Site pictogram Design Thinking by Doing

aan het eind van de tunnel

Zondagochtend nam mijn (fiets)vriend Jacco me mee op een verrassingstochtje. We zouden ‘lekker rustig aan doen’. Zo’n drie uur.

Zo gezegd. Zo niet gedaan.

Het werd 132 km, bijna 32 km gemiddeld waarvan de laatste 25 na een stop in Willemstad hel waren. We aten daar een uitsmijter en die was voor mij de uitsmijter. 25 kilometer afzien in het het wiel van Jacco. Voor de uitsmijter maakte ik deze foto.

Ik zag dat er licht aan het eind van de tunnel was. De tunnel was alleen zo verrot lang.

Na zo’n tochtje is het dan altijd goed om de dag erna een uurtje rustig uit te fietsen. Het was prachtig weer en voor het eerst dit jaar reed ik in korte broek en korte mouwen door de prachtige Biesbosch. Regel is dat ik mijn hartslag niet boven de 70 % van mijn maximale hartslag laat komen. Het ging eigenlijk best lekker. Dat herstelslaapje van 16 uur had me goed gedaan.

En toen gebeurde het.

Ik werd ingehaald. Door een andere racefietser. En die ging zo’n 4 kilometer per uur harder. Hij keek me aan zonder iets te zeggen.

Ik wilde me nog verontschuldigen door te roepen dat ik een herstelrondje aan het het doen was.

Ik keek op mijn Garmin die een mooie 65% aangaf. Keurig Cor.

Totdat ‘die gozer’ 200 meter voor me ging omkijken of ik in zijn wiel zat.

Mijn eerste reactie was toen: drachter aan. drop en drover. Maar ja dat mocht niet van mijn schema. Ik was aan het herstellen.

Toen ‘die gozer’ daarna nog een keer omkeek en nog een keer moest ik echt alle testosteron en mijn Kabouter negeren om hem niet met 50 kilometer per uur de vernieling in te rijden. (stoere taal he).

Mijn hormonen en Kabouter zeiden jaaaaaa.

Mijn schema en hartslag zeiden nee.

De tunnel van zondag was net iets te lang.

Mobiele versie afsluiten