Als we iets moeten verbeteren in het onderwijs is wel het feedbacksysteem. Elke week een hoorcollege voor een paar honderd m/v en dan na zes weken een meerkeuzetentamen is zo 1914. Nu ik zelf weer student bent ondervind ik aan den lijve wat het impact van snelle en goede feedback is. Met name als je het hele weekend aan een opdracht hebt gewerkt en daar helemaal geen feedback op komt. Dat je als docent niet altijd zelf feedback hoeft te geven weten ze bij DasArts.
Barbara Van Lindt, managing director DasArts erover:
Eén van de belangrijkste veranderingen die we hebben geïntroduceerd, is dat student die feedback krijgt, medeverantwoordelijk is voor waar hij feedback op ontvangt. Nog voordat de sessie begint, bepaalt hij waarop hij reacties wil ontvangen. Van Lindt: “We werken toe naar een cultuur waarin degene die presenteert, zijn vragen op tafel durft te leggen. In plaats van een schild te zetten voor zijn werk en zichzelf, nodigt de maker zijn collega’s uit een reactie te geven. Vooral wanneer je materiaal toont waar je nog mee aan het worstelen bent, kan de sessie informatief én productief zijn.”
“De maker heeft echt het gevoel iets gekregen te hebben om mee verder te bouwen aan het werk.”
Een van de meest in het oog springende elementen van de methode noemt Van Lindt dat de degene die presenteert, nauwelijks in gesprek gaat met degene die feedback geven. Er zijn enkele momenten waarop de maker zich wel kort engageert, maar de focus ligt op het ontvangen. “De makers krijgen het laatste woord en daarin laten ze vaak weten dankbaar te zijn. Ze rollen hun sheets op en nemen die mee naar huis. Ze hebben echt het gevoel iets gekregen te hebben om verder te bouwen aan hun werk. Er is geen overweldigende tsunami van allerlei oppervlakkige oordelen over hen heen gekomen” Een andere interessant element dat Van Lindt aanstipt is dat het verloop van de sessies vaak wordt bepaald door de factor tijd; sommige formats duren bijvoorbeeld maar vijf minuten. Ze omschrijft het als een beperking die activeert, want deelnemers worden gedwongen scherp te formuleren. “Soms denk je: ‘wow dat is interessant’, en dan moet je al afronden. Dat is natuurlijk frustrerend, maar ik verwijs dan naar de wandelgangen en de zeeën van tijd die je hebt na de feedback sessie om verder te gaan met de discussie.”
Niet oordelen en het lef hebben om vragen te stellen. De basis van nieuwsgierigheid. En of dat te leren is? Zeker. Gisteren interviewde ik Wies Bronkhorst en zij gaf me haar voorbeeld van mijn Waterbak; de Zandbak. De zandbak is een prachtige omgeving om nieuwsgierigheid te testen. Zet een paar volwassenen in een zandbak met een paar vormpjes en wat water. Degene die zich afvraagt hoe een kasteel eruit zou kunnen zien en ook het lef heeft om het te bouwen komt er wel. Degene die zich afvraagt wat ie in Godsnaam in de zandbak doet heeft nog een hoop af te leren.
One Response to “Zandbak. Dit is Design Thinking by Doing verhaal 588/1001”