Als je beter wilt worden of iets wilt verbeteren, heb je regels en feedback nodig. Ik was gemotiveerd om Alpe d’Huez te beklimmen en had met de exacte datum zelfs een heel concreet doel. Die dag die berg op. Toch had ik het niet zo goed gedaan als ik me niet aan een aantal regels had gehouden. Want mijn regels nu waren simpel. Vaak fietsen. Hard fietsen. Dat had verschillende nadelen. Steeds minder vrienden wilden met me fietsen en echt beter werd ik ook niet. Totdat ik het boek “Het 7 weeks programma van Lance Armstrong” in handen kreeg. Hierin stond een uitgewerkt schema voor 7 weken met precies wat je wanneer moest doen. Ik moest alleen wel een hartslagmeter aanschaffen. Ik kocht er een voor 25 euro en ging aan de slag. Allereerst moest ik mijn maximale hartslag gaan bepalen. De vuistregel is 220 min je leeftijd maar beter is om je lekker even warm te fietsen en dan keihard, voluit de van Brienenoordbrug op te fietsen. Au. No pain no gain. Je hoeft het maar een keer te doen. Maar je hebt het gewoon nodig om dat schema te maken en de regels te kennen. En toen het schema. Tot mijn grote verbazing hoefde ik niet meer elke dag veel en hard. Ik fietste meer rustig dan hard. Actief herstellen noemen ze dat. Ik keek ook niet meer op mijn snelheid. Ik hield me keurig aan mijn tijden en hartslagzones. Op deze manier had ik een uitstekend systeem ontworpen gemaakt op dat concrete doel en met een geweldig instant feedback systeem. Als je harder trapt gaat je hartslag omhoog. Althans bij normale mensen.
Ander bijkomend voordeel was dat ik ook steeds meer controle over mijn Kabouter kreeg. Als om 6.00 sochtends de wekker ging omdat ik een herstel ritje van 45 minuten moest doen van mijn schema, zei mijn Kabouter: “Cor, doe nou ff normaal. Het is nog donker. Blijf lekker liggen.” Maar op mijn andere schouder zat Lance Armstrong met het schema in zijn hand, een foto van Alpe d’Huez en een een eindtijd van 1 uur 10 erbij geschreven.
Mijn Kabouter keek Lance aan, draaide zich om en rolde zich in het warme dekbed.
Ja allemaal leuk en aardig maar wat heeft dit met Design Thinking (DT) te maken. Allereerst gaat het bij DT om mensen. Niet alleen waar je de opdracht voor doet maar ook het team waar je mee werkt. Maak dit team zo divers mogelijk. Diversiteit creeert nieuwe inzichten en verrassende verbindingen. Zorg er wel voor dat de mensen uit je team kennis op een deelgebied van de vraag hebben. Zomaar een clown van de straat plukken heeft geen meerwaarde. In het meest ideale geval doen ze vrijwillig mee. Een cocreatie proces met mensen die moeten in plaats van willen is een gemiste kans.
Houdt feedback op elkaar positief. Plussen. Bij Pixar komen de ontwerpers elke ochtend bij elkaar en bekijken en bekritiseren elkaar swerk van de dag ervoor. Met een voorwaarde. Dat ze met verbeterpunten komen. Plussen dus. Wat ik vaak vraag als ik iets bedacht heb is: “Wat is er niet goed aan?” Veel beter dan: “Wat vind je er van?” Bij de eerste vraag worden ze uitgedaagd om het beter te maken. Bij de tweede niet en zeggen ze vaak: “Ja leuk.” Einde verhaal door met de koffie.
Geef een reactie