plak faktor

6 mrt

plakfaktor.012

In mijn rampjaar 2000 had ik weer een idee. Na het debacle van de vuurwerkbrilletjes dacht ik:

“Nu ga ik NIETS aan het toeval overlaten. Ik ga ALLES in eigen hand houden. Ik ga ALLES zelf doen.”

En bedacht de KoppieShop voor op Lowlands. In de KoppieShop (een tent van 5 x 5) stonden 8 gehuurde Japanse sticker automaten. Bezoekers van Lowlands konden voor het luttele bedrag van € 7 een zakje PULP kopen. PULP stond voor Personal Unique Lowlands Premium. In de bruin papieren zak met speciaal ZELF laten maken Lowlands stempel zaten de volgende items:

– zo’n blauw ziekenhuis haarmutsje. Handig voor als je gaat slapen in je smerige tent.

– 6 vrienden visitite kaartjes met uitnodigende teksten als: “Do you wanna meet my parents” en “Ik vind je leuk”. Handig als je contact wilt maken maar je niet (meer) uit je woorden kan komen omdat je straalverliefd of bezopen bent.  Mijn favoriete kaartje was: “Weet je waar mijn tent staat?”

– 3 Lowlands ansichtkaarten. Leuk voor thuis. Om te laten weten dat je nog leefde.

– 3 blanko sticker postzegels waar je je eigen koppie op kon plakken.

– 16 ministickers die je maakte met een van de 8 Japanse sticker automaten. Dat ministickertje met jouw koppie erop paste precies op de blanko postzegel. Zo kon je als het ware een eerste dag kaart maken met jezelf op een postzegel met de datum van Lowlands. Weg met de Koningin. Lang leve jezelf. Je kon de kaart naar jezelf sturen.  Hij lag dan op de mat als je thuis kwam. Als dat geen Persoonlijk Uniek Lowlands Premium is (PULP) weet ik het niet meer.

lowlands

Samen met Ruud Baan (hele goeie fotograaf btw)

– oh ja er zat ook nog een pen in het pakket. Handig om direct die ansichtkaart mee te schrijven. De  ansichtkaart kon je direct posten bij ons. Wij brachten elke dag de post naar het postkantoor.

Dit werd een klapper…..zei iedereen. We zouden helemaal binnenlopen. Dat moest ook wel want ik had alles voorgefinancierd.

De tent, het speciale drukwerk, de huur van de stickerautomaten, de stickers, de pennen, de ziekenhuismutsen, de zakjes, de catering en de studenten die er drie dagen rondliepen kregen ook gewoon betaald.

Maar het zou een doorslaand succes worden…..zei iedereen.

Met een ding had ik echter geen rekening gehouden. Onze plek. En dan met name de muziek die op die plek te horen was. We stond in een grote cirkel met allemaal andere tentjes die van alles en nog wat verkochten. En de muziek, als je het zo kan noemen, was van dik hout zaagt men planken. Nou meer dikke bomen die omgehakt worden door botte bijlen. (Trash) Metal noemen ze het geloof ik. En het trash liep daar. Langs onze tent. Langs ja. Mijn lieve promotie meisjes lukte het op een of andere manier niet om de houthakkers te overtuigen om hun koppie op een postzegel te plakken. Heel gek. Wat er ook zeker mee te maken had, was dat je mekaar ook gewoon niet kon verstaan. Hielp ook niet.

Enfin. Het werd weer geen klapper. Het weer trouwens wel. Het begon op een gegeven moment te onweren, regenen, te regenen en te regenen. De houthakkers verdwenen. De muziek bleef. Ik verkocht 265 PULP zakken. Achteraf heb ik uitgerekend dat ik net zo goed met 200 vrienden zelf naar Lowlands had kunnen gaan. Maar ja je probeert eens wat. Je gaat keihard op je bek maar had WEER wat geleerd.

Als je op een muziekfestival staat zoek dan uit wat voor muziek ze spelen (zeker als er verschillende podia zijn). Het is nogal bepalend voor je doelgroep.

Die doelgroep hebben we een jaar later veranderd. We stonden op de Megafestatie voor Libresse. Met het kleinste vriendinnen boekje ter wereld. Samen met je vriendin op de foto. Je kreeg dan allebei 5 stickers. Gratis. Vanaf het begin stonden ze in de rij. 9 dagen lang. 29.846 meiden gefotografeerd.

En nu had Libresse alles voorgefinancierd.

Heel fijn.

Soms moet je  niet alles zelf willen doen.

Geef een reactie

Ontdek meer van Design Thinking by Doing

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder