Dit is weer een moment om mijn technische Kennis toe te lichten. Technische Kennis definieer ik als volgt; De resultante van
- Wat ik Weet van Autotechniek, keer
- Wat ik Kan met Autotechniek, keer
- Wat ik Wil met Autotechniek, keer
- Wat ik ooit Gedaan heb met Autotechniek
Ik weet dat een auto benzine nodig heeft. Dit had de bus voldoende. Ondanks dat de benzinemeter stuk was hield ik in mijn Busboekje nauwkeurig de kilometerstand bij en het aantal liter dat ik tankte bij elke tankbeurt. Om te weten wanneer ik bij een gemiddelde van 1:7 weer moest tanken. Een blik in mijn Busboekje vertelde me dat ik nog zo’n 140 kilometer te gaan had voor een noodzakelijke tankbeurt. Met zekerheid kon ik concluderen dat het niet een gebrek aan benzine was.
Ik weet dat een auto stroom nodig heeft. Ook dit was het probleem niet. Als ik de bus probeerde te starten draaide de startmotor maar sloeg hij niet aan. Het was niet de accu.
En toen was het boek ‘Cor en de kunst van Autotechniek’ al uit. Conclusie. De bus doet het niet meer en ik wist niet wat er aan de hand was. De bus en ik waren ons letterlijk kapot geschrokken van de rakelings voorbij razende BMW. Ik begon te geloven dat de bus en ik inmiddels zo verbonden zijn dat we één zijn. Zoals Kevin Kelly verwoordt in zijn boek ‘De wil van technologie’ en hier in gesprek met journalist Frank Mulder:
“Het is een product van ons brein, en daarmee een verlengstuk van de evolutie en van het leven zelf. Ik beschouw technologie in zijn samenhang, als systeem. Voor de productie van je computer of zelfs een broodrooster zijn honderden andere technologieën nodig. Niets staat los, het is een ecosysteem dat maar groeit en groeit. Ik noem dat het technium. Het omvat 170 biljard computerchips en drie miljard telefoons en webcams die één gigantisch computerplatform vormen. Het omvat ook schilderijen, rechtssystemen, broodroosters en snelwegen. Het is in feite een organisme geworden, dat meer meer is dan de som der delen.”
Mijn Kennis is verbonden met alle onderdelen van de bus. Het is een geheel en dat Technium staat nu stil langs de kant van de weg. De bus en ik willen wel maar kunnen niet en daar kan mijn Kennis geen verandering in brengen.
Ik zie een beeld voor me van Bernardo die later vanavond aankomt op het vliegveld van Kaapstad en mij daar niet treft. Ik realiseer me dat hij ook het telefoonnummer van mijn vader niet heeft. Wat zou hij doen? Zou hij wachten of misschien wel een hotel boeken en hoe zou ik daar dan achter komen? Ik probeer mezelf wijs te maken dat ‘alles reg sal kom’ wat me doet denken aan het antwoord wat ik altijd geef aan mensen die me vragen of “alles goed is?”;
Veel wel maar niet alles. Nu dacht ik hetzelfde.
Ik besloot mijn afleiding te zoeken in de padkos die ik van mijn vader had meegekregen; boterkoek. Het is onmogelijk negatieve gedachten te hebben met een stuk boterkoek in je mond en je blik op een babyblauwe T2 uit 1979. Mijn neiging om nog een stuk van de twee overgebleven stukken boterkoek te nemen wordt onderbroken door de gedachte dat ik die wil delen met Bernardo. Mijn hoop straal ik in op de twee stukken boterkoek sluit de deksel en leg het Tupperware trommeltje terug in het handschoenenkastje. Ik sta aan de linkerkant van de bus en zie in mijn rechterooghoek langzaam een vrachtwagen naderen. De vrachtwagen stopt en de chauffeur stapt uit en vraagt me vriendelijk wat er aan de hand is. De opstaande motorklep en de knipperende lichten van de bus hadden hem doen stoppen om ons te helpen. Ik denk dat we nog geen 10 minuten stil gestaan hadden.
Hij kende een sleepbedrijf in Worchester, zo’n 20 kilometer verderop, waar hij me wel naar toe wilde brengen. Ik klom in de vrachtwagen, bedankte hem hartelijk en opende de deksel van het Tupperware trommeltje dat ik snel had meegenomen.
“Stukkie boterkoek?”
Zijn vriendelijke bruine ogen keken me over de rand van zijn bril aan en zijn optrekkende wenkbrauwen namen zijn oogleden mee waardoor zijn ogen nog groter leken. Maar nog niet zo groot als zijn maag daar was zeker nog ruimte voor mijn vader’s boterkoek.
In de buitenspiegel zag ik de bus kleiner en mijn hoop dat ik op tijd Bernardo op het vliegveld zou ophalen, groter worden. Ik steek het laatste stuk boterkoek in mijn mond. Sorry Bernardo.
ps
Wil je het hele verhaal van de bus en mij lezen? Download het hier: NOLTEEVWT2
Geef een reactie