Mentale portemoney

30 aug

MENTALEPORTEMONEY.001

De afgelopen dagen schrijf ik over mijn  Zuid Afrikaanse ervaringen met mijn VW T2 uit 1979.

Het hele verhaal vind je hier in pdf: NOLTEEVWT2

Een paar kilometer na de ontmoeting met de jongeman uit 1997 zie ik in de verte een camping direct aan de oceaan. Achterin de bus liggen twee matrasjes en twee wollen dekens en ik besluit op deze geweldige camping te overnachten in de bus. Het hout dat ik meenam moet me in de avond warm houden in de vorm van een lekker vuurtje waarna ik met mijn Poolse ganzenveren jasje letterlijk onder de wol duik om vervolgens met de geur van verbrand hout en de alcoholdampen van een Zuid Afrikaanse Sauvignon Blanc starend naar de sterren lang te blijven luisteren naar het patroon van de op de kust beukende oceaangolven.

Ik stop voor de ophaalpaal (is geen goed Afrikaans maar ik kan even niet op het juiste woord komen) en draai mijn rechterraam omlaag. Het mooie van het rijden in een T2 is dat je je niet hoeft te trainen in het opzetten van een vriendelijke glimlach in situaties waarin je denkt dat een glimlach wellicht een positieve invloed heeft op het verloop van de ervaring. Die glimlach zit er permanent en ontlokte ook een glimlach op het gezicht van de man in uniform die op zijn gemakje richting het open rechterraam liep. Het was 15.45 en hij vroeg me om mijn vergunning. Toen ik hem vertelde dat ik die niet had, antwoordde hij dat ik die moest kopen in het dorpje waar ik net vandaan kwam, waarop ik moest denken aan een zin uit een voorstelling van Hans Teeuwen;

“JA DAAR KOM IK GODVERDOMME NET VANDAAN!”

Ik mag dan in een volgens kenteken ‘personenbus voor 12 m/v’ waar in een vorig leven bejaarden in rond getaxied werden, ik zou mezelf niet bestempelen als racistisch. Dus gooide ik het over een andere boeg. De ‘misschien kun  je een uitzondering maken waar we allebei beter van worden’ optie. Hij had het graag gedaan maar zijn uniform zei nee.

Daar ging mijn slapeloze nacht aan de oceaan en ik bedankte vriendelijk om mijn weg te vervolgen op de goed geasfalteerde kronkelige oceaanweg die na een aantal kilometer het binnenland in trok die nog het meest weg had van de boomloze top van de Ventoux. De harde wind hield ook hier, net als toen op de Ventoux afdaling met mijn carbon Merida racer, beide handen aan het stuur. Een VW T2 is een makkelijke prooi voor de Zuid Afrikaanse wind die zich onzichtbaar en meedogenloos laat voelen en met gemak de 1250 zware bus opzij duwt. Gelukkig is het rustig op de weg en ik besluit voor een zekere oplossing te gaan; een stalen bord waar Guesthouse op staat. Ik draai de bus de lange met kleine steentjes geplaveide oprijlaan op, parkeer, stap uit en loop de richting uit die me gewezen wordt door een bordje ‘reception’. De vier sterren doen mij een maximaal bedrag in mijn gedachten nemen. Nog in onderhandeling zijnde met mijn interne accountant komt er een dame op me af lopen die staccato meldt dat het dinsdag is en winter en ze dus gesloten zijn. En dat op een toon dat ik dat toch had kunnen weten. Hier had zelfs mijn interne accountant niet op gerekend. Ik greep mijn kans en verhoogde het bedrag voor een overnachting voor de nog te vinden slaapplaats.

Het was inmiddels 16.32 Over twee uur is het donker. Ik draai de snelweg weer op en geniet van het geluid van de bus. De wind lijkt ons permanent te duwen of is het die 40% meer vermogen van de nieuwe motor? Met een dikke mentale portemonnee neem ik afslag Betty’s Bay en zie een zelfde bord met ‘B&B Stay at Friends’. Ik verhoog mijn verblijfsbudget met 10% en zie bij de ingang van de B&B dat de ontvangst tussen 16.00 – 18.00 is. Precies op tijd om bij vrienden aan te komen. Ik bel aan en wordt luidkeels begroet door 3 teckels en Helene. De kamer is de helft van de inhoud van mijn mentale portemonnee. Noltee en de T2 slapen vandaag in Betty’s Bay.

IMG_1066.JPG

Geef een reactie

Ontdek meer van Design Thinking by Doing

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder