sHITS

22 dec

sHITS_972.001

Sarah Thornton wordt op de cover van haar boek beschreven als ‘De Jane Goodall van de kunstwereld’. Ik begrijp daar werkelijk geen reet van. Ik twijfelde of ik het woord ‘reet’ wel moest gebruiken maar later zal duidelijk worden waarom ik toch ‘reet’ gebruik en niet ‘niets’.

Even skippend naar Wikipedia wordt me duidelijk waarom de vergelijking met Goodall wordt gemaakt:

Valerie Jane Morris-Goodall (Londen3 april 1934) is een Engelse antropologe en biologe, gespecialiseerd in ethologie en primatologie. Ze is het bekendst van haar veertigjarige studie van het sociale en familiale leven van de chimpansee. Ze is directrice van het Jane Goodall Institute in het Gombe Stream National Park in Tanzania[1].’

Deze wordt gemaakt vanwege het feit dat Goodall het leven van de chimpansee bestudeert. Thornton bestudeerde voor haar boek ‘Wat is een kunstenaar?’ het leven van de kunstenaar. Zo ken ik er nog wel een paar. Dan kunnen we elke vrouwelijke, sociologie gestudeerd hebbende en onderzoek doende schrijfster wel met Goodall vergelijken.

Voor alle duidelijkheid links is een hond:

janegoodall

En links is Thornton:

Sarah-Thornton--Jerry-Saltz

Voor haar nieuwste boek vloog ze duizenden kilometers en interviewde ze 130 kunstenaars waarvan ze er 33 koos en deze verdeelde in 3 ‘akten’; politiek, verwantschap en vakmanschap. Het levert een interessant beeld  van de hedendaagse kunstwereld waarbij Thornton de ateliers van de kunstenaars beschouwt als ‘een privetoneel voor het dagelijks oefenen van het geloof in henzelf.’

Ik ben halverwege beland in het boek en ga zometeen verder met Francesco Bonami. Bonami was een van de twee ‘belangrijke bondgenoten’ van Maurizio Cattelan, die je misschien kent van zijn werk in Boymans van Beuningen:

cattelan_boymans

Als  curator gaf Bonami de belangrijkste werken van Cattelan een titel. Konami is ‘een persoon die iedereen tijdens zijn leven wil ontmoeten’, zegt Cattelan.

Je hebt namelijk iemand nodig die tegen je zegt:

‘Je bent helemaal geen genie; dit is troep.’

Waarbij je het laatste woord ook zou kunnen vervangen door ‘shit’. Het woord waardoor ik ‘reet’ dus liet staan. Vind je het niet geniaal hoe ik dit met elkaar verbonden heb?

Van reet naar shit. Het brengt mij op de kleine kunstquiz van vandaag. Sinds Marcel Duchamp in 1917 zijn op zijn kop gezette urinoir tot kunstwerk uitriep kunnen we alles bestempelen als kunst. Dus laten we onze handen niet branden aan de vraag of onderstaande voorbeelden kunst zijn maar welke van onderstaande voorbeelden waar is.

a. In de 60-ger jaren werd een kunstenaar beroemd met 90 blikken met zijn eigen stront. De blikken wogen elk 30 gram en het was de bedoeling dat ze voor hetzelfde bedrag zouden worden verkocht als 18-karaats goud. De prijs fluctueerde, net als de goudprijs, en werd op de dag van aanschaf bepaald. Het schijnt een reactie te zijn op de uitspraak van de kunstenaar’s vader, die een inblikkerij had; ‘Your work is shit.’ Blikje nummer 54 werd afgelopen oktober verkocht voor £182,500.

b. Binnenkort wordt in het MOMA het werk ‘POOP-art’ getoond. Het zijn de illegaal verkregen en daarna vergulde drollen van drie levende Pop-art kunstenaars. De vergulde drollen zijn  ingeblikt in Campellsoup blikken en verpakt in kadopapier van Macy’s. Dat laatste als verwijzing naar het verhaal dat na de dood van Andy Warhol in warenhuis Macy’s verpakte pakketjes op de veiling, want met Andy Warhol echtheid’s certificaat, voor veel geld werden verkocht.

c. Picasso had zijn blauwe periode en er zijn kunstenaars die hun bruine periode hebben. Niet gemaakt van echte poep maar evenwel indrukwekkend was de huizenhoge hondendrol die in juli 2008 door een stevige wind (leuke woordgrap) werd opgetild, 200 meter door de lucht vloog, een elektriciteitsdraad brak en bij iemand in de tuin belandde. De gedupeerde belde de poepopruimingsdienst en de door de kunstenaar gemaakte foto van de poepscooter naast de enorme drol werd vervolgens voor € 16.000 verkocht aan een Parijse verzamelaar.

Goede inzendingen worden beloond met een origineel werk van Gary Blum. Blum maakt al 30 jaar kunst van ganzenstront. Gary woont in Rochester, Minnesota, beroemd als winterstop van 10 duizenden Canadese ganzen. Deze werkelijk vliegende poepfabrieken produceren bijna 1 kilo poep per dag en aangezien het een zachte winter was, heeft Blum me gevraagd hem uit de shit te helpen.

 

 

 

One Response to “sHITS”

  1. Hugo 23 december 2015 at 7:25 AM #

    Jouw verhaal is kut. Ben erg benieuwd hoe en met wat je je daar uitgaat schrijven, morgen.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: