65 klussers

6 nov

vijenzestigklussers.001

In mijn poging tot een overzicht van mijn favoriete eindexamen projecten van de Design Academy te komen vroeg ik mezelf af waarom ik in mijn voorbereiding op mijn bezoek aan de Dutch Design Week begon met de categorie Social Design in het 500 pagina tellende jaaroverzicht. Kwam dat door de impact van het werk van Assemble en mijn ontmoeting met Fran Edgerley waar ik gisteren over schreef? Of moest ik verder terug?

Volgens Laura ben ik bezig met ‘retrospectieve sensemaking’;

  • Hoor ik wat ik zeg?
  • Lees ik wat ik schrijf?
  • Zie ik wat ik doe?

Achteraf betekenis geven. Ik probeer te begrijpen waarom Social Design mij zo raakt. Is het omdat ik zelf  graag socialer ben in mijn projecten?

Liggend op de sofa graaf ik nog een beetje verder en beland terug spoelend in mijn herinneringen in een presentatie van Jeroen Everaert. Jeroen is oprichter van Mothership. Mothership is kunstproducent en produceert, adviseert, begeleidt en bemiddelt bij kunstprojecten. Ze vervullen een brugfunctie tussen de ‘kunstwereld’ en ‘opdrachtgevers’, zoekend binnen mogelijkheden om voor beide groepen aantrekkelijke projecten te realiseren. En aantrekkelijk zijn ze, de projecten van Mothership. Altijd met als thema ‘Kunst naar de mensen toe brengen.’

Aan het begin van de presentatie vertelde Jeroen dat hij twijfelde of hij zijn voorgeschiedenis wel moest vertellen. Hoe het zo gekomen was. Ik ben blij dat hij het heeft gedaan. Het maakt het verhaal nog mooier en af. Jeroen doet waar ie in gelooft en dat is niet altijd zo geweest. Jeroen komt uit een gezin van Jehova’s getuigen. En ik weet niet welk beeld jullie van Jevohah’s Getuigen hebben maar dat van mij is dat van een mooi gepoetste schoen tussen de deur op zondag ochtend. Als jonge man ging Jeroen de deuren langs het woord van God te verkopen. Als de mensen niet naar God komen kwamen Jeroen en de zijnen wel naar jou. Een betere verkooptraining kan ik me niet voorstellen. Het zou zo maar kunnen dat Jeroen ook bij mij voor de deur heeft gestaan. We komen namelijk allebei uit Dordrecht. Afgelopen vrijdag was Jeroen niet naar mij gekomen maar ik naar hem en luisterde naar zijn bijzondere levenswandel. Jeroen vertelde dat hij eigenlijk de kunstacademie wilde doen maar dat zijn vader daar een stokje voor stak. Braaf als hij was volgde Jeroen zijn vaders advies en belandde na zijn opleiding in de ladder en trappen business. En dat ging hem uitstekend af. Hij kon praten als brugman en verkocht goed. Jeroen vertelde dat veel Jehovah’s Getuigen succesvolle verkopers waren geworden. Zo ook Jeroen en na de trappen en ladders zocht Jeroen het hogerop. Hij ging in de kranen. Grote kranen. Maar was hij onbewust niet bezig een stukje dichter bij God te komen. Via de voorstoep, de ladder en nu de mega grote kranen. Ik geloof het niet en Jeroen ook niet. Het was Jeroen nooit om het geld te doen en er kwam een moment dat hij besloot toch kunstenaar te worden. Directeur zijn kon hij wel, maar hij vond het niet leuk. Ondanks het commerciële succes wilde hij heel graag naar de academie. Al op de middelbare school was hij altijd aan het bouwen en knutselen. Heel bewust heeft hij op een gegeven moment toch voor de kunstacademie gekozen. In een gesprek met een goede vriendin over geluk in het leven viel voor hem het kwartje: “ik ga gewoon de avondopleiding doen, naast m’n baan.” Vier jaar later studeerde hij af als autonoom kunstenaar en op de dag van zijn diploma-uitreiking diende hij, heel theatraal, als een soort feestje, zijn ontslagbrief in. Hij verkocht zijn huis en auto en begon zijn kunstenaarschap. Zijn kunstenaarschap begon niet slecht. Hij verkocht hier en daar wat, had tentoonstellingen en kreeg aandacht. Met zijn ontwerp voor een digitale grafsteen scoorde hij veel publiciteit. Maar wat hem tegenviel van het kunstenaarsschap was de eenzaamheid van het vak. Hij zat ’s ochtends al vroeg in zijn atelier want hij had zijn oude werkritme van de bouw nog, maar had veel te weinig aanspraak. De motivatie om in je eentje aan de slag te gaan, vond hij het moeilijkste van het vak.

Inmiddels was Jeroen in contact gekomen met Boris van Berkum, en kreeg een tentoonstelling bij Showroom MAMA die van Berkum net had opgezet. Van Berkum vroeg hem of hij  voor hem wilde komen werken, maar Jeroen wees dat af. Hij wilde niet onder hem werken, maar wel met hem samenwerken. Hij kwam terecht in een wereld die hij helemaal niet kende: die van een culturele instelling met een bestuur dat eindverantwoordelijk was en met subsidies. Een enorme eye opener. Hij was tot op dat moment alleen de commerciële wereld van de bv’s gewend.

Maar toen ze problemen kregen met subsidies en van Berkum meer de museale tentoonstelling kant op wilde, besloten ze uit elkaar te gaan. Hij kocht van Berkum uit en ging in 2004 door met Mothership en maakte er een organisatie van die zonder subsidie, gewoon op commerciële basis, kunstprojecten kan realiseren in de publieke ruimte.

Op mijn vraag of ie nog een goede tip had voor ‘mijn’ HKU Kunst en Economie studenten;

“Wees een slet. Duik overal op en in. Sta open voor nieuwe dingen en ga nieuwe verbindingen aan. Wees nieuwsgierig. ”

Jeroen is geen Jehovah’s Getuigen meer maar hij had toch zijn voet tussen mijn deur gekregen.

(ongeveer de helft van deze tekst heb ik gejat, ingekort en aangepast van een interview op Puntkomma. Ik ben nu op weg naar de biechtstoel. Forgive me Father for I have sinned)

Maar misschien maakte de meeste indruk nog wel zijn ‘Reus van Vlaardingen’ uit 2001. Jeroen noemt de categorie van dit werk ‘participatie’. En de opdracht luidde:

“Bedenk een groot kunstwerk waarbij 65 klussers kunnen samenwerken met de Mo’s en Fatima’s uit de wijk. Deze opdracht werd door Mothership neergelegd bij Florentijn Hofman . Hofman’s eigen konijn vormde de inspiratiebron voor het kunstwerk, de Reus van Vlaardingen. Wijkbewoners werden uitgenodigd om mee te helpen de reus te bouwen van afvalhout. Net als het verbranden van beelden tijdens het festival ‘Burning Man’ wilde men het konijn na afloop van de presentatie feestelijk verbranden. Helaas stak de brandweer hier direct een stokje voor en tourde het konijn alsnog huppelend verder door Nederland.”

Florentijn_Hofman_-_Reus_van_Vlaardingen_-_03_-_EnterTheMothership.com

Hierboven staat 65 klussers. In mijn herinnering waren het 65 plussers. Misschien 65 klussende 65 plussers. Whatever. Het samenbrengen van twee doelgroepen die normaal gesproken niet snel met elkaar in contact zouden komen en ze iets laten bouwen, vind ik een prachtig voorbeeld van Social Design.

Florentijn_Hofman_-_Robodock

Zou een 10,5 meter hoog konijn het begin zijn geweest voor mijn fascinatie voor social design? Ik heb 24 uur om daar over na te denken.

 

3 Responses to “65 klussers”

Trackbacks/Pingbacks

  1. Gates Cares | Design Thinking by Doing - 7 november 2017

    […] in een gewenste situatie. De afgelopen dagen gaf ik voorbeelden van Fran Edgerley (ASSEMBLE) en Jeroen Everaert (MOTHERSHIP). Vandaag wil ik het hebben over Theaster Gates. Vorig jaar won Gates in Cardiff de Artes Mundi prijs […]

  2. Gaten vullen | Design Thinking by Doing - 8 november 2017

    […] in een gewenste situatie. De afgelopen dagen gaf ik voorbeelden van Fran Edgerley (ASSEMBLE) en Jeroen Everaert (MOTHERSHIP). en Theaster Gates. Vandaag wil ik het hebben over Gapfillers. Gapfillers is een organisatie […]

  3. Shit Story | Design Thinking by Doing - 14 november 2017

    […] in een gewenste situatie. De afgelopen dagen gaf ik voorbeelden van Fran Edgerley (ASSEMBLE),  Jeroen Everaert (MOTHERSHIP), Theaster Gates  en Gap Fillers. Vandaag wil ik het hebben over een voorbeeld dat ik las in het […]

Geef een reactie

%d