de vijfde post over mijn 6 daagse bezoek aan de Dutch Design Week. Gisteren schreef ik over mijn ontmoeting met Job van de Berg. Ik had hem gevraagd of hij mijn Batmobiel wilde crashen. Dat wilde hij wel omdat hij het een goed verhaal vond. Enthousiast vertelde ik thuis over mijn ontmoeting met Job. Daar was veel minder, zeg maar geen, enthousiasme te bespeuren om mijn bijna 50 jaar oude klassieker tot een verwrongen stuk staal en plastic te crashen; “echt zonde”.

En toen ging ik toch twijfelen. Ik zou nooit meer met mijn Batmobiel kunnen spelen. Hem aan mijn vierjarige kleinzoon geven? Die ’taxeert’ hem toch anders dan ik toen ik 6 was. Voor hem is het gewoon een autootje die van Nonno is geweest. Boeien. Het alternatief om precies dezelfde erbij te kopen en die te crashen zodat ik het origineel weer in de kast kan zetten? Neeeeee. Ik moet denken aan het verhaal van kunstenaar Robert Rauschenberg.

Op Kunstvensters lees ik het volgende:

Robert Rauschenberg is een van de eerste conceptuele kunstenaars, die zijn eerste erkenning kreeg voor monochrome werken en collages, maar wereldberoemd werd met een conceptueel werk. Het werk dat hem wereldfaam bezorgde, maakte hij niet met een kwast of met een potlood. Hij gebruikte een gum en wiste een tekening uit van een van de meest succesvolle kunstenaars van de jaren 50, Willem de Kooning.

Met een fles Jack Daniels onder zijn arm, besloot Rauschenberg op een avond Willem de Kooning te bezoeken met zijn bijzondere vraag. Met lood in zijn schoenen en de hoop dat De Kooning niet thuis zou zijn, drukte Rauschenberg op de deurbel. De Kooning bleek thuis te zijn en liet hem binnen. De kunstenaars dronken een glas whiskey en Rauschenberg legde De Kooning zijn verzoek voor. Hij wilde een tekening die hij zou kunnen uitgummen. De Kooning bleef heel lang stil.

Hij begreep het idee van Rauschenberg direct, maar zag ook meteen de implicaties. Het uitgegumde werk zou veel teweeg kunnen brengen in de kunstwereld en de blik op kunst kunnen veranderen. Eigenlijk betekende het werk het einde van de tijd dat de Kooning de leidende kunstenaar was, De Kooning zou passe worden. Niet zo zeer omdat zijn werk letterlijk werd uitgegumd, maar omdat het een nieuwe periode aankondigde. Rauschenberg ging met dit werk in tegen de heersende kunst van het establishment waar de Kooning toe behoorde. Zoals de Kooning dat jaren eerder had gedaan tegen het establishment van Picasso en de surrealisten. Toch was het indirect ook een compliment dat Rauschenberg juist zijn werk wilde uitwissen.

Na lang nadenken zei De Kooning ‘I don’t like it, but I’ll do it. I know wat you’re doing.” Maar daarmee was de kous nog niet af, want er volgde een lang selectie proces van de tekening die uitgegumd kon worden. Rauschenberg vertelt: “Ik was blij geweest met iedere willekeurige tekening en wilde zo snel mogelijk terug naar huis. Maar De Kooning begon uitgebreid een portfoliomap door te bladeren. Bijna had hij een tekening uitgekozen, tot hij bedacht dat het een tekening moest worden die hij zou missen. Dus pakte hij een tweede portfolio waarin tekeningen zaten die hem dierbaarder waren. Het duurde en het duurde en toen hij eindelijk een dierbare tekening had uitgekozen, stopte hij hem op laatste moment toch terug in de map. Hij zei: Nee, toch niet, het moet er een zijn de moeilijk uit te wissen valt. Dus haalde hij een derde portfolio map tevoorschijn en koos een tekening met potlood, krijt, houtskool, vanalles.’

Het zou uiteindelijk meer dan een maand en heel veel gummen kosten, voordat Robert Rauschenberg de tekening had uitgewist. Toen dit eenmaal gebeurd was, liet hij zijn kunstenaarsvriend Jasper Johns het werk een titel geven. Het werd: ‘Erased De Kooning’ en onder die naam zou het werk beroemd worden en inderdaad de schok teweegbrengen die De Kooning al had voorzien. De weggegumde tekening is tegenwoordig te zien in het San Francisco Museum of Modern Art.

Het werk heeft veel invloed gehad op de wijze waarop wij naar kunst kijken en de conceptuele kunst, waarin het idee centraal staat, een enorme boost gegeven. Rauschenberg zelf heeft zich meer ontwikkeld binnen de minimal art en de pop art, maar talloze andere kunstenaars hebben het stokje van hem overgenomen en de conceptuele kunst tot een succesvolle stroming gemaakt. Overigens zijn er sinds ‘Erased de Kooning’ vergelijkbare initiatieven geweest, waarin bijvoorbeeld werk van Rauschenberg werd uitgegumd. Een grappig recent on-line ‘kunstwerk’ komt van Peter White, hij wiste de wikipedia pagina van De Kooning (zie hier) en creëerde zo zijn eigen “Erased de Kooning”.

Ik voelde me een beetje De Kooning en Rauschenberg tegelijk. De Batmobiel zou transformeren van speelgoed naar kunstwerk. From Design to Art in a Crash. Gecrashed in een stuk aluminium wordt de Batmobiel een verhaal over mijn jeugd. Over spelen met mijn Batmobiel. En dat is precies wat ik nu weer aan het doen ben, spelen met mijn Batmobiel. Verhalen maken. Met mijn nieuwe vriend Job. Toen ik een dag later met mijn vrouw mijn Batmobiel kwam brengen en ik benieuwd was naar wanneer ie klaar zou zijn, zei Job; “Als ie volgend jaar nog niet klaar is, moet je even bellen.” In een wereld van ‘vandaag bestellen, morgen in huis’ moest ik even schakelen. Maar zoals ik als 6 jarig ventje maandenlang voor de etalage van de speelgoedwinkel in Dordrecht naar de Batmobiel stond te kijken, ga ik nu als 55 jarig ventje dromen van mijn gecrashte Batmobiel. Veel plezier Job.

Job van den Berg met Batmobiel uit 1973

Auto (on)geluk op de Dutch Design Week 2022

8 nov

De beste week van het jaar duurt 9 dagen. De Dutch Design Week. Daarvan was ik 6 dagen in Eindhoven. Ik schreef er al eerder over. Hier, hier en hier.

Dit zijn de dingen die mij verder opgevallen zijn.

In mijn vorige post schreef ik over drie werken die ik tegen kwam op de graduation show van de Design Academy, vandaag maak ik een uitstapje naar Sectie C. Een plek waar ontwerpers hun werkplaats/kantoor/winkel hebben. Ik ‘doe’ de DDW altijd met de vouwfiets en zo langzaam aan weet ik mijn weg aardig te vinden. Je kunt met je festival bandje natuurlijk ook gratis gebruik maken van de Mini rides. Mini’s met Design op hun dak:

Ik heb wat met auto’s. Zeker met Mini’s. Mijn eerste auto was een Mini.

Het is 1992 en een van mijn favoriete bezigheden was het rondlopen op autosloperijen. Het zal met mijn autotik te maken hebben. Of met mijn beperkte budget. Of was het een beschermingstechniek. De kans was namelijk groot geweest, dat als ik op zaterdag in de Mini showroom had gelopen ik een Mini op afbetaling had gekocht inclusief Maxi renti. En aangezien ik weinig zin had in een lening en nog minder in een schuld leek me de autosloop op zaterdag een veel beter alternatief.

Op de bewuste zaterdagmorgen liep ik op de sloop een mooie Mini tegen het lijf. Hij stond op een Opel Kadett en onder een Autobianchi. Een mooi trio. Maar mijn interesse ging toch uit naar de Mini. Ik was op zoek naar een deurslinger voor mijn Mini. Mijn raampje ging niet meer open en het leek me weer fantastisch om mijn Taxi arm weer een beetje bij te kleuren in de warme augustus zon. En toen gebeurde het. Ik stond achter de Mini en dacht:

“Dit is een geweldige commode voor Noëlle, onze dochter.’

Mini mensje Noëlle moest nog geboren worden. (en mini was ze. twee maanden te vroeg en 1400 gram) Wij waren druk met de ‘kinderkamer’ en daar hoort een commode in. Plek voor de verschoning en de voorraad luiers. Het leek me geweldig om die te bewaren in de achterbak van die Mini. Heel handig van de Mini is het achterklepje. Dit scharniert niet aan de bovenkant maar aan de onderkant. Perfect. Noëlle kon daar dus uitstekend op verschoond worden. De perfecte commode. Helaas was mijn vrouw heel wat minder enthousiast.

Staand achter de British Racing Green Mini heb ik alle kleuren ontlasting voorbij zien komen. Gelukkig was Noëlle snel zindelijk en verhuisde de Mini naar de woonkamer en werd de kast voor de stereo-installatie. Van poep naar pop. Er was geen Mini op de wereld waar zo’n goed geluid uit kwam. Maar toen de kinderen de deur uit gingen en de parkeerplaats door de stijgende vierkante meter prijs te duur werd, moest de Mini de deur uit. Via wat omzwervingen staat ie nu bij ClubgeistBVH, het reclamebureau van vriend Ton. Als, je raadt het al, Minibar.

Een Mini. Mijn eerste auto. Maar de eerste auto waar ik echt verliefd op was, was de Batmobiel. Ik heb iets met wielen. Ik ben ervoor onder behandeling met weinig succes. Ik denk dat komt omdat ik als klein ventje altijd auto’s maakte van Lego totdat ik in de etalage van een speelgoedwinkel op de Voorstraat in Dordrecht de Batmobiel van CORgi Toys zag. Die kon ik niet namaken dus moest ik hem hebben. 6 weken later en vele uren starend voor de etalage kreeg ik hem van mijn moeder voor mijn zevende verjaardag. Ik weet nog goed dat ik de zilveren wieldoppen eruit peuterde omdat de Batmobiel gewoon helemaal zwart moest zijn. Helemaal. Een auto mag voor mij elke kleur hebben, als het maar zwart is. Schoonheid is de belofte van geluk. Prachtig verwoord door Stendhal. Als het om wielen gaat wil ik daar maar een ding aan toevoegen. Als ie maar zwart is. Het leven was goed als 7 jarige. Voetballen, stoepranden en auto’s in de prak rijden. Laten rijden moet ik zeggen. Samen met mijn vriend Frans Veerkamp zetten we kleine speelgoed auto’s op straat en lieten daar dan auto’s overheen rijden. Afgezien van de spanning of de wielen van de naderende auto ons speelgoed autootje zouden raken, waren we natuurlijk met name benieuwd hoe ie, als ie werd geraakt, eruit zou zien. Daar waren we heel kritisch in. Twee 7 jarige mannetjes die de schoonheid van de crash car bespreken. Het lijkt een scene uit een Wes Anderson film.

Terug naar Sectie C. Ik ben inmiddels 55 jaar. De Batmobiel heb ik nog steeds. Niets vermoedend loop ik langs het atelier van Job van den Berg. Job heeft ook iets met auto’s en crashes. Op sloperijen hebben ze van die heeeeele sterke electromagnetische schrootlifting magneten. Als een stuk schroot werd ik zijn atelier in getrokken. Met open mond en een straaltje kwijl. Rechts hing de wand vol met zijn Car Crash Collection:

Hoe Job die maakt? Zo:

Ik durfde het bijna niet te vragen aan Job maar deed het toch:

“Zou je mijn Batmobiel willen crashen?”

Zijn antwoord was het meest verrassende, wat ik een ontwerper ooit heb horen zeggen.

Wordt vervolgd.

Dood gevonden op Dutch Design Week 2022

4 nov

In de documentaire ‘Spring & Arnaud – Kunst, liefde en sterfelijkheid’ vertelt Spring Hurlbut over haar werk Airborne (2008). Een video van 19 minuten en 40 seconden waarin je ziet wat er gebeurt als je de deksel van een urn van een overledene verwijdert en de kleine asdeeltjes zich als wolken verspreiden;

“Death is one of the most important moments in life. The moment of freedom and transformation.”

De dood heeft voor mij altijd iets claustrofobisch gehad. Voor altijd opgesloten liggen in een kist 1,5 meter in de grond of je dood lang op de vensterbank (of donkere kast) van je nabestaande(n).

Na het zien van een een deel van Airborne weet ik wat ik wil als ik dood ben.

Ik wil gecremeerd worden en dat het openen van de urn gefilmd wordt tegen een zwarte achtergrond. Vervolgens “knallen we er een muziekje onder” zoals mijn pa zou zeggen; Hallelujah van Jeff Buckley. Dat ziet en klinkt er dan ongeveer zo uit:

Airborne Cor Noltee (1967-?)

Ik hoop dat de premiere nog even uitgesteld wordt en dat jij bij de voorstelling aanwezig bent.

Prachtig toch. Maar na het zien van het werk van Greta Ballschuh wil ik het toch anders. Na het zien van haar eindexamenwerk Question of Matter wil ik gewoon zo hup de grond in.

QUESTION OF MATTER, Greta Ballschuh, greta.ballschuh@gmx.net

Je mag me ook gewoon op de grond leggen. Ons ecosysteem is een constant roulerende cyclus van voedingstoffen en mineralen zodat toekomstig leven mogelijk is. Maar door onszelf buiten ‘de natuur’ te plaatsen doorbreken we die cyclus, met uitgeputte bodem als resultaat. Toch kunnen we na onze dood de bodem iets teruggeven wat ze kan gebruiken; ons lichaam. Ons lichaam bevat alle basis voedingsstoffen die planten nodig hebben om te groeien, variërend van koolstof en stikstof, tot calcium en magnesium. Als we gecremeerd worden of begraven in een kist dringen die stoffen niet of nauwelijks door in de bodem. Worden ze geen onderdeel van de cyclus van het leven. Maar als we geloof en conventies los laten en onze naakte lichamen doneren aan de bodem kunnen we leven geven aan de uitgeputte bodem en zo weer onderdeel van de ‘natuur’ worden. Misschien moeten we wel een pak aan. Ik stel het ‘Mushroom Death Suit’ van Jae Rhim Lee voor uit 2013. Een pak met een schimmellaag die de giftige stoffen in ons lichaam onschadelijk maakt.

Jae Rhim Lee, Mushroom Death Suit (2013)

Maar zolang je nog rechtop loopt is Footwear Therapy van Léa Simon misschien iets voor je. Schoenen bieden ons vele fysieke voordelen. Maar schoenen hebben veel meer te maken met expressie en emotie. Functie lijkt bijna bijzaak. Ik loop soms zelfs naast mijn schoenen. Ik draag geen hakken maar ik kan me voorstellen dat het een powershot en vertrouwen geeft. Ik voel me echt anders met mijn rode Salomons dan met mijn Italiaanse AKU’s. Met dit idee ontwierp Simon een paar schoenen die nieuwe emoties in de drager moet veroorzaken. De vorm van de schoen veroorzaakt een lichte balans beweging die verandert als je loopt. Lopen wordt een ritmische balansact waarbij je aandacht volledig gericht is op de stappen die je neemt. De bovenkant is gemaakt van wol voor warmte en comfort, als een dikke sok. De combinatie nodigt uit om naar buiten te gaan en mindful stappend tot rust te komen. A matter of walking. Keep walking.

FOOTWEAR THERAPY, Léa Simon, leasimon745@gmail.com

Het bekijken van de eindexamenwerken is een hardcore masterclass niet oordelen. Als je afgaat op wat je ziet loop je vloekend en tierend of met een permanente vraagtekenfrons op je voorhoofd. Gelukkig had ik 6 dagen de tijd zodat ik zodra mijn linker wenkbrauw een opwaartse beweging inzette ik pas op de plaats maakte, een keer diep in en uit ademde en keek. Wat zie ik. Zo ook bij het werk van Leon Barre;

COPY COPY, Leon Barre, leonbarre@t-online.de

In eerste instantie zag ik allemaal kopjes, in tweede instantie zag ik rijen kopjes, in derde instantie zag ik rijen kopjes die op elkaar leken en toen dacht ik laat ik de tekst maar even lezen.

Kopiëren is een onontkoombaar aspect van het leven. Het is hoe we leren en hoe onze cellen regenereren. Maar in de wereld van design wordt het vaak beschouwd als taboe en in het algemeen verboden door regelgeving. Het ‘originele ontwerp’ is heilig maar is het echt zo slecht om iets te imiteren wat al een keer gedaan is. Met COPY COPY verkent Barre een wereld waarin kopiëren een speelse en oprechte gezamenlijke activiteit wordt. In een serie workshops worden deelnemers gevraagd een kopie te maken van een origineel, gebruik makend van klei en tools.

Elk kopje is een imperfecte interpretatie van de maker. Elk kopje is een originele kopie van het origineel. De workshop herdefinieert originaliteit en auteurschap. Iedereen is eigenaar van zijn eigen origineel.

Mijn uitvaart ziet er nu als volgt uit. De uitnodiging is een schatkaart. Niet heel ingewikkeld. Ik wil wel dat jullie me vinden. Aangekomen in het bos lig ik er al, in mijn Mushroom Death Suit. Jullie moeten wel nog even een kuil graven. Er zijn lepels. Van de klei maken jullie een kopie van mijn favoriete koffiebeker. Vervolgens krijgt iedereen een paar schoenen van Léa Simon en waggelen jullie naar de kroeg waar jullie, inmiddels harde kopje, wordt gevuld met een drank naar keuze.

Proost.

Dutch Design Week 2022. Biogas, papier-maché en de metselbij

3 nov

De beste week van het jaar duurt 9 dagen. De Dutch Design Week. Daarvan was ik 6 dagen in Eindhoven. Dit zijn de dingen die mij opgevallen zijn.

De Gradution Show van de Design Academy was dit jaar op een nieuwe locatie. Afdalend in de parkeergarage van een leegstaand kantoorpand dacht ik op een post apocalyptische rave beland te zijn. Daar wilde ik wel eindigen maar zeker niet beginnen. Een snelle scan van het gebouw, een aantal trappen op en aflopend eindigde zoals elk jaar bij de ‘boekenwinkel’ waar ik het jaarboek kocht en buiten met een bak koffie in begon te lezen. Een aantal jaar geleden hadden ze voor de teksten een heel goed format voor de werken van de afgestudeerden. Wat is het, hoe werkt het, waarom is het belangrijk en een quote van de maker. Nu moet ik soms drie keer terug gaan in de tekst om te begrijpen wat het is, hoe het werkt en waarom het belangrijk is. Ik vind het belangrijk om de tekst goed te begrijpen want wat je ziet is lang niet altijd wat je krijgt. Ceci n’est pas une pipe. Het eerst op mijn gemak lezen van alle teksten geeft me rust, richting en houvast als ik voor de tweede keer mijn ronde doe en in kan zoomen op de werken die ik interessant vind.

BIOGAS. Bart Keiren, bartkeiren.com, bart.keiren@outlook.com

Bart Keiren verkent met BIOGAS de relatie mens en natuur. Verandert onze relatie met gas als de levering van gas afhankelijk is van onze tijd en aandacht? BIOGAS is een gesloten systeem waar je voor een bacterie cultuur moet zorgen. Eén kop voedsel afval levert genoeg gas op voor één kop thee per dag. Ik heb net gedachteloos mijn derde kop koffie uitbesteed aan mijn Nespresso machine. Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik, voordat mijn beker vol is, al op de stopknop druk. Puur ongeduld.

Een paar jaar geleden had IKEA een briljante pay-off; aandacht maakt alles mooier. Ik las laatst een definitie van schoonheid; de belofte van geluk. Ik denk dat ik heel gelukkig zou worden als ik een kopje biogas thee van Bart Keiren zou drinken.

CUBCHO. Viktoriya Gotseva, gotseva.viktoriya@gmail.com

De zondvloed aan plastic wegwerp speelgoed schijnt kinderen te overprikkelen, verkort de aandachtsboog en resulteert in verveling. Cubcho staat hier haaks tegenover door kinderen juist in hun kracht te zetten door zelf op een speelse en eenvoudige manier speelgoed te maken. De gebruiksvriendelijke pers stelt kinderen vanaf 2 jaar in staat zelf blokjes te maken van papier-maché. Bij de pers zit een handleiding hoe je papier-maché maakt en hoe de 2+er zelf de pers kan bedienen. De handleiding vertelt ook het verhaal van Cubcho. Als inspiratie voor eindeloos speelplezier. Ik probeer me voor te stellen hoe het is om als kleuter eerst zelf te kliederen met papier, het in de Cubcho te proppen, aan te draaien om er vervolgens een nat blokje uit te halen, die te laten drogen en er vervolgens mee te spelen. Das pure magie ennnnnn je leert je kleine dat je van afval dingen kunt maken. Als mijn 4 jarige kleinzoon een Cubcho zou hebben dan weet ik wie er verantwoordelijk wordt voor de papierscheiding. Wat een goed idee! Kijk nog eens goed naar de uitdrukking van het zoontje van Viktoriya. Daar word je toch blij van.

OSMIA AVOSETTA VASES. Eleni Ioannidou, eleni.ioan@icloud.com

Ik heb een aantal jaar in een appartement gewoond in Dordrecht. Het bevond zich aan het Scheffersplein waar zaterdag de markt was en bloemen werden verkocht. Niet zomaar bloemen maar “Bloemen van Huigen die kenne nie buige!” Deze briljante zin werd heel de dag herhaald. Ik kon onmogelijk ongezien de stad in zonder opgemerkt te worden door Moeder Huigen die mij en de rest van de wereld aansprak met “Schatjie” om je vervolgens brutaal glimlachend aan te kijken zodat je wel bloemen moest kopen. Ik probeerde dat altijd zo lang mogelijk uit te stellen want rond 16.30 gingen ze voor “drie voor vijf”……schatjie asjeblief. Veel en vaak chrysanten herinner ik me. Daar was mijn vrouw geen fan dus veranderde ik mijn bloemstrategie, geïnspireerd door vrienden van ons, naar drie amaryllissen per week. Die had Huigen niet. Ik heb menig zaterdag omgelopen om niet opgemerkt te worden door Moeder Huigen. Ik heb me vaak afgevraagd wat er met de bloemen gebeurd die niet meer te verkopen zijn.

En daar heeft Elini Ionnidou een idee voor. Wat als je in plaats van dat je de bloemen weggooit, gebruikt voor iets anders. De Osmia Avosetta Vase is een hommage aan de Osmia Avosetta bij. Wikipedia:

De vrouwtjes van Osmia avosetta metselbij maken enkele kleurrijke, ondergrondse nesten van 1,5 tot 5 centimeter lang die bestaan uit twee lagen met bloemblaadjes met daartussen een laag van modder of klei:

Ioannidou mixt de bloemblaadjes met bijenwas en perst ze in mallen om de vazen te maken. Waarom nog verse bloemen in huis als je een prachtige bloem-bij vriendelijke vaas kunt hebben. Nog beter is natuurlijk als er geen bloemen overblijven. En nog beter is helemaal geen verse bloemen. Sorry Paus. Bedankt voor die bloemen.

GET SET for Dutch Design Week 2022

23 okt

De beste week van het jaar duurt 9 dagen en daar zijn er al bijna 2 van voorbij. Ter voorbereiding van mijn bezoek aan de Dutch Design Week in Eindhoven deel ik hier een aantal ontwerpen die me struinend op ddw.nl opvielen.

Maak kennis met Nienke Hoogvliet (o.a. kledingkleurstof van zeewier) en Dave Hakkens (Phonebloks en Precious Plastic) in de Close Up aflevering A world to Shape van Ton van Zantvoort:

‘Ik vond met name de visie en ambitie van Dave en Nienke aansluiten bij de manier hoe ik zelf films maak: ik wil mensen met mijn films aan het denken te zetten over de wereld waarin we leven. Zij doen dat ook, maar dan met design.’

https://www.2doc.nl/documentaires/2022/10/a-world-to-shape.html

De kortste weg naar de ander is de glimlach. Stel je voor dat we allemaal een glimlach ‘opzetten’. Heb je daar moeite mee dan heeft Alma Teer een oplossing:

‘The Best Jewellery A Woman Can Wear Is Her Smile’ — © Alma Teer

Op https://2022.manifestations.nl/programma/ lees ik:

Fotoserie en sieraden serie gericht op het laten glimlachen van vrouwen. Dit werk bespreekt cultuur, gedraging naar vrouwen (glimlach eens) en gewenst gedrag van vrouwen, etc.

Deze ‘smile devices’ bevragen ​​de invloed van geschiedenis, samenleving, sociale media en seksualiteit op het sociale gedrag van glimlachen. Door de drager te dwingen te glimlachen wil ik bewustzijn creëren over de gewoontes van ons lichaam die in het dagelijks leven onopgemerkt blijven.

Je vindt Alma Teer in het Veemgebouw, 8ste verdieping, Torenallee 100, 5617 BE Eindhoven

Jarenlang heb ik lucht gebakken bij reclamebureau’s. Waarschijnlijk daarom sprak me het concept van Dutch Design Award genomineerde Noa Jansma ‘Buycloud’ zo aan dat ik direct voor € 40,20 officieel eigenaar van een wolk ben geworden.

Op de site van de Dutch Design Awards 2022 lees ik:

Buycloud is een video-installatie met daaraan gekoppeld een virtuele speculatiemarkt en online kadaster. Het project van Studio Noa Jansma onderzoekt de exploitatie van natuurlijke fenomenen door wolken te koop aan te bieden. Jansma wil daarmee kritische parallellen trekken tussen het verleden (kolonialisme), het heden (klimaatverandering) en de toekomst (buitenaardse bezetting). Buycloud bevraagt de fictieve rol die het begrip eigendom heeft en legt de subtiele absurditeit van het bezitten van een stuk natuur bloot door vrij letterlijk lucht te verkopen. Alle stappen van de verkoop worden gerechtvaardigd door bestaande wetten, methoden, concepten of filosofieën die we in onze samenleving gewoon zijn te accepteren en volgen.

I am an AI that can write love letters for you. — © Bedrijf de Liefde

Hoe echt is liefde nog als AI je liefdesbrieven genereert? Bedreigt AI ons vermogen om betekenisvolle connecties aan te gaan? Wil dat zelf ervaren? Laat dan je liefdesbrief maken door de Love Letter Generator van Bedrijf de Liefde:

De Love Letter Generator nodigt je op een speelse manier uit tot ethische reflectie over AI. Je neemt plaats achter een oude computer. Het flikkerende groene scherm van de monitor heeft een boodschap voor je: “So… you’re looking for a way to connect with someone? You have come to the right place. I am an AI – an Artificial Intelligence – that writes love letters for you.” De AI vervolgt zijn boodschap. De AI is grappig, al dan niet een tikkeltje brutaal, en stelt vragen die je zal moeten beantwoorden als je die liefdesbrief graag wilt. Op basis van je antwoorden genereert de AI een unieke liefdesbrief die automatisch geprint wordt. Als je vervolgens dit stukje leesbare liefde tot je hebt genomen, vraagt ​​de AI hoe goed hij het heeft gedaan. Maar daar blijft het niet bij: de AI vraagt meer…

De Love Letter Generator vind je in Strijp-S area, VEEM floor 8, Torenallee 100

Tot morgen. Hier of in EIndhoven.

Love Cor

Just did it. 23/500

28 sep

De een na laatste etappe is een mooie samenvatting van de Kungsleden. We lopen er op allerlei ondergronden; op allerlei formaten brokstukken steen, balancerend op twee planken in het moeras, de greep van wortels ontwijkend in het bos en wegzakkend in de modder waarbij moeder aarde je dan weer loslaat met een zucht.

Ik loop het liefst in korte broek. Dat voelt ‘licht’ en het is heerlijk om het natte groen langs je benen te voelen. Ik merk dat naarmate ik langer buiten ben ik dat soort contactmomenten steeds meer waardeer en in opga. Ik voel me steeds meer verbonden met mijn omgeving. Met de 16 kilo op mijn rug en mijn twee wandelstokken ben ik een ander wezen. Die wandelstokken zijn een verlengde van mijn armen. Technologie vergroeid met mijn lijf. Toen ik in het begin van de trail op stukken als deze terecht kwam vroeg ik me af ‘Hoe dan? Hoe ga ik hier overheen? Hoe bepaal ik hier mijn pad?’

Maar naarmate je dichterbij het begin van het stenen gedeelte komt en je er niet meer naar maar opkijkt, ontvouwt zich een pad zodra je de eerste stap zet. Van ‘Hoe dan?’ naar ‘Zo dus!’ Nike zou zeggen ‘Just do it.’ Die drie woorden omschrijven prachtig van wat Mihály Csíkszentmihályi ‘Flow’ noemt. Csíkszentmihályi was een Amerikaans-Hongaars psycholoog, die het begrip flow introduceerde. Flow betekent, dat je vooral gelukkig wordt van zaken, die je met hart en ziel doet. Zijn meest succesvolle boek is Flow: The psychology of optimal experience, dat in 1990 uitkwam en waarin hij uitlegt dat mensen het gelukkigst zijn als ze in ‘flow’ zijn. Een staat van zijn waarin je zo opgaat in de activiteit dat niets anders er toe doet. Je bent optimaal intrinsiek gemotiveerd en tijdelijke zorgen als tijd, eten en ego verdwijnen als sneeuw voor de zon. Time flies when you are in Flow. Elke beweging, elke gedachte volgt onvermijdelijk op de vorige.

Met een korte krachtige inademing plaats ik mijn linkerstok op een steen, een fractie van een seconde gevolgd door het plaatsen van mijn rechtervoet op een steen. Gevolgd door de eerste krachtige uitademing, plaatsing van mijn rechterstok en linkerbeen. Gevolgd door de tweede krachtige uitademing, linkerstok, rechter been. Mijn lijf, stokken en ondergrond worden een. Het pad ontvouwt zich in een tijdloze en gedachteloze stroom van stappen. Mijn hele zijn is een met het pad en ik zet mijn vaardigheden optimaal en tot het uiterste in.

Het ultieme geluk moment is niet stilstaan en van de prachtige omgeving genieten. Het ultieme geluksmoment is ‘Just Do It.’

De Kungsleden. Ik had het nog nooit gedaan. Nu weet ik dat ik het kan.

Purple Rule 22/500

22 sep

Op de Kungsleden stortte ik regelmatig ter aarde. Niet van uitputting en zeker niet omdat ik teveel bij me zou hebben. Ik ging regelmatig op mijn knieën voor de blauwe bes. In augustus vind je ze overal. Kiloknallers in de bonus. 3 halen niet betalen. Met wat water, dat ook overal gratis verkrijgbaar is, en havermout een perfect ontbijt.

Dagenlang stap voor stap onderdeel zijn van de omgeving met als grootste afleiding de neiging om de omgeving vast te leggen met mijn mobiel. Toeristen met camera’s die ALLES vast leggen was nog niet zo heel lang geleden een beeld waar ik altijd een beetje lacherig om deed. Nu ben ik, en velen met mij, net zo erg. Erger nog want we delen ze ook nog eens met de hele wereld. Zoals nu. Met jou.

Tijdens mijn afstuderen deed ik onderzoek naar De Stijl (opgericht in 1917) en leerde ik veel van de brieven die de leden elkaar schreven. Die brieven werden 4 keer per dag bezorgd! In de jaren ’20 van de 20e eeuw werd dat verlaagd naar drie, en in 1932 naar twee bezorgmomenten per dag. Vanaf 1969 werd nog maar één keer per dag bezorgd. Nu worden we permanent bestookt met ‘post’. Gisteren zat ik in de trein. Het was druk. In de ruimte tussen de coupes was ik met 8 anderen. Een had een grote draadloze koptelefoon op, 2 hadden ‘oortjes’ in, degene naast me zat hard te tikken op haar mobiel, en de rest zat te swipen. Ikzelf luisterde naar een van mijn favoriete podcasts ‘Nooit meer slapen’. Er was geen oogcontact. Iedereen was ergens anders. Een spontaan gesprek aanknopen, een grapje maken, een compliment……geen beginnen aan. Iedereen stond op ‘pauze’. Zo dichtbij en zo ver weg.

Toen ik een paar jaar geleden met mijn vriend Daniel naar Prince ging in de Ziggo Dome gold er een Purple Rule; geen gebruik van je mobiel tijdens het concert. Deed je dat wel stond er binnen NO TIME een beveiliger voor je neus die je verzocht je mobiel weg te doen of de zaal te verlaten.

Volgende keer neem ik zo’n beveiliger mee tijdens een meerdaagse hike.

Het gevecht 21/500

20 sep

Dit is een vervolg op de vorige post. Wat een vervolg is op de post ervoor en die weer op daarvoor. Zo scroll je in een fractie van een seconde tientallen kilometers door het Noorden van Zweden, de Kungsleden. Maarten en ik staan aan de waterkant te wachten tot we in het bootje mogen stappen en onze portemonnee weer mogen trekken. Als geboren en getogen eilandbewoner ben ik gewend om met een bootje van de ene naar de andere kant verplaatst te worden en ik snap dat het om een businessmodel gaat maar het gat in mijn hand is bijna niet meer te dichten. Ik schakel mentaal snel naar ‘het is wat het is’, zet mijn rugzak in de punt van de boot en laat het landschap aan me voorbij glijden. Aan de overkant is het gat in mijn hand alweer dicht en had ik het voor geen goud willen missen. In de verte zien we het uitkijkpunt waar we gisteren een fantastisch uitzicht hadden op de delta waar we nu uitstappen en besluiten te gaan ontbijten in een kleine cabin aan het water. De ontbijten zijn altijd memorabel. We nemen er de tijd voor. Krackers met rendiersmeerkaas, cola en een 3% biertje. ‘Probably the best beer in the world’ staat er op het blikje. Het is een primeur. Bier en cola bij het ontbijt. Maar wie houdt ons tegen?

En dan voel ik iets achter me. Niet fysiek maar zo’n gevoel van dat er iemand naar me zit te kijken, ons zit te bespieden. Ik weet dat dat niet kan. De ruimte is goed afgesloten en was leeg toen we kwamen en de deur is in de tussentijd niet open gegaan. Ik onderdruk de neiging om om te kijken, zet mijn tanden weer in de kracker met rendiersmeerkaas en spoel het door met cola. En dan voel ik toch echt iets op mijn rechterschouder. Ik draai in een soort spastische beweging 45 graden rechtsom en zie………..

Niks. Maarten kijkt me aan en vraagt niet eens wat er aan de hand is. We maken wel vaker spastische bewegingen tijdens deze trip. Muggen ontwijkend of van onszelf afslaand. We kijken ook niet meer raar op als we onverwachts een klap van de ander krijgen. Liever een flinke tik dan een paar uur jeuk. In het begin van de trip waarschuwden we elkaar nog eerst verbaal. Zo van “d’r zit een mug op je wijsvinger van je linkerhand”. We waren inmiddels aardig bedreven in het met zo weinig mogelijk woorden in zo kort mogelijke tijd de lokatie van de vampiervlieg aan te geven. We kwamen er al snel achter dat het efficiënter was om de waarschuwing achterwege te laten en zelf direct actie te ondernemen. We werden er steeds beter in.

Mijn laatste hap kracker met rendiersmeerkaas is een uitnodiging voor nog een kracker met rendiersmeerkaas. Ik wrijf onbewust boven mijn linkerwenkbrauw. Ben ik toch nog gepakt. Gelukkig was Maarten met de koffie bezig. Weer voel ik iets op mijn rechterschouder. Nu draai ik me langzamer en met een grotere straal om zodat ik meer afstand heb tot de muur. Mijn ogen zijn zo goed als mijn armen lang zijn en op deze afstand zie ik wat mij uitdaagt:

Met een grote grijns draai ik me weer om. “Het was een dronken octopus die met me wilde vechten.”

“Oh” zegt Maarten droog. “Nog een tortilla met tonijn?”

Lekker Maarten.

%d bloggers liken dit: