Tag Archives: volkswagen T2

Eat our way to Greyton

11 okt

greatgreyton.001

We hebben nooit overwogen om NoaH’s trip met Brent te cancelen. Angst is een slechte raadgever en een gewaarschuwd mens telt voor twee. En waarschijnlijk hangen er waarschuwingsposters in het township met de foto van NoaH erop; pas op loslopende Leeuw, gevaarlijk. Wel spreken we af dat NoaH elke dag even iets van zich laat horen. Frans, Liesbeth en NoaH stappen in de Ford Ranger en vertrekken weer richting Montagu. Tamara en ik blijven ze uitzwaaien tot het stof weer is neergedaald. Voor het eerst sinds NoaH in Zuid Afrika is, zijn we niet samen. Na wat we hebben meegemaakt voelt dat vreemd. Mijn vadergevoel worstelt met het loslaten. Vertrouwen dat het goed is en komt worden afgewisseld door gedachten van kwaadwillenden die voor een paar rand je leven willen nemen. Mijn tot een bezorgd vertrokken frons trek ik glad met een geforceerde glimlach en denk “alles sal reg kom” en loop met Tamara naar de veranda van The Retreat in Groenfontein.

theretreatatgroenfontein

’s Middags bel ik Arno van Wijck,de eigenaar van Andreno, het bedrijf dat bus heeft gereviseerd en waar de bus na de overval twee dagen geleden naar toe is gebracht. Arno meldt dat in alle jaren dat hij Volkswagens repareert dit nog nooit heeft meegemaakt. Het contactslot schijnt de boosdoener geweest te zijn en hij stelt voor een nieuw contactslot in het dashbord te monteren. Ik ga akkoord en we spreken af dat ik de bus drie dagen later, op vrijdag, op zal halen.

Vrijdag vertrekken we met de Nissan Almera richting Villiersdorp. Onderweg proberen we NoaH en Brent te pakken te krijgen omdat zij vanuit tegenovergestelde richting op weg zijn naar Botterlierskop voor een safari. Het zou leuk zijn om elkaar nog ergens te treffen. Helaas geven beide mobieltjes geen gehoor. Onderweg proberen we NoaH en Brent te ontdekken tussen alle kleine, witte tegemoetkomende auto’s wat lijkt op het spotten van wild en dan nog het meest uit het proberen te onderscheiden van die ene buffel in een kudde van duizend met die moedervlek boven zijn rechteroor. Geen NoaH. Geen Brent. Geen witte Datsun. We geven het op en besluiten te gaan voor een bakkie troost met taart. Ondanks het ontbijt, in de vorm van een broodje met humus en het in dunne reepjes gesneden stuk biefstuk dat over was van de braai van gister, is er ruimte voor taart. De grootte van de stukken doen ons echter besluiten er een te nemen. Het van twee naar een stuk gaan rechtvaardigt de vanuit caloriebehoefte volledig onnodige keuze voor deze suiker bom die we als gulzige fundamentalisten niet óm maar ín onze buiken plaatsen. De neiging om een foto te maken wordt onderdrukt door het besef dat ik die niet meer heb. Ik scroll door de foto’s van de afgelopen dagen op Tamara’s telefoon en lijst in Keynote twee foto’s in die Tamara en ik van elkaar maakten op de camping in Wilderness waar we de afgelopen twee nachten in een rondavel sliepen. Het grote voordeel van in de winter in Zuid Afrika zijn, is dat het op plekken als deze heerlijk rustig is en je ’s nachts dicht tegen elkaar kruipt omdat het nog gewoon kan vriezen.

wilderness

Ondanks dat ik stevig door rijd komt er geen eind aan de 370 kilometer naar Villiersdorp.

Schermafbeelding 2017-10-11 om 07.31.14

Telefonisch meld ik Arno dat we er rond 16.30 zijn om de bus op te pikken. Hij zegt dat ze dan al weg zijn. Op vrijdag stoppen ze om 15.00. Hij zet de bus bij het politieburo met de factuur van R 1.700 op de voorstoel. De Randenteller staat inmiddels 55.000. Mijn vette Zuid Afrikaans spaarvarken is geslonken tot embryonale afmetingen. Maar nu is ie goed denk ik…..hoop ik. Bij het politieburo in Villiersdorp ruil ik het nieuwe Japanse comfort in voor oude Duitse degelijkheid. Na 38 jaar kunnen ook Duitse dingen stuk gaan. Ik stap in de bus en Tamara volgt me in de Nissan. We rijden door de bergen naar Greyton, een prachtig plaatsje waar een Body Stress Release collega/vriendin met haar man woont en waar we twee nachten zullen overnachten. Probleemloos stuur ik de bus over de zandpaden, Tamara in mijn binnenspiegel in de door de bus geproduceerde stofwolk in de gaten houdend. Greyton binnenrijdend groet iedereen me. Het zullen de olijke ogen van mijn baby blauwe witte vierwieler zijn die deze spontane vriendelijkheid veroorzaakt. Het geroffel van de bus maken een welkomst toeter bij aankomst overbodig.

We zijn weer thuis.

Nu in Greyton.

 

ps

Wil je alle verhalen van de bus in Zuid Afrika lezen? Download ze dan hier als pdf:

NOLTEEVWT2

Alles sal reg kom

25 aug

allessalregkom.001

Lezers van de post van gisteren scrollen door ‘Tot hier.”

In 2004 kocht ik tegen alle gezinsregels in een Volkswagen T2 uit 1979. Verliefdheid wordt wel eens omschreven als een tijdelijke staat van waanzinnigheid. Ik was waanzinnig verliefd. Op een babyblauwe T2 met wit dak van het bejaardentehuis in Oudtshoorn. Deze stond op de bewuste zaterdag te koop onder een afdak bij Toyota Motors. Had ik er door de weeks getankt, had ie rond gereden met oude van dagen. Maar niet in het weekend. Toen stond ie te koop en ik kocht hem. Hem ja. Een twee liter T2 is mannelijk. Een T1 kan doorgaan als vrouwelijk en een T3 is duidelijk onzijdig. Om van de latere T4 maar te zwijgen. Die overweegt een geslachtsverandering.

Mijn vader en zijn vrouw verhuisden in 2001 naar Zuid Afrika en na ons eerste bezoek in 2003 keerden we in 2004 terug om er een half jaar te blijven. In Calitzdorp 48 kilometer van Oudtshoorn dat je misschien kent van de struisvogel(veren). Menig cancan danseres uit Parijs in het begin van de 20steeeuw zwaaide en zwierde er vrolijk mee op los. Ik vraag me af of het enige indruk gemaakt zou hebben op de mannelijke struisvogels uit de Kleine Karoo.

In ieder geval minder dan de bus op mij maakte. In het halfjaar reden we zo’n 14.000 kilometer in de bus, met als hoogtepunt een ontmoeting met een grote mannetjes olifant in Addo Elephant Park vlakbij Port Elizabeth, een kleine 800 kilometer ten oosten van Kaapstad. Het mannetje stond midden op de weg en liep recht op de bus af. Ik stopte de moter en we draaiden onze ramen open. De olifant liep geruisloos op nog geen meter afstand langs de bus, ons vieren met open mond en hart in de keel achterlatend. “You can leave Africa but Africa never leaves you.” Dus kwamen we een paar jaar later terug om de bus naar Nederland te halen. Aan het eind van de vakantie reden we richting de container in Kaapstad maar op 100 kilometer van Kaapstad besloot de bus dat “he didn’t want to leave Africa” en liep in elkaar. Hij belandde vervolgens bij een garage in Calitzdorp waarvan de eigenaar kort daarop overleed. De garage werd verkocht en de bus werd achter een hek in de tuin van de lokale antiquair gezet om vervolgens door een VW specialist naar Oudtshoorn gesleept te worden. Waarbij de laatste woorden van VW specialist Piet waren: “Cor, jij moe nie wurrie nie. Die Combi sal reg kom.” Piet zou de moter reviseren. Het was augustus 2015. Hij zou in januari 2016 klaar zijn. Dat werd maart 2016, september 2016, november 2016. Cor ging toch een beetje wurrien en na een verhelderend gesprek met de zoon van VW specialist Piet, ook een VW specialist, werd duidelijk dat ik alle reden had om te wurrien. Nu weet ik beter. In Nederland hebben we de klok maar in Zuid Afrika hebben ze de tijd. Pet had alle tijd van de wereld maar  zou de bus nooit afmaken volgens zijn zoon die het zelf ook niet zag zitten. Ik voelde me een beetje een slechte kleinzoon die zijn opa beroerd achterliet op een plek waar je zelf nog niet eens dood gevonden wilde worden. Ik kreeg wel een tip; Arno van Wijck uit Villiersdorp, zo’n 400 kilometer van Oudtshoorn. Na het online lezen van enkele goede recensies besloot ik de bus naar Villiersdorp te laten brengen waar Arno hem binnen drie weken reviseerde, inclusief fotoverslag via Whatsapp. Het is inmiddels februari 2017 en ik was ZAR 51.000 armer. Van mijn resterende spaargeld kocht ik 4 tickets naar Zuid Afrika om nog een keer met zijn vieren in bus naar Addo te gaan. En het leek me slim om zelf al eerder te gaan om de bus eerst goed te testen en in te rijden.

Het is 7 juli en ik land in Kaapstad. Zo’n 100 kilometer van Villiersdorp. Op 18 kilometer van Villiersdorp bekruipt mij een zenuwachtig gevoel in mijn buik. Duizenden randen en kilometers dichterbij mijn droom. Met zijn vieren in de bus naar Addo.

 

“Tot hier.”

Villiersdorp is zo’n typisch Zuid Afrikaans stadje waar je dwars doorheen rijdt. Met een kerk, een Spar en een drankwinkel. Liesbeth, Frans (mijn pa) en ik reden er zaterdagochtend doorheen en ik vroeg bij de benzinepomp waar Andreno (de naam van het bedrijf van Arno van Wijck) zich bevond. Terug, de grote stopkruising naar links en dan zie je het vanzelf. Eenmaal links herkende ik het in de verte van het filmpje dat Arno me gestuurd had. Het filmpje van mijn gereviseerde bus. Het bewijs dat hij weer reed.

Het filmpje werd mijn antwoord op de vraag “Cor wat ga je van de zomer doen?” Reacties varieerden van “Cool!” (inderdaad 2 liter luchtgekoeld), “Gaaf!” (zeker weten. op wat oppervlakkige roestplekjes ziet hij er voor een 38 jarige heel gaaf uit), “Leuk!” (ja lachen he. Toen Noah en ik Worchester op Churchstreet reden werden we redelijk asociaal ingehaald door een oude, verlaagde, vierdeurs Toyota waarvan het geluid, inclusief Eminem, ruimschoots het motorgeluid van mijn VW T2 overschreed. De Toyota was voorzien van een zwart/grijze special paint van doodskoppen en naakte vrouwen en dit depressieve stukje huisvlijt liep door op de gespierde rechterarm waarvan de vingers nauwelijks zichtbaar waren door een terugkerend thema van doodskoppen en kruizen. Ik kwam met de bus rechts van hem tot stilstand waarop de gevaarlijk uitziende met zelfs in zijn  nek doorlopende tatoos en donkere zonnebril zijn hoofd eerst naar rechts en toen omhoog richtte. Daarvoor moest hij best een redelijk inspanning verrichten door het hoogteverschil tussen zijn verlaagde, asfaltzuigende Toyota en de in hogere sferen bevindende hemelsblauwe VW bus. Zijn blik eindigde bij mijn opgestoken duimpje die naadloos overliep in mijn glimlach van oor tot oor. Zelden heb ik zo’n gezichtstransformatie gezien. Van gangsterrapper waar zelfs Toni Soprano moeite mee gehad zou hebben naar Petje Pietamientje uit de Calvé commercial. Stom he. Hij vond de bus gewoon leuk)

Enfin. Ik was aanbeland bij Andreno. Het was zaterdag en ik wist dat Arno dan niet werkt. Toch hoopte ik een glimp op te vangen van de bus. Helaas. Geen bus. Wel een echt Volkswagen kantoor.

IMG_0818

Ook achter het hek kon ik tussen de vele kevers en combi’s mijn bus niet ontdekken. We reden met de niet verlaagde en smetteloos witte (met teveel chroom volgens Liesbeth) nieuwe Nissan Almera naar Montagu. Zo’n 110 kilometer verderop. Zonder de bus verliet ik Villiersdorp wat voelde als het voor je verjaardag samen met je suikertante kopen van een kado dat je nooit van je ouders zou krijgen maar dat je suikertante nog mee naar huis neemt omdat je pas over een paar dagen ECHT jarig bent. Ik probeerde elke keer mijn hoge verwachtingen aangejaagd door sweet memmories en een melancholisch familiegevoel te temperen wat hopeloos mislukte. Ondanks dat ik nu zelf in het land was waar de bus stond had ik hem nog steeds niet gezien. Hij nam inmiddels mythische afmetingen aan in mijn nog half in ‘heel druk in Nederland-stand’ hoofd. Nog drie nachtjes slapen.

Het is dinsdagmiddag. In de verte zie ik de bus al staan. Dat klinkt als “zie ginds komt de stoomboot ik zie hem al staan” of misschien voelde het zo. Daar stond mijn kado. Een 1250 kilo wegend vakantiegevoel rijkelijk uitgerust met melancholische en memorable emoties. Het raampje stond open en zelfs de sleutel zat erin. Dat kan blijkbaar in Villiersdorp. De bos bloemen op de motorkap ontbrak. Waarschijnlijk omdat de bus geen motorkap heeft. Eenmaal binnen belandde ik in een combinatie van een VW museum, werkplaats en opslag. Arno vertelde de verhalen bij de unieke modellen die hij had staan. Variërend  van de allereerste door Pon ontworpen bus tot een in zuurstok geel  gespoten beach buggy. En onderdelen. Veel onderdelen. Ik kon de het aantal gereviseerde moterblokken niet op twee handen en twee voeten tellen. 40 % meer vermogen en geschikt voor ongelood, vertelde Arno. Hij had het over mijn gereviseerde luchtgekoelde 2 liter moter. “Cool” dacht ik. Dat ging hopelijk voorkomen dat we straks kruipend als een kever de bergen moesten beklimmen. We liepen naar de bus en onderweg meldde Arno nog de uitzonderlijk goede staat van de bus. Het klimaat van de Kleine Karoo is zacht geweest voor de T2. Alleen een in een zuurstof tent bevindende variant in Nederland zou er zou uitzien. “Should he stay or should he go?” Naar Nederland dacht ik dan. Eerst maar eens rijden. Arno starte de bus door er maar naar te kijken en vertelde dat ik eerst moest tanken. (hij was waarschijnlijk vergeten dat hij ZAR 500 op de rekening had gezet voor benzine. Ik in ieder geval wel). Ik ging achter het stuur zitten en vroeg aan mijn pa alle lichten te controleren. Helaas deden de knipperlichten het niet waarop Arno even wat magie toepaste onder het dashboard en hij het weer deed. Mijn bezoek aan zijn museum, werkplaats, magazijn aangevuld met deze magische interventie deden hem nog verder stijgen op de lijst van VW specialisten die weet wat ie doet. Nee laat ik het anders zeggen. Die niet eens meer na HOEFT te denken maar automatisch uit zijn jarenlange repertoire VW mankementen putte. Mijn pa en ik reden vervolgens naar de pomp voor een volle tank loodvrije benzine. Dat was voor het eerst in het leven van de bus. Gulzig  nam de bus de fossiele brandstof tot zich daarbij ondersteund door een fanatieke, goed geïnstrueerde pompbediende die de bus zo vol gooide dat de vulmond bol stond van de benzine. Mijn pa en ik haalde ‘padkos’ bij de Spar aangevuld met een cappuccino to go uit een automaat waar Lavazza op stond.

Met je pa in een bus in Villiersdorp. We keken elkaar aan en staken onze wijsvingers op. Noltwee in een T2.

Alles sal reg kom.