Ik heb vandaag uitgeslapen. Vannacht sliep ik namelijk een seconde langer en als ik niet op schiet kom ik toch te laat.
Waar die seconde vandaan komt lees je hier.
Een van de inzichten die het vroeg in de morgen schrijven en het daarbij behorende om 6.00 uur opstaan, is dat het me het eigenlijk niet uitmaakt hoe vroeg ik uit bed moet, ik wil altijd blijven liggen. Zeker als ik gewekt wordt door een wekker. En zeker als ik die dag niet echt iets hoeft te doen. Dus oké, ik ben wel eens wat later maar schrijven doe ik altijd. Iets maken en in mijn geval iets schrijven is het beste begin van mijn dag. Ook als ik niet weet waar ik over ga schrijven. Zoals nu. Maar dat had je al begrepen.
Veel plezier de komende 86.400,002 seconden.
Tot morgen.
Mijn ochtend schrijven vandaag had last van precies hetzelfde. ‘Het gaat nergens over’ schreef ik letterlijk. En toen kwam het ‘kan ik mijzelf toestaan’. En ja, dat kon ik 2 pagina’s lang zelfs. Heerlijk even niks hoeven.