Rib uit je lijf.

2 sep

ribuitjelijf.001

De afgelopen dagen schrijf ik over mijn  Zuid Afrikaanse ervaringen met mijn VW T2 uit 1979.

Het hele verhaal vind je hier in pdf: NOLTEEVWT2

Ik ben op weg naar Villiersdorp zonder dat ik een afspraak heb met de man die de bus reviseerde, Arno van Wijck. Ik heb inmiddels geleerd om dat niet te doen, afspraken maken. Zeker niet als je iets gedaan wilt krijgen. Zoals in dit geval dat Arno eens goed kijkt en luistert naar de bus. De beste strategie voor het fiksen van kleine reparaties is onaangekondigd langsgaan en er bij te blijven. Zo liet ik eerder mijn remmen controleren bij Chris in Montagu en mijn richtingaanwijzers bij Chris’s buurman. Je moet er even bijblijven voor het beste resultaat. Waar ken ik dat regeltje ook alweer van.

De tocht naar Villiersdorp is weer prachtig. Als ik het asfalt wegdenk zou ik zomaar ingehaald kunnen worden door de zwarte ruiters of moeten uitwijken voor Gandalf op zijn witte paard. Is de bus dan ‘my precious’ waar ik onzichtbaar wordt voor alle gevaren en me verplaats in de parallelle wereld van de luchtgekoelde motortechniek? Met mijn raam open kijk ik in de buitenspiegel en zie het stofspoor dat de bus trekt in het landschap.

Schermafbeelding 2017-09-02 om 11.46.15

IMG_1111.jpg

De luchtinlaten happen gulzig naar lucht. Het houdt de motor koel, mengt zich met benzine en vuur en stuwt de achterwielen via de nieuwe aandrijfassen soepel over de gravelwegen. Met 80 km/u ontstaat er een prachtige symfonie van het rollende rubber op de halfharde ondergrond waarbij af en toe een steentje tegen de onderkant van de bus kaatst. De wind die langs en in de auto waait mengt zich met het roffelende geluid van de tweeliter Volkswagen motor aangevuld met de in en uit rekkende veren van mijn bruine nepleren stoel. De gordel zonder spanner hangt los op mijn schouder als de hand van Sint-Christoffel, de patroonheilige van de reizigers en alle verkeersdeelnemers. Helaas kan Sint-Christoffel niet voorkomen dat de bus hoestend en proestend bergopwaarts voort stottert. Het lijkt me een goed moment om het stofspoor en de bus voor het nageslacht vast te leggen en het luchtfilter te controleren.

IMG_1112.jpg

Het luchtfilter ziet er als nieuw uit en ik vervolg mijn weg die zich ondertussen weer getransformeerd heeft van gravel naar nieuw asfalt. Bij zo’n 90 km/u lijkt te bus te zweven en wordt het zoevende geluid slechts af en toe afgewisseld door het kraken van de carrosserie. We gaan licht bergafwaarts, onze favoriete route. Net als een fietser die net een berg heeft bedwongen is het bergafwaarts genieten.

Op 10 kilometer van Villiersdorp oefen ik in mijn hoofd met de informatie die ik met Arno zal delen omtrent het onregelmatig ‘lopen’ van de bus. Mijn hoop richt zich volledig op een verklaarbare Waarom van Arno. Ik hoop dat mijn Wat, Hoe en Wanneer hem zullen helpen bij het vaststellen van een correcte diagnose. Onaangekondigd loop ik de werkplaats binnen en zie in de verte Arno’s werkschoenen nog net onder een groene VW T1 bus vandaan komen. Mijn begroeting beantwoordt Arno met een verplaatsing van het plankje met wieltjes waarop hij ligt en zodra hij mij ziet probeert hij zijn van pijn vertrokken gezicht te plooien in een vriendelijke glimlach wat niet echt lukt. Geschrokken vraag ik wat er aan de hand is. Arno heeft een rib gebroken. Schrijvend denk ik dat ie die makkelijk kan vervangen door de rib uit mijn lijf; de revisie van mijn bus. Maar op dat moment voel ik slechts medelijden met een man die geen rust kan nemen omdat er niemand is die zijn werk kan overnemen. Ik voel me bezwaard maar de hand van Sint-Christoffel duwt me zacht naar voren en fluistert mijn geoefende intro in mijn hoofd. Het sluit perfect aan bij het “How can I help you, Cor” van Arno. Hij hoort mijn analyse met aandacht aan met zijn gezicht en lichaam zoekend naar een houding die het minst pijnlijk is om na een stilte van 5 seconden en 3 diepe uitademingen mede te delen dat hij nu echt geen tijd heeft om naar de bus te kijken. Ik had beter eerst kunnen bellen. Dit was het moment van de waarheid. Ging mijn strategie van ‘gewoon langsgaan en erbij blijven’ werken? Zelfs bij een overvolle agenda en een gebroken rib van Arno? Het zag er slecht uit voor mij en de bus. Arno stond inmiddels in een houding waar ik bij de aanblik ervan acuut pijn van in mijn rug kreeg. Ik voelde nu ook de tweede hand van Sint-Christoffel op mijn andere schouder. Mijn ‘volgende week wil ik met mijn zoon op pad’ deden zijn verkrampte houding loslaten waarbij zijn schouders tot voorbij zijn gebroken rib zakten om ze met naar boven geopende handpalmen en gespreide vingers automatisch weer omhoog te trekken. Een reflex van iemand die geen nee kan zeggen echter nu gepaard gaand met een hardgrondig “auwwwwww”.

Wordt vervolgd.

 

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: