De afgelopen jaren deed ik elk jaar iets geks met wielen. De afgelopen jaren waren dat er twee aan een carbon frame en werd ik vergezeld door Brauchhaussen (AKA Jacco Broekhuizen). Het bracht ons op de beroemde toppen in de Alpen en op de beruchte Mortirolo in Noord Italië. En zoals een bekend wielergezegde luidt “bedenk goed wat je met je laatste Mortirolo doet’ had ik misschien wat beter na moeten denken. Mijn knie en ik waren er na de Mortirolo (de doodsberg) helemaal klaar mee. Ik heb welgeteld geloof ik nog een keer op mijn carbon racer gezeten maar mijn knie kraakte en ik schudde Nee. Het is voor mij alles of niets dus werd het niets. Een en ander ook ingeven door het feit dat ik afgelopen september mijn master was begonnen en ik de tien uur trainingstijd beter in mijn hoofd kon stoppen dan ik mijn bovenbenen. Dit jaar dus niets extreems op wielen, dacht ik. Tot mijn zoon en ik in het Krugerpark belandden en hij vroeg wat we de dag erna zouden gaan doen. Ik vertelde hem dat we, zodra het hek in het restcamp Pretoriuskop om 6.00 uur open ging, we tot een uur of 12 in het Krugerpark zouden rond rijden en dan in een keer naar Jeffreysbay, 1700 kilometer verderop. Zo gezegd zo gedaan. Met twee tussenstops van een uur reed ik in 28 uur naar de kust. Mijn zoon zei op een gegeven moment in zijn slaap “het is net bivak”. En het was inderdaad doorbijten en ik weet niet of ik het gehaald had zonder de twee halve liter blikken Red Bull die ik naar binnen werkte. Na 16 uur non-stop over de Zuid Afrikaanse snel-en binnen wegen gereden te hebben en niet te vergeten de gravelpaden in de bergen van Swaziland werd het tijd voor mijn eerste halve liter Red Bull. Twee uur later zat ik half hallucinerend, de onverharde weg onder mij nog duidelijk voelend op de toiletbril bij een tankstation. Het werd duidelijk tijd voor mijn tweede halve liter. Terug in de auto vroeg mijn zoon waarom ik de ramen open zette midden in de nacht. Dat was om mijn vleugels naar buiten te steken zodat we het laatste stuk met zonsopgang naar de oceaan konden vliegen. Gisteren vroeg ik Noah of ie zich ons gesprek nog kon herinneren. Hij wist er niets meer van. Nu twijfel ik ook. En was ons appartement geen luchtkasteel?
Geef een reactie