Into the great wide open

14 okt

herewecome.001

Tamara en ik staan voor de ingang van wijngaard Viljoensdrift in Robertson. Ik heb net de verzekeringsmaatschappij mijn locatie, mijn polisnummer en het Zuid Afrikaanse mobiele nummer doorgegeven van de telefoon van Tamara waarvoor we eerder deze week een simkaart hebben gekocht. Aangezien ik vorige week net voor de overval niet bereikbaar was met mijn internationale telefoonnummer door het Systeem van de verzekeringsmaatschappij . Ik laat de dame van de verzekeringsmaatschappij Tamara Zuid Afrikaans mobiele nummer herhalen. Check dubbel check, check zodat we nu wel bereikbaar zijn en het sms bericht kunnen ontvangen met meer informatie over de hulpdienst.

We trekken de slaapmatjes uit de achterkant van de bus en maken het ons comfortabel in de heerlijke winterzon. In de verte zie ik een politie auto aankomen. Zou de verzekeringsmaatschappij dat gedaan hebben? Zouden ze bij mijn polis een aantekening gemaakt hebben van de overval van vorige week en geleerd van hun Unhuman Centered Design filosofie; Car First. People Later.

Tuurlijk niet, denk ik. Ik houd de politiewagen aan die duidelijk niet door Het Systeem van de verzekeringsmaatschappij gestuurd is. Ik vertel dat we vorige week gewapend zijn overvallen, dat we weer wachten op de takelwagen en willen dat hij bij ons blijft. De agent zegt dat hij onderweg is naar een melding op een boerderij maar hij dan direct terugkomt. Direct had ik beter door hem kunnen laten specificeren. Ik had hem moeten vragen hoe lang dat gaat duren. Met de dame naast hem in burgerkleding, frisdrank en zak chips vertrekt hij richting zijn melding. Ik pak de 50 centimeter grote dopsleutel voor het vervangen van de wielen en leg deze niet zichtbaar onder het matje waarop we naast de bus in het gras bij de ingang van Viljoensdrift liggen. Tegenover de ingang van de wijngaard staat een grote loods met een huis erbij. Liggend kan ik onder de Nissan Almera doorkijken en zie in de verte een man aankomen. Ik ga rechtop zitten en klem de dopsleutel onder het matje in mijn rechterhand. Tamara merkt mijn gespannen houding op ik vertel haar dat er iemand aan komt lopen. Hij blijkt dronken te zijn en doet er zeker twee keer zo lang over dan als hij in een rechte lijn op ons af was gelopen. Dronken of niet, als ie nog verder komt sla ik hem zijn hersens in. Op vijf meter gebied ik hem te stoppen waarop hij vraagt of “Boss boos is?”. Niet boos maar voorzichtig en vertel hem dat we vorige week zijn overvallen. Dus blijf. Als een gehoorzame hond gaat hij net op het asfalt op zijn hurken zitten en staart ons aan. De man slaat nog geen deuk in een pakje boter maar tocht voel ik me bedreigd. Twee rijke blanke gewapende toeristen op luxe slaapmatjes in de berm bij een wijngaard naast hun twee auto’s tegenover een dronken, ongewapende bruine jongeman. Een situatie in Zuid Afrika. In een week is er een hoop gebeurd in mijn hoofd. Na een paar eindeloze minuten staat de man op en loopt hij van ons weg. Aan de overkant loopt een jonge vrouw met kind op de arm en in de hand en waarschuwt ons voor hem. Hij loopt naar haar toe waarop zij direct op hem af loopt en hem met haar tas begint te slaan. Zijn poging om de tas te ontwijken komt ongeveer een minuut te laat. Het doet me denken aan Jules Deelder die ooit in een campagne voor Veilig Verkeer Nederland de effecten van drank op een circuit mocht aan tonen. Ladderzat was Deelder stapvoets over het circuit gereden daarbij de levensgrote poppen overrijdend in plaats van ontwijkend. Na het rondje werd hem gevraagd hoe het was gegaan. Prima had hij gezegd. Niets aan de hand.

In de verte loopt de jongedame met kinderen en tas stevig door op halve snelheid waggelend gevolgd door de dronkaard.

Na drie kwartier nog steeds geen takelwagen. De agent is ook in geen velden of wegen te zien. Ik bel de verzekeringsmaatschappij en vraag waar de takelwagen blijft. Of ik het sms-je niet heb ontvangen. Dat heb ik niet en vraag de dame om het nummer te controleren. Ze blijkt, ondanks dat ik het haar heb laten herhalen en heb gecontroleerd, het verkeerde nummer gedrukt te hebben. Of heeft Het Systeem dat gedaan? Ben ik in het laatste deel van die slechte serie beland? Ik zou nu extra willen betalen voor een happy end. Weer een half uur verstrijkt. Mijn vader weet inmiddels ook dat we weer pech hebben. Aan de overkant verschijnt een lange blanke man met een jongetje van een jaar of 5 op zijn arm. Hij heeft een vriendelijk gezicht en vraagt wat er aan de hand is. Ik laat de 50 centimeter grote dopsleutel los en schuif hem onzichtbaar onder het matje en loop op de man af. Het blijkt Daniel te zijn, farmmanager van Viljoensdrift. Met een glimlach kijkt hij naar de bus en ik leg hem de situatie uit waarop hij vraagt of hij mag kijken. Hij is een beachbuggy aan het bouwen. Met een luchtgekoelde Volkswagen motor. De slechte serie krijgt een compleet nieuwe wending en na een onderlinge Q&A vraagt Daniel mij de bus weer te starten. Hij blijft, nog altijd met zijn zoontje op de arm, achter de motor zitten. Bij de derde poging slaat de motor aan. Ik laat de motor lopen en vraag Daniel wat hij heeft gedaan. De bobinekabel maakte volgens hem slecht contact. Daniel geeft me zijn mobiele nummer voor als ik onderweg naar Montagu stil kom te staan. Ik bedank hem en hoor Tamara vragen of de takelwagen nog moet komen. Ze heeft de verzekeringmaatschappij aan de lijn. Cancel maar we gaan rijden.

In de verte zie ik Daniel en zijn zoon kleiner worden. Mijn vertrouwen dat we zo in Montagu zijn groeit. Mijn vertrouwen in Arno van Wijck krimpt. Het was dus niet het contactslot. Was het de bobinekabel? Daniel kon niet begrijpen dat bij een complete revisie dat oude kabeltje niet vernieuwd was. Ik ook niet. Ik begrijp veel dingen niet. Heel veel niet van auto’s en steeds meer van politie en verzekeringsmaatschappijen.

Montagu here we come.

Als we het halen.

Geef een reactie

%d