Ik ben een echt alfa mannetje maar wilde dierenarts worden. Net als mijn beste vriend Hans. Hans was een kei in wiskunde, scheikunde en natuurkunde. Ik was een drama. Maar ik hield van dieren en van Hans dus koos ik het meest beta pakket wat je maar kunt bedenken.
In de tweede klas van het Atheneum had ik een 5 voor wiskunde en de rest zesjes. Aan alle kanten werd er getwijfeld of die beta kant niet de verkeerde kant voor me was. Ik was een hetero alfamannetje in een beta klas. Dat is natuurlijk vragen om problemen.
Problemen stapelde zich op en hulp kwam uit een onverwachtse hoek. In de vorm van Meneer Simons. In de derde klas kreeg ik een nieuwe wiskunde leraar. Een kleine, oudere man uit Brabant genaamd Meneer Simons. En Meneer Simons was een held. Ten eerste omdat ik aan het eind van het schooljaar een 8 had voor wiskunde maar met name omdat hij met humor een klas testosteron in bedwang hield met grappen en grollen. Als jij dacht grappig te zijn was hij net even grappiger. Hij had een een soort intelligente humor waar ik jaloers op was. Zo wilde ik ook zijn. Maar dat vertelde ik natuurlijk niet. Als 16 jarige grapjas van de klas zei je natuurlijk niet dat je net als Meneer Simons wilde zijn. Maar Meneer Simons was mijn superheld. Ik heb het hem nooit verteld maar stiekem wisten wij het denk ik wel van elkaar.
Het mooiste voorbeeld van hoe Meneer Simons omging met ongeoorloofde acties in de klas was de volgende.
Ik zat naast Hans in de middenrij en gooide een propje richting de vuilnisbak die naast de deur stond, zo’n 6 meter verder. Via de muur belandde het propje precies……………naast de prullenbak. Meneer Simons zag het maar ging ongestoord verder. Ik ben netjes opgevoed dus stapje op, pakte het propje en gooide het op een meter precies…………..naast de prullenbak. Nu had ik wel alle aandacht. Niet alleen van de klas maar ook van Meneer Simons. De zo quasi nonchalante actie transformeerde zich in een knap zielige vertoning die nog erger werd toen ik voor de derde keer het propje precies naast de prullenbak gooide. Mijn superheld kon het niet meer aanzien en schoot me te hulp. Meneer Simons pakte het propje en zei tegen me dat ik het helemaal verkeerd deed.
Hij droeg me op om drie meter van de prullenbak op de grond te gaan liggen met mijn hoofd richting de prullenbak. Alsof gehypnotiseerd lag ik 5 seconden later op de grond in het wiskunde lokaal. Meneer Simons gaf een voorstelling. Zijn publiek keek ademloos toe. Wat ging hier gebeuren.
Hij vroeg me of ik links of rechts was. Rechts zei ik. ‘Ok, dan moet je het propje met je linkerhand gooien. Met je linkerhand over je rechterschouder, zonder te kijken.’ IK twijfelde geen moment. Meneer Simons had alles onder controle. Het propje zweefde door de lucht, stuiterde op de rand van prullenbak. De klas hield de adem in. Daar lag ik dan met gesloten ogen midden in het wiskunde lokaal. Het propje viel precies…………in de prullenbak.
‘Zo doe je dat Cor.’ En hij stak zijn hand uit en trok me omhoog. Een luid applaus vulde de ruimte. Met een kleine buiging nam Meneer Simons het applaus in ontvangst en ging verder met de cosinus regel. Alsof er niets gebeurd was.
Een van mijn favoriete creatieve denktechnieken is “De Superheld”. Je vraagt je dan af hoe jouw favoriete superheld het zou oplossen. Ik heb er altijd twee. Batman en Meneer Simons. En geloof me, ze komen allebei altijd met hele originele ideeën.
Dankjewel Anna-Maria voor de inspiratie.
Cor..jij ook dank voor inspiratie. Voelde me erg kaal zonder pen en papier. Hoop dat ik genoeg awesom uitspraken van je heb onthouden. Manifesto check. Komt-er-aannnnn…
En dank voor link. Voelt raar om plots je internet ‘smoel’ zomaar tegen te komen.