The (st)art of doing. Dit is Design Thinking by Doing verhaal 596/1001

25 nov

theartofdoing596.001

Het lijkt wel of de laatste tijd steeds meer mensen zich afvragen hoe ik het toch volhoud elke dag een verhaaltje schrijven in de vroege morgen. Zeker nu het zo druk is. Menig keer zette ik de wekker nog een uurtje eerder om toch maar mijn verhaaltje te kunnen schrijven en publiceren. In het eerste jaar van dit schrijfproject kon ik echt meegaan in die bewondering en hoop of ik wel zou halen, 365 dagen elke dag een verhaal te schrijven. Maar na bijna 600 verhalen is mijn eigen bewondering en hoop vervangen door, ja door wat eigenlijk. Als ik nu terugkijk op dit experiment is de ontwikkeling naar het wat het is geworden het meest interessant. In het begin was het met name een gevecht tegen Kabouter. Een van mijn grootste obstakels was mijn overtuiging dat ik niet kon schrijven. Nu vind ik mezelf nog steeds geen goede schrijver maar ik krijg in ieder geval iets op papier. Als ik mijn verhalen terug lees begrijp ik ze in ieder geval. Het op ‘papier’ krijgen. Het van hoofd naar handen daar zit de magie. Het teruglezen en denken van ‘plus een’. Het bouwen aan iets groters. Malcolm Gladwell noemt het de 10.000 uur regel. Als je ergens goed in wilt worden moet je er 10.000 uur in steken. Als je het zo bekijkt ben ik natuurlijk nog maar een groentje. Want 600 keer 2 uur per dag is nog maar een schamele 1.200 uur.

Laatst bedacht ik me op welke datum ik op de 1.001 verhalen zou zitten. Ik kwam er achter dat als ik het komende jaar 3 extra verhalen schrijf, ik precies 1 januari 2016 duizend en een verhalen heb geschreven. En dan? Geen idee. Het schrijven in de ochtend is inmiddels een waardevol begin van mijn dag geworden en daar blijf ik wel mee doorgaan. Maar wat wordt mijn verhaal in de kroeg. Het was eerst een jaar lang elke dag, toen 1.001 en dan? Misschien hoef ik me nergens meer op toe te leggen maar gewoon berusten in het feit dat ik het gewoon elke dag doe.  Het doel is niet het eind maar het begin. En als je eenmaal begint is er geen stoppen aan. Ik heb al een keer vanuit de zeeuwse polder 24 uur geblogd. Ik voel dat ik daar maar weer eens vervolg aan moet geven. Misschien in de vorm van een aantal interviews. Zoals laatst met Wies Bronkhorst. Dat was leuk en interessant.

Wie zou ik dan verder nog willen interviewen? En welke vragen zou ik ze willen stellen?

Volgens de visual thinking strategie stel je kinderen na het bekijken van kunst de vragen:

Wat gebeurt hier?

Waar zie je dat aan?

Wat zou je verder nog willen ontdekken?

Als ik die drie vragen zou vertalen naar vragen die ik zou willen stellen, zouden ze er ongeveer zo uitzien:

Ik zou mijn gast vragen om met hun ogen dicht in gedachte plaats te nemen in een raket en op drie kilometer eruit te springen met een static line parachute. Door ze boven de aarde te laten zweven haal ik ze uit hun context. Letterlijk even helemaal weg van de dagelijkse beslommeringen. Eenmaal dicht genoeg bij de aarde vliegen we richting hun eigen huis en zien we de persoon in bed liggen.  Ze kijken dus naar hun eigen leven. De wekker gaat en ik stel ik mijn eerste vraag:

Wat gebeurt hier?

Gevolgd door.

Wat voel, je daarbij?

Samen zweven we boven zijn of haar leven. Zoals het is. Als we hem of haar weer in bed zien kruipen en in slaap vallen, stel ik mijn laatste vraag.

“Na een dag mee gekeken te hebben zoals het is, ben ik benieuwd hoe je dag eruit ziet zoals jij zou willen dat ie was.

Hoe ziet jouw droomdag eruit?”

Keep dreaming?

Start Doing!

2 Responses to “The (st)art of doing. Dit is Design Thinking by Doing verhaal 596/1001”

  1. Jan Verheijen 25 november 2014 at 9:01 AM #

    Cor,
    het zou beperkend zijn om te veronderstellen dat je ochtendlijke overpeinzingen vooral bedoeld zijn voor mensen met veel vrije tijd -gepensioneerden zoals ik- maar ik ben er wel erg blij mee. Zo kwam ik vandaag op het idee om eens op te zoeken wie Malcolm Gladwell dan wel was of is en even later was ik aanbeland bij Silvan Tomkins. Zeer inspirerend. Mijn dag begint tegenwoordig ook vroeg, wat later dan die van jou dus, even voor achten. Ik zet me aan het ergens goed in worden -Italiaans- waarvoor ik dus 10.000 uur blijk nodig te hebben. De weg ernaartoe is echter veel interessanter dan het einddoel.

    • cornoltee 25 november 2014 at 10:15 AM #

      Ciao Jan, cosa buona che si sta andando a imparare una lingua . Ho anche iniziato con mia figlia per imparare l’italiano . 10 mila ore , ma non abbiamo incontrato . Successo. Saluto Cor

Geef een reactie

%d