Search results for 'waterbak'

Waterbakker.

8 feb

waterbakker.002.002

Als ventje in de eerste klas van de kleuterschool was ik verslaafd aan de waterbak. Ken je die nog? Zo’n grote bak met water waar je met allerlei obstakels, radartjes, dammetjes en sluisjes controle over het water probeert te krijgen. En das belangrijk als je op een eiland (Dordrecht) en in Nederland (onder NAP) woont. Ik vond de waterbak zo fascinerend dat ik een heel slim systeem had bedacht waardoor ik ongeveer 3 keer zoveel met de waterbak speelde als mijn minder frauduleuze mede kleuters.

Als een volwassene mij in die tijd vroeg: “Corretje, wat wil je later worden?”, antwoordde ik steevast, vol enthousiasme en met gepaste trots: “Waterbakker!” Het merendeel zei dan doodleuk: “Oh wat leuk.” Om het vervolgens weer snel over voetbal en auto’s te hebben met leeftijdsgenoten.

De waterbak was mijn lust en mijn leven en ik droomde van een succesvol leven als de beste en jongste waterbakker op aarde. (ik heb het altijd gek gevonden waarom onze planeet geen Water heette btw). Want voor een goede waterbakker is altijd werk. En ik zou, als ik van school af zou gaan meer ervaring hebben dan menig ander. Mijn politie, brandweer en piloot wordende vriendjes begrepen er ook weinig van. Gelukkig kon ik aardig voetballen.

En toen gebeurde het. Het was de zomer van 1973. Juf Jansen vertelde dat het laatste dag voor de grote vakantie was. “Jullie zijn 6 weken vrij.”

“Maar ik kan toch wel gewoon naar school komen om met de waterbak te spelen?” vroeg ik hoopvol.

Het antwoord deed mijn ogen branden en bijtend op mijn lip rende ik naar huis. Thuis kreeg mijn moeder het “grote vakantie concept”, wat natuurlijk ook hopeloos ouderwets was/is, ook niet uitgelegd aan deze kleine werkloze waterbaker. Maar ze had wel een idee. We gingen naar de HEMA en kochten daar een emmer met allerlei waterbak attributen. En ze beloofde me dat we heel vaak naar het strand zouden gaan. Nou is het strand best leuk maar nadat de zoveelste kleuter in mijn waterbak stond te pissen was ik klaar voor de tweede klas van de kleuterschool. Zouden ze daar een nog grotere waterbak hebben, dacht ik, toen ik in de rij stond om de nieuwe juf een handje te geven. In de deuropening keek ik langs de benen van de juf op zoek naar de waterbak. “Hallo Cor. Ik ben juffrouw Jannie. Heb je een leuke vakantie gehad?”

“Ja” antwoordde ik. “Maar waar is de waterbak?”

En wat de juf toen zei, is voor altijd in mijn geheugen gegrift en mijn ziel gekrast. Ze zei:

“Corretje, daar ben je nu toch wel een beetje te oud voor geworden”

Te oud? Ik was 6!

Vanaf dat moment is het downhill gegaan met mijn schoolprestaties. Ik heb er jaren over gedaan om er weer achter te komen wat ik leuk vond en waar ik goed in was.

Ik geloof dat spel de belangrijkste en meest krachtige, aangeboren vaardigheid is om je te ontwikkelen en dingen te veranderen. Ik geloof dat als we het onderwijs en business meer in zouden richten als een spel we niet alleen succesvoller maar ook gelukkiger zullen zijn.

Een aantal jaar geleden zag ik Jane Mcgonigal op een congres. Dezelfde dag nog kocht ik haar boek: Reality is Broken. Er is inmiddels ook een Nederlandse vertaling Beter dan Echt.

Je kunt ook hier een kijkje nemen: Veel Playzier.

College Power of Play

College Power of Play

Er is hoop

14 aug

Het werk van de Deense kunstenaar Jeppe Hein nodigt uit om te spelen en met andere mensen in contact te komen. 

Met een gezonde dosis humor wil hij mensen raken en verleiden om elkaars ervaringen te delen. Mijn ervaring met zijn werk ‘Three wishes for you (Love, Hope, Faith) 2021 wil ik graag met jullie delen. Getipt door onze kunstbuurbroeder Ap bekeken mijn vrouw en ik vorige week de tweede editie van de Biënnale Kunst in de Heilige Driehoek, samengesteld door Hendrik Driessen, voormalig directeur van De Pont in Tilburg, en Rebecca Nelemans, kunsthistorica, schrijver en tentoonstellingsmaker. In en te midden van drie kloosters word je adem benomen en een glimlach ontlokt door de omgeving en de werken. Op aanwijzen van Ap waren we achteraan begonnen om in alle rust 4 videowerken van Bill Viola te zien. Tijdens de koffie erna las ik in het programmaboekje welke werken er op de volgende locatie te zien waren. Ik las over Anish Kapoor en Jeppe Hein. Over die laatste:

‘Als een feestelijke verrassing hangen de ballonnen onder het plafond. Voor het grijpen – of toch net niet? Licht en vrolijk, glanzend en spiegelend roepen ze even het kind in ons wakker’

Na het serene, contemplatieve moment met twee werken van marmer van Kapoor in de gebedsruimte van de nonnen was het kind in mij wel toe aan het speelkwartier. Hoorde ik daar een bel?

De lucht betrok weer die wisselvallige dag en op de achtergrond begeleidde de  regendruppels op het grind ons richting de ruimte waar het werk van Hein hing.

Mijn vrouw liep voor me in de tussenruimte direct door naar de binnenplaats waar een werk was geïnstalleerd in de voormalige waterput. Ik stond nog even te hannesen met mijn mondkapje alvorens de tussenruimte te betreden. In de ruimte van ongeveer 3 bij 5 meter was links een trap omhoog en hingen rechts in de hoek de drie ballonnen tegen het plafond. Ik liep ernaartoe en bekeek ze van een afstandje en zag in hun spiegeling dat bij de ingang meer mensen de ruimte betraden. Het werk deed me denken aan de grote spiegelende ballonnen honden en bloemen van Jeff Koons die ik had gezien in het Gugenheim in Bilbao en Fondazione Prada in Milaan en ik vroeg me af of de ballonnen vast zaten aan het plafond. Uitgenodigd door de kunstenaar in de introtekst pakte ik een van de drie lintjes en bewoog het heeeeel zachtjes naar beneden.

Je kent misschien het televisiespel nog waar de deelnemer licht door de knieën gebogen een van de vallende stokken probeert te vangen en dan mist. Op het moment dat ik het lintje had aangeraakt leek het alsof ik in die televisieshow was beland. Het knoopje waar het lintje aan vast zat viel voor me op de grond en een lichte siddering ging door mijn lijf. Ik schrok me kapot. Om me een fractie van een seconde later te beseffen dat dit natuurlijk de bedoeling was van de kunstenaar; ‘Jeppe Hein nodigt uit om te spelen en met andere mensen in contact te komen……Licht en vrolijk, glanzend en spiegelend roepen ze even het kind in ons wakker’. Nou ik was KLAAR wakker. Klaar om te spelen. Ik was beland in een vrijwillige poging tot het overwinnen van overbodige obstakels. Ik bekeek het knoopje van de ballon en zag dat er een heeeeeel klein magneetje in zat, maar hoe kreeg ik dat weer aan die ene nog steeds aan het plafond hangende ballon?? Ik keek naar links en schatte in of ik staand op de trap bij de ballon kon. Een keiharde zoemer klonk in mijn hoofd als het teken van een foute oplossing. Mijn volgende idee was het lint met knoopje met een tegen de zwaartekracht in bewegende slingerbeweging van mijn rechterarm tegen het magneetje van de aan de plafond hangende ballon te gooien en het kunstwerk zo weer in originele staat te brengen zodat het klaar was voor een volgende deelnemer. Ik schatte mij kansen klein in, heel klein en op het moment dat ik de slingerbeweging wilde inzetten klonk er een streng en resoluut “Meeeeeeneeeeeeeeeerrr”.

Was het de stem van de hoofdnon die als een vangnet op mij neerdaalde en mij deed bevriezen als een betrapt jochie met zijn hand in de koekjestrommel? Was het de stem van mijn kleuterjuf die me ooit vertelde dat ik te oud was voor de waterbak? Nee, het was de stem van de suppoost die mij met vuurspugende ogen boven haar mondkapje aankeek en haar “Meeeeeeneeeeeeeeeerrr” nog eens herhaalde maar mij nu recht aankeek. Ze was een kop kleiner maar het leek toch echt alsof ze op me neer keek van grote hoogte. Gelukkig kon ze mijn van schrik opengevallen mond niet zien vanachter mijn mondkapje en het wegslikken van mijn angst niet horen. Ik was blij dat ik net naar de wc was geweest. ‘Jeppe Hein nodigt uit om te spelen en met andere mensen in contact te komen……Licht en vrolijk, glanzend en spiegelend roepen ze even het kind in ons wakker’.

Ahaaaaa dacht ik, voor de tweede maal wakker geschud door Jeppe Hein, dit is onderdeel van het werk. Zij hoort erbij. Ik trok mijn hand met koekje terug uit de koekjestrommel en nam een hap. “Is dit niet juist de bedoeling van de kunstenaar?” zei ik. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en zei “Dit is respectloos naar de kunstenaar. Ik zal uw naam moeten noteren.”

Me nu volledig overgevend aan het spel waarin ik was beland, pakte ik het papier en de pen uit haar handen en schreef mijn naam in grote leesbare letters op, inclusief 06 nummer. Ik overhandigde haar het papier en wachtte de volgende stap af. “Loopt u mee naar het kantoor dan bekijken we hoe we dit gaan afhandelen.” Mijn twijfel of dit nu wel echt bij het werk hoorde was nu volledig verdwenen en met een grote grijns liep ik als Randel P. McMurphy (Jack Nicholson)  achter nurse Ratched aan. One flew over the cucckoo’s nest. Ik riep op afstand naar mijn vrouw dat ik even mee moest en zo terug zou zijn. “Volgt u mij maar. U bent de vierde vandaag” zei ze.  Als een ondeugende puppy volgde ik op een halve meter. We liepen een 60 meter richting het poortgebouwtje aan de rand van het klooster. “Wacht maar even hier.” Ze zette me in de imaginaire hoek met een ezels muts op. Ik was benieuwd wie de drie andere waren geweest en wachtte in spanning af naar wat het volgende ‘level’ van dit spel ging brengen waarop er een lange man met een ladder uit het poortgebouwtje verscheen en op me af liep. Hij legde zijn hand even geruststellend op mijn schouder en zei “Je bent de vierde vandaag” om vervolgens met ladder in de ene hand en het ballon lint in de andere richting Love, Hope, Faith te wandelen.

“Komt u mee?” was geen vraag maar een bevel. Ik liep nu naast haar en zei “Geweldig hoe u in uw rol blijft.” Ze keek me nog steeds streng aan. “Echt heel goed!” vulde ik nog een keer echt gemeend aan. Zonder te reageren stiefelde ze richting de twee achtergebleven ballonnen. Daar aangekomen had de lange man zijn trap inmiddels naast het trapgat gepositioneerd. “Om nog meer ellende te voorkomen en meneer te behoeden voor een val in het gat met ladder en al, houd ik de trap maar even stevig vast.” Zei ik. Mijn onzichtbare glimlach en samengeknepen pretoogjes  zochten contact met de suppoost die me aankeek maar geen spier verrekte. Deze vrouw verdiende een Oscar. Mijn vrouw had zich inmiddels ook bij ons gevoegd. Zo kon zij ook meemaken hoe ik mijn uiterste best deed om deze performance met respect voor de kunstenaar en het klaarwakkere kind in mij in stand te houden.

Met in mijn ene hand het programmaboekje en de andere stevig om de ladder geklemd hoorde ik de suppoost luid en duidelijk gebiedend “Iedereen deze ruimte verlaten, het kunstwerk wordt hersteld” roepen. Iedereen werd streng naar buiten gekeken en de twee zware deuren vielen in het slot. De stilte echode in de ruimte. Het moment van de verrijzenis van het kunstwerk was aangebroken. Alleen de invallende zonnestraal ontbrak maar ik hoorde toch echt engelen zingen. Met een hand aan de ladder en in de andere het magneetknoopje met lint rees de lange man omhoog. Met een soepele beweging klikte hij het knoopje aan de ballon. Dit leek me een uitstekend moment voor de suppoost om me uit naam van de kunstenaar te bedanken voor mijn deelname. Toen dat niet kwam zei ik “U heeft vast en zeker een theaterachtergrond”. Waarop zei haar hoofd licht kantelde en zei “Nee hoor, maar bedankt voor alle complimentjes.” Ze opende de deur en liet ons vrij. 

“Zoooooo die was echt goed!” zei ik enthousiast tegen mijn vrouw die me vervolgens hoogst verbaasd aankeek en zei “Nee joh, die was bloedserieus die speelde helemaal geen rol.” Waarop ik haar probeerde uit te leggen dat de suppoost 100% zeker onderdeel was van het werk en dat ik een van de vier was geweest die de uitnodiging van Jeppe Hein ‘om te spelen en met andere mensen in contact te komen’ met duim en wijsvinger trekkend aan een ballon lint had aangenomen. “Als dat zo was geweest had ze je moeten belonen en niet als een klein kind moeten straffen.” 

“Nee ze volgde een script. Zeker weten.” 

“Echt niet.”

“Zeker wel.”

Al welles en nietesend liepen we tegen de looprichting naar de uitgang en werden we vriendelijk aangesproken door een dame met koffiekan en boodschappentrolley. Of we het allemaal konden vinden. Ik vertelde dat ik net onderdeel was geweest van het werk van Jeppe Hein en dat ik het zo geweldig goed vond hoe de suppoost in haar rol bleef en het script volgde. “Script volgde?” vroeg ze. De dame bleek de vrijwilligerscoördinator te zijn en zei “Nee hoor, er is geen script, we werken met zoveel vrijwilligers.” Vanuit mijn ooghoek trok mijn vrouw een heel blik ‘zie je wel’ open om de vrijwilligerscoördinator de cover van het programmaboekje te laten zien, waarop ze met een mix van verontwaardiging en verbazing zei “Ja, die is heel misleidend. Een fijne dag nog.”

De Aarde en de Grondwet

8 jan

overvieweffect

Het beste idee dat ik in 2019 tegenkwam is het idee dat advocaten wereldwijd uren kunnen doneren om de rechten van de natuur in Ecuador te verdedigen. Er is ook al een ‘zaak’ gewonnen. Zo won een rivier het van een wegenbouwer op basis van het recht van de rivier om te stromen. Voor het eerst in mijn leven had ik spijt dat ik geen rechten was gaan studeren. Zeker als ervaren, en ontslagen, waterbakker had ik kunnen shinen in de rechtszaal en het recht om te stromen kunnen demonstreren met mijn waterbak. Maar dat is een ander verhaal maar misschien wel een belangrijk kantelpunt geweest in mijn ‘carrière’. Het is daarna bergafwaarts gegaan met mijn creatief vermogen. En met de aarde is het al niet veel beter gegaan. 26 januari 2013 besloot ik wat te doen aan mijn creatief vermogen en schreef een jaar lang elke ochtend een stuk over design thinking. Mijn dagelijkse, vasthoudende en gedisciplineerde verwoording van mijn nieuwsgierigheid naar empathie, creativiteit en prototypes. Oftewel Human Centered Design. Het schrijfexperiment heeft me ontzettend veel gebracht. Maar in de zoektocht naar wat Design nu eigenlijk is en hoe je mensen kunt inspireren en helpen om complexe uitdagingen samen stapsgewijs aan te pakken, stuitte ik ook op het begrip Duurzaamheid. Voor mijn master schreef ik er een stuk over; ‘Kwispelend naar een duurzamere wereld.’

Naarmate ik meer leerde over en deed met duurzaamheid ging mijn eigen staartje steeds minder hard kwispelen. In zijn TED talk vertelt Sir Ken Robinson dat als alle insecten zouden verdwijnen het binnen no time heel slecht zou gaan met de aarde. Echter als alle mensen zouden verdwijnen de aarde binnen korte tijd zou floreren. ‘Leven  in deze ecologische waarheid is een aanslag op je gemoedstoestand’, las ik in Artonauten van Ruben Jacobs. Een aanrader. Hij neemt je mee op een reis in het Antropoceen; ‘het nieuwe geologische tijdvak waarin de mens zoveel impact heeft op de aardse biosfeer dat die invloed nu ‘rivaliseert’ met de grootste krachten van de natuur.’

Vandaag precies 378 jaar geleden overleed Galileo Galilei, de vader van de moderne astronomie. Galilei was tot de conclusie gekomen dat de zon in het midden van ons zonnestelsel staat. Eerder dacht men dat de aarde in het middelpunt van het gehele universum stond, en dat de zon, de planeten en alle sterren om de aarde heen draaiden.

Het is 2020. De aarde draait om de zon en op deze aarde draait het niet alleen om mensen.

‘We zijn allemaal astronauten op ruimteschip aarde’ schreef Buckminster Fuller.

En astronauten zorgen goed voor hun ruimteschip.

 

 

How to be an artist. Deel 9

15 dec

howtobeanartist9.001

Wies Bronkhorst stuurde me het artikel ‘Kunstenaar worden: schaam u nooit’ uit het NRC over een artikel van Jerry Saltz; How to be an artist. 33 lessen die je volgens Saltz van inspiratieloze amateur naar nieuwsgierige verbeelder van je originele kijk brengen. (of in ieder geval helpen een beetje creatiever te leven.) Bekijk het origineel  hier.

jerrysaltz_nrc

Ik las de lessen van Saltz en vertaalde ze in het Nederlands. Soms letterlijk. Soms liet ik stukken weg of vulde aan met eigen materiaal.

Enfin.

Les 1 tot en met 7 hier

Les 8, 9 en 10 hier.

Les 11 tot en met 16 hier.

Les 17, 18 en 19 hier.

Les 20 en 21 hier.

Les 22 hier.

Les 23 hier.

Les 24 hier.

 

Les 25. Afwijzing.

Omgaan met afwijzingen heeft twee kanten. Een goede kant en die andere. Toen ik de zoveelste schriftelijke afwijzing als beginnend reclameman(netje) las, dacht ik twee dingen; ik ga wat anders doen of ik het anders doen. Ik besloot de Gouden Gids te pakken (ja hier verraadt mijn leeftijd me) en naar de ‘R’ van Reclameburo’s te bladeren. Ik koos het vets gedrukte reclameburo; Design Plus en opende met de volgende zin:

“Mijn naam is Cor Noltee en ik zou graag bij jullie komen werken…..voor niks.”

De hoorn werd erop gegooid. Er bleef nog een vet gedrukt Reclameburo in Dordrecht over; Duits Reclame Marketing. Ik belde en een mannenstem nam op. Het bleek Joop Penning te zijn. Een keer raden wat Joop was bij Duits. Juist de financieel directeur. Heel erg op de Penning. Mijn openings werd dan ook heel anders ontvangen. Ik kon nog dezelfde middag langskomen en de maandag erop kon ik beginnen. Mijn geluk die dag was dat Joop de telefoon opnam omdat de telefoniste ziek was. Na drie maanden kreeg ik mijn eigen visitekaartjes. Het zwart op witte bewijs dat ik officieel ‘in de reclame’ zat. Solliciteren voor een betaalde baan was nu ook een stuk makkelijker. Ik kon zeggen dat ik bij Duits werkte en liet het zien door mijn visitekaartje bij te voegen.  Binnen een maand had ik een, betaalde, baan gevonden. Toen ik dat na 6 maanden bij de andere directeur meldde vroeg hij me waarom ik weg ging. Ik vertelde hem dat mijn spaargeld op was en dat ik bij dat andere reclameburo wel een salaris kreeg. “Hoezo, wel een salaris?” zei Jan Willem Beek, “Heb je hier geen salaris dan?”

“Nee.” was mijn korte antwoord.

JW en ik liepen vervolgens naar JP en vanaf die dag zat ik betaald in de reclame.

Een ‘nee’ leidt bij iedereen tot andere reacties. Een andere memorabele NEE die ik veelvuldig kreeg was toen ik als zelfstandig ondernemer bedrijven uitnodigde voor “een presentatie van een blue screen virtual reality systeem voor promotiedoeleinden en evenementen.”

Een half jaar ervoor werd ik gebeld door mijn vriend Peter Ludden. Peter was eigenaar van een reclamebureau in Amersfoort en had Footlocker als klant. Voor Footlocker was hij op zoek naar een mobiel systeem dat de openingen van nieuwe Footlockers in Europa op een unieke manier kon ondersteunen. Peter wist dat ik, als werkloze waterbakker, altijd op zoek was naar nieuwe laagdrempelige en leuke technieken om mensen op het verkeerde been te zetten met een glimlach. En op zijn vraag had ik dan ook direct een antwoord. Een aantal maanden ervoor had ik in Duitsland een kunstenaar ontmoet die daar op een beurs stond met een door hem ontwikkelde Mandala systeem “Vivid Reality”. Vincent John Vincent was een Canadese kunstenaar die samen met een techneut een spel had gemaakt waarbij je staand voor een bluescreen werd opgenomen door een camera en jouw live videobeeld in een spel projecteerde. Je lichaam was de muis en door te bewegen speelde je het spel. Het spel wat ik toen voor het het eerst speelde was Turbo Kourier. Heftig heen en weer springend moest ik obstakels ontwijken en groene Turbo Koerier pakketjes verzamelen. Het was ongelooflijk hoe goed het spel werkte. Mijn bewegingen werden zonder merkbare vertraging  omgezet in beweging op het beeldscherm. Toen ik de dag erna me afvroeg waar ik tocht die spierpijn in mijn bovenbenen van had, duurde het even voordat ik me realiseerde dat dat gekomen was door het bluescreen virtual reality spel van een Canadese kunstenaar dat ik de dag ervoor gespeeld had. Mijn idee voor Footlocker was dan ook simpel. We gingen het Vivid reality voorstellen aan Footlocker. Probleem echter was dat er geen distributeur in Nederland was, zelfs niet in Europa, dus moesten we het doen met een video. Enfin deze in combinatie met mijn verhaal over hoe ik aan die spierpijn was gekomen maakte ook Footlocker heel enthousiast en we besloten hals over kop naar Canada te gaan om te praten over een distributeursschap. In het vliegtuig bedacht ik samen met de dame naast me de naam voor mijn nieuwe onderneming “MOREALITY” een samenvoeging van MORE en REALITY en liet op het vliegveld van Toronto visitekaartjes drukken. Twee weken later was ik directeur van Moreality BV en had ik op mijn bruine ogen 50.000 gulden geleend zonder businessplan…….maar met Footlocker als eerste klant. Footlocker was namelijk, net als wij, wild enthousiast over het spel en ik zag me het komende jaar al met een busje door Europa toeren om de openingen van nieuwe Footlockers luister bij te zetten. Echter het liep een beetje anders. Na lastige vragen vanuit het hoofdkantoor in Texas van Footlocker over return on investment trok Footlocker de stekker uit het project. Ik was directeur van een BV zonder klanten, zonder businessplan maar wel met een heel gaaf spel…….oh ja en een privé schuld van 50.000 gulden.

Als een gek begon ik Jan en Alleman uit te nodigen voor “een presentatie van een blue screen virtual reality systeem voor promotiedoeleinden en evenementen.” Met weinig succes. Tot ik twee woorden toevoegde aan mijn openingszin. Ik nodigde Jan en alleman uit voor “een presentatie van een tweede generatieblue screen virtual reality systeem voor promotiedoeleinden en evenementen.” Ik hoorde  Jan en Alleman denken; “Tweede generatie? Ik heb de eerste helemaal gemist. Als ik nu ga ben ik gelijk helemaal bij.” Jan en Alleman kwam en in plaats dat ik Footlockers opende in Europa speelde ik zelf het spel uren per dag. Mijn bovenbenen zijn nog nooit zo gespierd geweest, maar veel belangrijker, ik boekte mijn eerste klus. De ABNAMRO, of liever gezegd Annette Poot, werd mijn eerste klant. Met veel succes werd het Vivid Realty spel ingezet bij het afscheid van de De Meer en de opening van De Arena. Het spel had namelijk meerdere software titels zoals Netminder, een spel waarbij jij als keeper de ballen uit je doel moest houden. Als toeschouwer zag je iemand dan wild met zijn armen zwaaiend staan voor een bluescrreen. En als je dan naar het beeldscherm keek zag je die persoon bewegen in het doel, de ballen proberen tegen te houden. Het was niet alleen heel leuk om te spelen, het was misschien nog wel leuker om naar de spelers te kijken. De video opnames die ik maakte kon ik natuurlijk weer goed gebruiken bij het binnenhalen van nieuwe Jan en Allemannen.

Binnen een half jaar had ik een druk bezette agenda en maakte ik kilometers in mijn Volkswagenbus……in Nederland. Ik was de roadie geworden van mijn eigen spel en had een klantenlijst waar de grootste merken op prijkten. En van het een kwam het ander.

Ooit vertelde me iemand dat de JA echt wel een keer komt. En dat als je 100 euro verdient met die JA je de NEE’s ook anders kunt framen. Stel dat je 99 keer een NEE krijgt, verdien je toch elke keer 1 euro.

Vier die NEE. Die JA komt wel.

How to be an artist. Deel 5

4 dec

howtobeanartist5.001

Angelina Reijkers bleek mijn blog al jaren te volgen en leek het een goed idee als ik aanstaande donderdag een Design Thinking workshop geef op NRC Live, waar zij marketeer is. Angelina was een (hele goede) student van mij op HKU Kunst en Economie waar ik sinds 2006 part-time werk. (daarover later meer). Dankjewel Angelina Reijkers!

nrclive_advertentie

Bekijk het NRC Live programma hier.

Maar terug naar het artikel van Jerry Saltz waar ik, via Wies Bronkhorst en wederom het NRC, terecht kwam; How to be an artist. Bekijk het origineel  hier. 33 lessen die je van inspiratieloze amateur naar nieuwsgierige verbeelder van je originele kijk brengen. (of in ieder geval helpen een beetje creatiever te leven.)

jerrysaltz_nrc

Ik las de lessen van Saltz en vertaalde ze in het Nederlands. Soms letterlijk. Soms liet ik stukken weg of vulde aan met eigen materiaal. Eigenlijk gebruikte ik zijn lessen als vragen aan mezelf. Dat is heel interessant schrijfexperiment en levert veel schrijfplezier en soms gewoon geknip en geplak op uit mijn eigen, oudere posts.

Enfin.

Les 1 tot en met 7 hier

Les 8, 9 en 10 hier.

Les 11 tot en met 16 hier.

Les 17, 18 en 19 hier.

Les 20. Accepteer dat je hoogstwaarschijnlijk arm zult zijn.

Ook al zien en horen we over astronomisch bedragen, glitter en glamour, rockster achtig gedrag en kunst dat meer waard wordt als het voor de helft wordt versneden, vergeet niet dat slechts 1 procent van 1 procent van 1 procent van alle kunstenaars rijk wordt van hun kunst. Je zult je misschien miskent voelen, ondergewaardeerd en niet gezien. Jammer dan. Stop medelijden met jezelf te hebben. Daarom was je niet begonnen.

Ik ben zelf ooit begonnen met schrijven om me weer te verbinden met mijn kunstenaar. Een verbinding die ik sinds de kleurschool kwijt was geraakt.

Als ventje in de eerste klas van de kleuterschool was ik verslaafd aan de waterbak. Ken je die nog? Zo’n grote bak met water waar je met allerlei obstakels, radartjes, dammetjes en sluisjes controle over het water probeert te krijgen. En das belangrijk als je op een eiland (Dordrecht) en in Nederland (onder NAP) woont. Ik vond de waterbak zo fascinerend dat ik een heel slim systeem had bedacht waardoor ik ongeveer 3 keer zoveel met de waterbak speelde als mijn minder frauduleuze mede kleuters.

Als een volwassene mij in die tijd vroeg: “Corretje, wat wil je later worden?”, antwoordde ik steevast, vol enthousiasme en met gepaste trots: “Waterbakker!” Het merendeel zei dan doodleuk: “Oh wat leuk.” Om het vervolgens weer snel over voetbal en auto’s te hebben met leeftijdsgenoten.

De waterbak was mijn lust en mijn leven en ik droomde van een succesvol leven als de beste en jongste waterbakker op aarde. (ik heb het altijd gek gevonden waarom onze planeet geen Water heette btw). Want voor een goede waterbakker is altijd werk. En ik zou, als ik van school af zou gaan meer ervaring hebben dan menig ander. Mijn politie, brandweer en piloot wordende vriendjes begrepen er ook weinig van. Gelukkig kon ik aardig voetballen.

En toen gebeurde het. Het was de zomer van 1973. Juf Jansen vertelde dat het laatste dag voor de grote vakantie was. “Jullie zijn 6 weken vrij.”

“Maar ik kan toch wel gewoon naar school komen om met de waterbak te spelen?” vroeg ik hoopvol.

Het antwoord deed mijn ogen branden en bijtend op mijn lip rende ik naar huis. Thuis kreeg mijn moeder het “grote vakantie concept”, wat natuurlijk ook hopeloos ouderwets was/is, ook niet uitgelegd aan deze kleine werkloze waterbaker. Maar ze had wel een idee. We gingen naar de HEMA en kochten daar een emmer met allerlei waterbak attributen. En ze beloofde me dat we heel vaak naar het strand zouden gaan. Nou is het strand best leuk maar nadat de zoveelste kleuter in mijn waterbak stond te pissen was ik klaar voor de tweede klas van de kleuterschool. Zouden ze daar een nog grotere waterbak hebben, dacht ik, toen ik in de rij stond om de nieuwe juf een handje te geven. In de deuropening keek ik langs de benen van de juf op zoek naar de waterbak. “Hallo Cor. Ik ben juffrouw Jannie. Heb je een leuke vakantie gehad?”

“Ja” antwoordde ik. “Maar waar is de waterbak?”

En wat de juf toen zei, is voor altijd in mijn geheugen gegrift en mijn ziel gekrast. Ze zei:

“Corretje, daar ben je nu toch wel een beetje te oud voor geworden”

Te oud? Ik was 6!

Vanaf dat moment is het downhill gegaan met mijn schoolprestaties. Op die dag verloor ik de verbinding met mijn Kunstenaar. Ik heb er jaren over gedaan om er weer achter te komen wat ik leuk vond en waar ik goed in was. De oefening ‘Het ochtendschrift’ uit het boek ‘The Artist Way’ van Julia Cameron herstelde die verbinding. Twee en half jaar lang schreef ik elke ochtend met de hand een A4tje mijn ongefilterde gedachten in mijn ongelinieerde schrift zonder de pen los te laten. Eenmaal klaar verbrandde (of verscheurde als ik in een hotel zat) mijn schrijfsels. Ook als ik het idee had dat ik net iets geniaals, briljants, unieks of wat mijn ego dan ook bedacht om het te bewaren. Heel bevrijdend. Daarna ben ik gaan bloggen en kon ik die opgebouwde discipline goed gebruiken.

 

Les 21. Definieer Succes.

Maar wees voorzichtig. Typische antwoorden zijn geld, geluk, vrijheid, “doen wat ik wil”.

Maar….als je een rijk iemand trouwt met veel geld, zou je dan tevreden zijn met al het geld. Subway verkoopt heel veel broodjes maar dat maakt ze nog niet goed.

Ok. Gelukkig zijn dan? Doe niet zo raar! Veel succesvolle mensen zijn ongelukkig en heel veel gelukkige mensen zijn niet succesvol. Ja in het gelukkig zijn.

Ik ben “succesvol” en onzeker, bang en blunder constant. Succes en geluk bevinden zich op andere plekken van het spectrum.

Wil je de echte definitie van succes? De beste is ’tijd’, de tijd om je werk te doen. Maar hoe maak je tijd als je geen geld hebt? Je werkt full time. Je komt tijd tekort. Je hebt spijt, bent gefrustreerd, jaloers. Sorry. Maar dat is wat het is. Over een paar jaar mag je met pensioen….als je dat hebt. Over een paar jaar heb je tijd. Tijd om je eigen werk te maken.

Maar stel je nu eens voor dat je vier dagen per week gaat werken. Dan zou je je al een stuk beter voelen. Helaas daalt de depressie weer op je neer op zondagavond wetende dat je morgen weer naar die baan zonder bestemming moet die zoveel van je kostbare tijd inneemt.

De kunstenaar in je pikt het niet meer en gaat een strijd op leven en dood aan met de loonslaaf en vindt een manier om nog maar 3 dagen per week te ‘werken’. Iets wat 80% van alle kunstenaars die Saltz kent doen. Ze werken in een museum, gallery, voor een kunstenaar, als docent (zoals ik), als een kunstcriticus (zoals Saltz ;-), bij een boekhandel (zoals Levi bij De Bengel), vertaler enz.

En dan is de depressie over. Je hebt meer tijd om je werk te maken. Succesvol te zijn.

En dan?

Aan het werk. Of stoppen met kunstenaar zijn.

 

 

Kikker slikken

17 aug

KIKKERSLIKKEN.001

Schrijven begon bij mij met een pen vastpakken en in een ongelinieerd A5 schriftje opschrijven wat ik dacht. Voordat ik begon met bloggen schreef ik 2,5 jaar elke ochtend in mijn Ochtendschrift en verbrandde of verscheurde (als ik bijvoorbeeld in een met brandmelders uitgerust hotel zat) mijn ochtendschrijfsels. Ik had deze oefening uit het boek van Julia Cameron, The Artist Way, en het leerde mij een paar belangrijke dingen:

  1. Het maakt niet uit hoe laat ik opsta, ik wil altijd blijven liggen. Dus kon ik net zo goed de wekker een uur eerder zetten;
  2. Met je hand in de vroege ochtend opschrijven wat je denkt voelt als het resetten van je harde schijf. Daarna douchen is het veel rustiger in je hoofd. Alle dingen waar je aan denkt in de vroege ochtend heb je namelijk al opgeschreven en weggedaan;
  3. Het is een geweldige Start oefening die me leerde dat elke actie begint met…………. actie. ‘Just Do It’ van Nike werkt niet voor mij. Als ik tegen mezelf, en al helemaal tegen een ander zeg, “ik ga het doen”, blokkeer ik. Ik doe het of doe het niet. Mark Twain zou het Ochtendschrijft waarschijnlijk anders zien; die zei dat als het eerste wat je iedere dag doet een levende kikker eten is, de rest alleen maar meevalt;
  4. Het verbranden van wat je hebt geschreven is een hardCOR training loslaten. Soms schrijf je namelijk dingen op die je heel graag wilt bewaren of delen. Dan toch de fik erin zetten is heeeeel bevrijdend……..en lastig;
  5. Het Ochtendschrift voelt als een kleine overwinning op je interne saboteur; de nee schuddende, met zijn middelvinger naar je wijzende Kabouter.

En die Kabouter was in de jaren bijna net zo groot geworden als mijn ego. Met als resultaat dat ik de Kunstenaar in mij en de weg volledig kwijt was.

Het schrijven in de ochtend zonder doel heeft me gek genoeg enorm geholpen juist die weg terug te vinden….naar mezelf. Want ik was die weg sinds de kleuterschool al kwijt.

Als ventje in de eerste klas van de kleuterschool was ik verslaafd aan de waterbak. Ken je die nog? Zo’n grote bak met water waar je met allerlei obstakels, radartjes, dammetjes en sluisjes controle over het water probeert te krijgen. En das belangrijk als je op een eiland (Dordrecht) en in Nederland (onder NAP) woont. Ik vond de waterbak zo fascinerend dat ik een heel slim systeem had bedacht waardoor ik ongeveer 3 keer zoveel met de waterbak speelde als mijn minder frauduleuze mede kleuters.

Als een volwassene mij in die tijd vroeg: “Corretje, wat wil je later worden?”, antwoordde ik steevast, vol enthousiasme en met gepaste trots: “Waterbakker!” Het merendeel zei dan doodleuk: “Oh wat leuk.” Om het vervolgens weer snel over voetbal en auto’s te hebben met leeftijdsgenoten.

De waterbak was mijn lust en mijn leven en ik droomde van een succesvol leven als de beste en jongste waterbakker op aarde. (ik heb het altijd gek gevonden waarom onze planeet geen Water heette btw). Want voor een goede waterbakker is altijd werk. En ik zou, als ik van school af zou gaan meer ervaring hebben dan menig ander. Mijn politie, brandweer en piloot wordende vriendjes begrepen er ook weinig van. Gelukkig kon ik aardig voetballen.

En toen gebeurde het. Het was de zomer van 1973. Juf Jansen vertelde dat het laatste dag voor de grote vakantie was. “Jullie zijn 6 weken vrij.”

“Maar ik kan toch wel gewoon naar school komen om met de waterbak te spelen?” vroeg ik hoopvol.

Het antwoord deed mijn ogen branden en bijtend op mijn lip rende ik naar huis. Thuis kreeg mijn moeder het “grote vakantie concept”, wat natuurlijk ook hopeloos ouderwets was/is, ook niet uitgelegd aan deze kleine werkloze waterbaker. Maar ze had wel een idee. We gingen naar de HEMA en kochten daar een emmer met allerlei waterbak attributen. En ze beloofde me dat we heel vaak naar het strand zouden gaan. Nou is het strand best leuk maar nadat de zoveelste kleuter in mijn waterbak stond te pissen was ik klaar voor de tweede klas van de kleuterschool. Zouden ze daar een nog grotere waterbak hebben, dacht ik, toen ik in de rij stond om de nieuwe juf een handje te geven. In de deuropening keek ik langs de benen van de juf op zoek naar de waterbak. “Hallo Cor. Ik ben juffrouw Jannie. Heb je een leuke vakantie gehad?”

“Ja” antwoordde ik. “Maar waar is de waterbak?”

En wat de juf toen zei, is voor altijd in mijn geheugen gegrift en mijn ziel gekrast. Ze zei:

“Corretje, daar ben je nu toch wel een beetje te oud voor geworden”

Te oud? Ik was 6!

Vanaf dat moment is het downhill gegaan met mijn schoolprestaties. Ik heb er jaren over gedaan om er weer achter te komen wat ik leuk vond en waar ik goed in was.

Ik geloof dat spel de belangrijkste en meest krachtige, aangeboren vaardigheid is om je te ontwikkelen en dingen te veranderen. En als ik er zo op terug kijk was het Ochtendschrift misschien wel het spel dat me weer op het pad richting mijn kunstenaarschap zette. En spel definieer ik (volgens Bernard Suits) als een vrijwillige poging tot het overwinnen van een overbodig obstakel.

Kikkers doorslikken als middel om dichter bij je Kunstenaarschap te komen.

Slik.

BKE RENE

3 jun

BKErene.001

Het is 6.08 en ik zit aan de eettafel met een dubbele espresso. Ik was al om 5.43 wakker net als gisteren (05.14) en donderdag (05.18) vroeg dus. Vandaag is het zaterdag. Een bijzondere zaterdag want vanavond ga ik met mijn goede vriend Daniel naar de opening van ‘s-werelds grootste Mondriaan tentoonstelling ooit. Misschien ben ik onbewust toch een beetje nerveus. De dresscode is namelijk ‘a touch of red, yellow, blue’.

Tijdens mijn Marie Kondo opruimactie heb ik met mijn rode Boss pak in mijn handen gestaan en gevoeld of ik blij werd van mijn rode Boss pak. Blij is niet het goede woord. De emoties gieren door mijn lijf als ik alleen al aan mijn rode Boss pak denk. Ik droeg het tijdens de begrafenis van mijn moeder die daar waarschijnlijk trots van had gezegd ‘die Cor he, wat een droge’. En ik droeg het tijdens mijn Pecha Kucha tijdens de master kunsteducatie waarbij ik, staand in mijn rode Boss pak met het hart in mijn keel 6 minuut 40 mijn mond hield met achter mij op het scherm een groot rood vlak waarvan de schaduw in 20 stappen van rechtsboven naar linksonder verschoof. (een Pecha Kucha is een presenattievorm waarbij je verhaal doet ondersteund door 20 plaatjes die elk 20 seconden blijven staan. Het enige wat ik gezegd had was dat “Cor Noltee helaas niet aanwezig kon zijn).

Maar ik dwaal af. Want ik denk toch niet dat dat de reden is waarom ik hier zo vroeg zit te typen op mijn vrije zaterdagochtend. De reden dat ik hier zit te typen is Rene van Kralingen. Rene is mijn docent in de BKE training die ik volg als docent aan de Hoge School voor de Kunsten in Utrecht. De BKE training is een cursusonderdeel van de didactische training die ik, moet, volgen. Moet, moet……ik heb natuurlijk een keus maar ondanks het feit dat ik een master in kunsteducatie heb en al 10 jaar uitstekende feedback van studenten, docenten en mijn directeur ontvang, heb ik geen didactische aantekening. Ik ben zo’n praktijk geval dat het onderwijs is ingerold. In 2006 vroeg een collega van het reclamebureau waar ik werkte of ik voor hem wilde invallen. Of ik een college wilde geven over ‘Inspiratie’. De avond voor het college ben ik toen met mijn camera voor mijn boekenkast gaan staan en trok er half de boeken uit waar ik ter plekke, weer, geïnspireerd door raakte. Ik fotografeerde de covers en zette deze in een Keynote en liet die zien met mijn verhaal wat mij zo inspireerde in die boeken. Die avond na het college stuurden drie studenten Gabrielle Kuiper een mail, of ik geen les kon komen geven op HKU. De ochtend erna belde Gabrielle Kuiper dus met die vraag: “Cor, zou je les willen geven op HKU?” Dat wilde ik wel. Je moet wat als werkloze waterbakker. Dat lesgeven bestond uit 6 colleges van 90 minuten aan tweede jaars HKU Kunst en Economie studenten. Ik deed dat op basis van het boek van Daniel Pink, “Een compleet nieuw brein”, dat ik toen aan het lezen was en sindsdien op de verplichte literatuurlijst staat van HKU. Dat kwam heel goed uit want in dat boek beschrijft Pink de 6 rechter hersenhelft vaardigheden die wij hier in het Westen moeten ontwikkelen om producten en diensten te ontwikkelen die mensen emotioneel raken;

1. Empathie, je kunnen inleven

2. Symfonie, combinaties kunnen maken

3. Verhaal, een verhaal kunnen maken

4. Design, niet alleen iets dat werkt maar ook iets moois kunnen maken

5. Humor, spel en plezier kunnen inzetten

6. Zingeving. Betekenis kunnen toevoegen.

Zo bracht Daniel Pink me via een TBWA\ collega, Gabrielle Kuiper en enkele geïnspireerde studenten op het podium van de grote zaal van HKU Kunst en Economie. Elf jaar later zit ik op zaterdagochtend uit te leggen over het hoe, wat, waarom, wanneer en wie van de BKE.

Maar ik dwaal af…..weer. Sorry Rene.

Ja. Ik schrijf deze post namelijk voor Rene van Kralingen. Want Rene is de hoofdreden dat ik hier zon enthousiast zit te schrijven. Rene gaf me gisteren namelijk feedback op het document dat ik ingeleverd had om mijn BKE te halen. De Basis Kwalificatie Examinering (BKE) leidt docenten op tot toetsexperts die het antwoord hebben op deze en andere complexe toetsvraagstukken;

“Is mijn voldoende wel echt een voldoende?”
“De toets is heel slecht gemaakt, hoe kan dat nou?”
“Hoe kun je de redenaties en argumentaties van studenten toetsen?”
“Mijn collega is veel soepeler in haar beoordeling dan ik. Hoe kunnen we op één lijn komen?”

Tijdens de BKE komen de volgende onderwerpen o.a. aan bod:

  • Toetskwaliteit: toetscyclus, kwaliteitsborging, indicatoren van kwaliteit
  • Toetsvormen: schriftelijk, praktisch, mondeling, eindwerkstuk, assessment
  • Alignment: toetsprogramma, toetsbeleid
  • Instrumentarium: rubric, normering, toetsmatrijs

En na afloop kun je:

  • De kwaliteit van de eigen toetspraktijk en gebruikte werkwijzen screenen
  • Een weloverwogen keuze maken voor geschikte toetsvormen
  • Een bij eindvereisten passend toets- en beoordelingsplan opstellen
  • Toetsen en andere beoordelingsinstrumenten ontwerpen en samenstellen
  • Methoden voor resultatenanalyse, cesuurbepaling en toetsevaluatie in de praktijk gebruiken

Docenten en medewerkers onderwijsontwikkeling bij HKU moeten een BKE halen. Dus ook ik. En bij het woordje ‘moeten’ gebeuren er rare dingen in het hoofd en lijf van Cor Noltee. En dat is precies wat Rene heel goed begreep toen hij me gisteren telefonisch aanhoorde en vragen bleef stellen. Zijn opmerking ” je moet het gewoon opschrijven zoals je het nu tegen mij vertelt”, was precies de juiste snaar. Of was het dat ik Rene gewoon een hele aardige vent vind en hem heel hoog heb staan. Laat ik weer niet teveel afdwalen. Het is zaterdagochtend 06.52 en Cor Noltee schrijft aan zijn BKE geïnspireerd door Rene.

College’s duren bij HKU meestal 90 minuten met soms een pauze na 45 minuten.

Even pauze dus.

07.05

Zo. Dubbele espresso. Daar gaan we weer.

De BKE bestaat uit een aantal bijeenkomsten waar je heel praktisch aan de slag gaat met de theorie. Je gebruikt een eigen onderwijs situatie waarbij je de opgedane kennis inzet om de toetsing ervan te verbeteren.  Ik gebruik daarvoor de module ‘UNDESIGN’. UNDESIGN is een 4 daags programma voor alle 280 eerstejaars HKU Kunst en Economie studenten die vorig jaar in juni voor het eerste plaatsvond. En hoe dat ontstaan is zal ik even toelichten. Nadat ik part time aan de slag was gegaan naar aanleiding van mijn inspiratie college werd ik gevraagd of ik wilde invallen voor het vak Creativiteit en Concept voor eerstejaars. Het vak bestond uit hoorcollege’s aanvullend op het boek Creativiteit Hoe?Zo! van Igor Byttebier. Elke week een college van 90 minuten. Vooral veel zenden en weinig interactie. Da’s ook best lastig met ruim 200 studenten in een zaal…..dacht ik toen. Maar wat ik veel storender vond was dat het ritme van 6 weken elke week 90 minuten college waarbij het gevraagde ‘huiswerk’ (hoofdstukken lezen en opdrachten doen) lang niet door iedere student werd gedaan. Lang niet betekent eigenlijk bijna helemaal niet. Mijn conclusie toen was dat je het vak Creativiteit toch echt moest Doen en dat die week ertussen je uit de Flow van het Doen haalde. Toen ik een jaar later weer voor het vak werd gevraagd, heb ik vriendelijk bedankt waarop Gabrielle Kuiper me vroeg “maar hoe zou jij het doen dan?”.  Tien jaar van proberen, ontwikkelen, falen en veel energie, vooral met HKU collega Danielle Cuppens hebben geleid tot een van de 5 competentiegebieden Art and Creation (A&C) . Deze competentiegebieden stellen de afgestudeerde KE-professional in staat om sociale, economische of culturele (meer)waarde te leveren zowel binnen als (bijvoorbeeld in crossover situaties) buiten de bestaande culturele waardeketen. De competentiegebieden zijn onderverdeeld in een hoofdfase (jaar 1, 2) en de specialisatiefase (jaar 3, 4). UNDESIGN, aan het eind van jaar 1, is onderdeel van de hoofdfase van Kunst en Economie.

Zijn jullie er nog?

HKU, Kunst en Economie, Jaar 1, 5 competentie gebieden, Art and Creation:

Schermafbeelding 2017-06-03 om 07.45.30.png

Het  deel “De student is in staat om strategische samenwerkingsverbanden, waar ontwerpers en makers onderdeel van uitmaken, ten gunste van de optimaliering van creatieve en zakelijke processen (waardecreatie en/of co-creatie) te ontwerpen en te realiseren.” leren de studenten niet tijdens UNDESIGN. Echter de case waarmee de studenten aan de slag gaan bij UNDESIGN is wel een prachtig voorbeeld van een strategisch samenwerkingsverband. Dit jaar gaan de studenten weer aan de slag met de  Refugee Challenge van What Design Can Do die vorig werd geïntroduceerd;

Vluchtelingen die asiel zoeken in een gastland zijn beperkt in hun mogelijkheden. Zij hebben geen toegang tot werk, weinig of geen geld en beperkt in hun bewegingsvrijheid. Families zijn uit elkaar gerukt en asielzoekers leven onder moeilijke omstandigheden met geringe mogelijkheden tot het creëren van een persoonlijke levenssfeer. Zelfs als, na maanden of jaren wachten, asiel wordt toegekend, moet de echte integratie nog op gang komen. Je ‘mens’ voelen is uitermate moeilijk onder deze omstandigheden.

Deze fundamentele uitdaging is onderdeel van de wereldwijde What Design Can Do Refugee Challenge, een gedeelde ontwerpwedstrijd door design platform What Design Can Do, UNHCR en de IKEA Foundation.

Ik was op de Challenge gestuit via een goede relatie van mij; Marie de Vos die toentertijd als design researcher werkte bij STNDBY in Amsterdam. Marie heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de What Design Can Do Refugee Challenge en met name in het verzamelen van inzichten en in het kaart brengen van de behoeften van de verschillende stakeholders in het vluchtelingen vraagstuk. En dat was precies het onderdeel wat in voorgaande jaren te veel tijd kostte voor de leerlingen om zelf te doen en ook een vaardigheid betrof die ze nog niet geleerd hadden. Toen Marie me uitlegde dat de What Design Can Do Refugee Challenge bestond uit de resultaten van hun onderzoek verwoord en verbeeld in 5 briefs vroeg ik of de challenge mocht gebruiken als basis voor mijn UNDESIGN seminar en Marie jurylid wilde zijn en de stoplotion filmpjes van de 40 groepen studenten aan het einde van de week wilde beoordelen. Dat wilde ze en het leek me verder een goed idee als ik het voorhanden materiaal eerst zelfde testte. Dat deed ik met een tweetal groepen Master Crossover Creativity studenten in de rol van facilitator en vervolgens als deelnemer in een sessie in Amsterdam waarbij Marie de facilitator was. Zo had ik het programma van twee kanten kunnen ervaren en evalueren. Mijn conclusie was dat de What Design Can Do Refugee Challenge uitstekend materiaal was en om te bouwen naar een 4 -daags programma voor alle 280 eerstejaars HKU Kunst en Economie studenten waarbij deze aan het eind van UNDESIGN

“In staat is om met gebruikmaking van creatieve tools te komen tot een dienst, product, concept of bedrijf dat sociale, economische of culturele (meer)waarde genereert en zet daarbij zijn gedegen kennis en ervaring met branding en storytelling in.”

Het is nu 8.26

Tijd voor een pauze.

Het is 09.10 Een banaan, sinaasappel, citroen, sla, spinazie en kiwi shake en een goede evaluatie met mijn vrouw over gisteravond en daar gaan we weer.

Met de What Design Can Do Refugee Challenge had ik prachtig, zelf geteste “creatieve tools om te komen tot een dienst, product, concept of bedrijf dat sociale, economische of culturele (meer)waarde genereert.”

Marie tipte me nog op een mooie film “Welcome”;

Kurdish teen Bilal (Firat Ayverdi) has traveled all the way to the north of France in the hope of reuniting with his girlfriend in England. To get around a legal technicality, he decides to swim across the English Channel — even though he’s unable to swim. Simon Calmat (Vincent Lindon), the local swimming instructor who is struggling with his own impending divorce, agrees to train Bilal for his grueling journey. The two soon form a strong bond that helps them in unexpected ways.

Ik had haar namelijk verteld dat ik in de aanloop en op de eerste dag van het 4 daagse UNDESIGN programma de studenten echt wilde onderdompelen in de context en emotie van het vluchtelingen vraagstuk. Een week van te voren stuurde ik de studenten (en 6 HKU begeleiders) deze mail:

“Dag Toekomstige Vluchteling,

Volgende week gaan we aan de slag met de What Design Can Do Refugee Challenge. Hiervoor hebben jullie van Ineke van den Berg al het programma ontvangen.
Voor een goed verloop van de week is het belangrijk dat jullie een aantal zaken voorbereiden. Het programma is zo ontworpen dat het NOODZAKELIJK is dat je deze voorbereiding doet. Goed doet. Met aandacht. Mede omdat je in teams werkt en je zonder goede voorbereiding je op voorhand je team op achterstand zet.
Hoe ziet die voorbereiding eruit?
1. Hier vind je meer informatie aan over het project.
Kijk niet naar de data. Die gelden niet voor ons.
Lees het document.
2. Hier staan de 5 Briefs:
Maak een keuze uit een van de 5 Briefs en lees vervolgens deze Brief GRONDIG door. Print deze uit en neem hem mee dinsdag mee. Deel van de kennismaking van je team is delen welke brief je hebt gekozen en waarom. Uiteindelijk kies je als team 1 brief waar je mee gaat werken. Dus nogmaals. Het is belangrijk dat je weet welke Briefs er zijn en, dat je er een gekozen hebt…….en heel goed hebt gelezen. Het geeft je namelijk de noodzakelijke basis en verdieping in de opdracht en maakt het vervolg een intensere leer-en team ervaring.
3. Je vluchtelingen plastic tas.
Dinsdag neem je een plastic tas mee waarin de spullen zitten die je mee zou nemen als je NU zou moeten vluchten. Ja NU. Niet morgen of straks. Nu. Je staat in je huis en moet bepalen wat je meeneemt. Je hoort een Tank de straat in denderen. Je hebt 2 minuten. Wat neem je mee? Je teddybeer? Je oude kroel? Het horloge van je opa dat ie op zijn sterfbed aan je gaf? WAT NEEM JE MEE.
De inspiratie voor dit idee komt van:
Deze voorbereiding is veel werk. Dit doe je niet in een uurtje. Het kost je zeker een halve dag. Die hebben we in het rooster ook ingepland….op maandag. Het fijne wel is dat je het ook de komende dagen kunt doen wanneer JIJ wil, waar je wil. Op het strand, in de trein, op bed, de hangmat, de sauna.
Geniet nog maar even van je vrijheid. Dinsdag is het voorbij 🙂 Dan krijg je vluchtelingen paspoort en staan de What Design Can Do Coaches je op te wachten bij de ingang van het vluchtelingenkamp…..to help YOU to make a DIFFERENCE.
We kijken ENORM uit naar volgende week. Een geweldige kans om onze Kunst en Economie in te zetten om een waardevol verschil te maken.”
De oproep aan de studenten voor het vullen van hun vluchtelingen plastic tas inspireerde de coaches tot schrijven van verhalen en foto’s van hun tassen:

Via radio 1 en twitter heb ik het gezien, maar kan het niet geloven: Utrecht is al bezet. De tanks trekken naar het zuiden en zijn dichtbij. In de verte kan ik ze al horen, het is onheilspellend. Ik weet dat we straks het getril in de straten zullen voelen.

Ik roep de kinderen om nu meteen hun stevigste schoenen aan te doen, en om een trui en regenjas aan te doen. Ze moeten het rugzakje pakken dat ik vorige week al heb klaar gezet. Dat deed ik toen in feite om het lot te bezweren, maar nu is er geen ontkomen meer aan. Hun tandenborstels had ik erin gestopt, verder nog niets. En een aantal strippen medicijnen voor onze middelste  dochter, anders redt ze het alsnog niet. Pak ieder een waterflesje mee en vul het, snel!
En ik? Mijn goeie schoenen, het zakmes, de oude zwarte wollen legertrui van mijn vader waar nog wat van zijn grijswitte haartjes uit de wol steken, mijn regenjack, een foto van ons gezin van vlak na Tiba’s transplantatie – toen leefden we dóór na die enorme beproeving, met zijn vijven, dus nu lukt het ons vast ook. Die foto zal me herinneren aan bovenmenselijke kracht en wat wij samen kunnen.
Twee boekjes die door mijn voorouders zijn geschreven, omdat ik die altijd om me heen voel, en omdat de Romantiek uit hun verhalen nodig zal zijn om mij er doorheen te slepen in barre tijden.
Zelf moet ik ook schrijven, dus een schrift met pen.
Een usb stick met foto’s van betere tijden.
Mijn paspoort.
Twee plastic tasjes, waarvoor eigenlijk?
Een waterfles. Ik kan hem niet meer vullen. We moeten opschieten.
plastictas
Vervolgens ontvingen de 6 coaches 1.Workshop Manual LowRes waarin het proces en alle materialen in stonden. De studenten ontvingen deze via mail aan het eind van de eerste dag om ze niet teveel info aan het begin van de module te geven.
Het programma voor de week zag er als volgt uit:
Schermafbeelding 2017-06-03 om 09.50.47
Met dank aan rots in de rooster branding Ineke van den Berg.
Korom de eerste dag (dinsdag)  onderdompeling en kennismaking met elkaar en de coaches. En woensdag en donderdag in de ochtend uitlegcollege waarin stap voor stap het door de studenten reeds ontvangen workshopmanual werd toegelicht en uitgelegd. Vervolgens gingen studenten zelf aan de slag en kwamen de coaches op vooraf gecommuniceerde tijden bij de groepen langs om ze begeleiden (niet beoordelen)
Schema voor woensdag en donderdag:Schermafbeelding 2017-06-03 om 09.56.13
Het is 10.00
Ik voel een pauze aankomen.
Pauze.

ofCOR’s

23 sep

ofcors-001

What is a dilemma? The first song that pops up in my mind is this:

A dilemma is a brain fight between two (or more) equally interesting or bad options.

Louis CK calls it a competition in your brain between ‘Ofcourse’ and ‘Maybe’:

I’m glad I’m not Louis’ nephew and take another bite of my oats with nuts.

This afternoon me and my fellow master in art education students will receive their master degree. After I was fired as Waterbakker in kindergarten I tried some universities but dropped out twice in the first year. Kabouter was in charge for years and years keeping me of track and out of Flow. Thanks to the trust of Gabrielle Kuiper and Thera Jonker I found my way in (art) education. Trying to balance my growing Knowledge (what I know X what I want X what I did X what I can) with new Challenges. It brought me to the Guggenheim, Venice, Milan and got me jobs at the Politecnico Master Strategic Design  and the Dordrechts Museum as museum educator. And don’t forget my intense friendship with Piet Mondriaan and my new friends at Het Landje in Rotterdam

So from today I will not turn my head I you call me ‘Cor’.

From today it’s Master of Arts Bernardus Cornelis Albertus Maria Noltee.

Also for you Sikko.

ofCOR’s…..

but maybe

 

Dagelijkse verbeelding van mijn nieuwsgierigheid?

7 sep

Van donderdag 2 september 17.54 tot en met gisteren 6 september 12.52 was ik in Ostuni, zuid oost Italië. Ik schreef wel elke dag maar had geen, of hele slechte verbinding dus kon niet publiceren. Nu ben ik weer terug in Nederland en vertrek zo op mijn Italiaanse Ducati op de prachtig geasfalteerde snelweg naar Hilversum waar bijna 300 eerstejaars kunst en economie studenten hun eerste week beleven; Avatar. Daarover waarschijnlijk deze week meer maar eerst afgelopen week.

Donderdag 2 september.

Van de week zat ik in Parijs nu zit ik in Ostuni in Italië. Gisteren al. Maar de reis had veel langer geduurd als ik mijn aannames had gevolgd. Dan was ik automatisch aangesloten in de lange rij van mensen bij de incheckbalie. Dat deed ik natuurlijk niet omdat ik al ingecheckt was en slechts handbagage bij me had. Maar waar ik naar de gate kon was me niet direct duidelijk dus vroeg ik het de Transavia dame die verderop bij de lange rij stond. Ik zei haar dat ik al ingecheckt was en slechts handbagage bij me had en vroeg haar waar ik naar de gate kon, waarop ze mijn koffer van een tag voorzag en het lint naast de wachtrij opzij deed en mij doorliet. Ik zag een aantal mensen met nog kleinere koffers dan ik, die midden in de lange rij stonden, en vroeg me af waarom zij daar stonden. Waren ze nog niet ingecheckt, online of bij een van de machines op Schiphol. Waren ze automatisch aangesloten bij de rij, ook mijn eerste reactie. Of durfden ze het niemand te vragen omdat ze….ja vul maar in.

Het vervolg verliep allemaal erg soepel. Goede vlucht gehad naar Bari van waaruit ik met de trein naar Ostuni zou reizen. Het vliegveld uitlopend liep ik op de aanwijzingen op de borden zo het station in om beneden opgewacht te worden door een dame die me begeleidde naar een treinticketmachine, nadat ik haar in het engels had verteld dat ik naar Ostuni wilde. Ze vertelde me dat ik dan eerst naar Bari Centrale moest, ze tikte e.e.a. in op de treinticketmachine en vertelde me de prijs waarop ik haar cash betaalde en zij het eurobiljet in de machine schoof. Ze gaf me mijn ticket om daar aan toe te voegen dat ik voor de reis van Bari Centrale naar Ustuni een ander ticket nodig had omdat dat een andere maatschappij was. De treinticketmachine die dat moest verzorgen deed het echter niet dus adviseerde ze me op Bari Centrale mijn ticket naar Ostuni te kopen. De trein in Bari Centrale uit naar links zei ze. Bari Centrale was het eindstation dus telde ik onderweg niet het aantal stations en raakte niet in paniek als ik niet had gezien bij welk station we gestopt waren. Bari Centrale was uiteindelijk het grote (aanname) eind station. Toen de trein na ongeveer de verwachte reistijd stopte keek ik naar buiten of ik een bord Bari Centrale zag. Er was niets te zien een aantal mensen stapten uit maar een dame met rugzak bleef ook zitten. Mijn aanname was toen dat we nog niet bij het eindstation waren want waarom zou ze dan blijven zitten. Ik keek nogmaals naar buiten op zoek naar een bord en zag dat wij inmiddels de enige in de trein waren. Toen bedacht ik me dat wat als zij nu hetzelfde denkt als ik? Dat we er nog niet zijn? Ik had het haar kunnen vragen maar omdat zij zoveel bagage bij zich had dacht ik dat zij net als ik toerist (aanname) was…..en het ook niet wist. Toen ik in de andere coupe een, wat leek op een machinist (de zoveelste aanname) binnen zag komen, werd deze aanname bevestigd toen hij met een sleutel de bestuurderscoupe opende. Ik liep op hem af liep en vroeg of dit Bari Centrale was. Dat was het dus. Ik liep terug en zag de dame met de bagage nog steeds, eigenlijk heel relaxed (aanname) zitten. Het perron aflopend zag ik dat we waren aangekomen op een zogenaamd kopstation. De trein kon niet verder en ging op zoek naar de aansluitende trein. Op welk perron zou dat zijn…..op dit station. Dat bleek een verkeerde aanname. De trein naar Ostuni vertrok namelijk niet op dit station maar op een ander. Ik moest het station uit en zag rechts, niet links zoals de dame op het vliegveld had gezegd, een ander station waar ik met de machine een kaartje kocht naar Ostuni.

Ik hoop dat mijn HKU collega Karen wat heeft aan mijn ‘customer journey’. Ik was namelijk vergeten om foto’s te maken van de belangrijke touchpoints zoals ik vorig jaar voor mijn vrouw had gedaan die toen later dan ik in Milaan aankwam. Ik hoop dat Karen er iets aan heeft als ze met de trein van Bari naar Ostuni reist. Maar dat ze, net als ik op Bari vliegt, is een aanname. En als dat zo is, ze met de trein reist ook.

Ik geef maandagavond om zes uur een openbare lecture in Ostuni. Ik ga er van uit dat er een beamer met geluid is. Denk dat ik die aanname voor de zekerheid maar even controleer. Mijn apple verlengkabeltje heb ik voor de zekerheid meegenomen. Ga er namelijk vanuit dat ze die niet hebben…maar dat is een aanname.

 

3 september 2016

Ik schreef al vele malen over nieuwsgierigheid en laatst over de relatie met creativiteit.

En laat ik creativiteit nu eens definiëren als het lef om je gebrek aan Kennis (wat je weet x wat je kan x wat je wilt x wat je gedaan hebt) te koppelen aan een uitdaging.

Maar waar komt die uitdaging vandaan? Ik bedacht me gisteren zittend op een 200 cc scooter rijdend door de olijfboomgaarden in de omgeving van Ostuni dat dat nieuwsgierigheid is. En hoe dat werkt heeft Roland van der Vorst mooi uitgelegd. Je wordt nieuwsgierig gemaakt door een bewustwording van dat gebrek aan Kennis.

Misschien moet ik dat eens in een modelletje gieten.

 

4 september 2016

Vorig jaar leerde ik van Alain de Botton iets geweldigs. De Botton voegde iets toe aan mijn Kennis over kijken. Als je kijken defineert als alles wat je tot nu weet over kijken, hebt bekeken, wil bekijken en kan bekijken. En als je beter wilt kijken moet je je Kennis over kijken dus vergroten en dat doe je door deze te koppelen aan een uitdaging. Ik weet het al een jaar maar had het nog niet in praktijk gebracht. De Botton gaf een architectuur cursus in, ik geloof Brugge, en de deelnemers zagen er Aziatisch uit. Niet alleen door hun uiterlijk maar ook doordat ze alles waar De Botton’s vinger of blik ook maar naar wees vast te leggen met hun (video) camera’s. Op een gegeven moment vroeg De Botton of ze hun camera’s wilde neerleggen en gaf ze een stuk papier en vroeg ze om te tekenen wat ze bekeken. Ik ben er van overtuigd dat wat ze toen tekenden meer toegevoegd heeft aan hun Architectuur kennis dan alle genomen foto’s tezamen. Gisteren zat ik in de laars van Italie (Ostuni) aan een panini zalm, buffelmozzarella, vijgen en basilicum en besloot het stillleven op mijn tafeltje te tekenen. Hoe de twee, verschillende kleuren bruin gevlochten placemats over elkaar heen lagen en de lage zon schaduwen maakte van de rood wit gestreepte aardenwerk pot met daarin de bordeaux rode servetten. Of hoe het rietje uit mijn glas een schaduw wierp die tot over de tafel heen ging en verdween in het oneindige plein in het oude centrum van Ostuni. Als kleinzoon van een Dordtsche Meester lijkt het me beter het resultaat niet te delen.

Wil je beter leren kijken ga dan tekenen. Doen brengt het denken verder. En tekenen brengt het kijken verder.

 

5 september 2016

Gisteren verlieten mijn zoon en ik ‘ons’ airbnb appartement om vervolgens ergens een cappuccino, cornetto (croissant) en wat wifi te halen. Noah had me de dag ervoor verteld dat hij sinds tijden niet zo goed geslapen had en dat dat volgens hem kwam omdat hij voordat hij ging slapen niet op zijn telefoon had gekeken. In plaats daarvan had hij gelezen en was als een blok in slaap gevallen. Het beviel hem goed dat offline Italiaanse leven. Maar eerlijk is eerlijk online zijn heeft ook zijn voordelen. Of is het haar voordelen. Enfin. Zo kwam Noah bij de Wifi cappuccinno er via Facebook achter dat hij zijn paspoort was verloren. Facebook wist eerder dan Noah zelf dat hij zijn paspoort was verloren en dat iemand zijn paspoort had afgegeven bij de locale polizia in Ostuni. De locale agent had zijn naam ingetikt op Facebook en de foto vergeleken met die in het paspoort en Noah vervolgens een bericht verstuurd. Gelukkig had ik voordat we op reis waren gegaan een foto gemaakt van onzer paspoorten, mijn bank en creditcard en de foto naar mezelf gemaild. Voor het geval dat. Dat geval was aangebroken. Een paar jaar geleden kocht Facebook Whatsapp en ik hoorde laatst dat je in je Whatsapp instellingen kunt aangeven of Facebook je Whatsapp gegevens mag gebruiken. Facebook wist eerder van Noah’s verloren paspoort dan Whatsapp en Noah zelf…….dus.

 

6 september 2016

Gisteravond gaf ik een open lecture op een geweldige locatie in zuid oost italie, Ostuni. Het was de officiele opening van CREA, een Europees initiatief om jonge ondernemers/studenten te coachen op het gebied van creatviteit, ondernemerschap en ICT.

Mijn doel was iedereen kennis te laten maken met ‘mijn’ kabouter en vertelde ze over de eerste keer dat ik Kabouter ontmoette in de vorm van mijn juf van de tweede kleuterklas. Ik legde het spelen in de waterbak uit aan de hand van het model van Flow van Csikszentmilahyi. Dat de waterbak voor mij een uitdaging was om alle in de waterbak aanwezige elementen te laten stromen. Aan het eind van de presentatie had ik ruimte ingepland voor vragen en vroeg het publiek of er dus nog vragen waren. Die kwamen langzaam op gang en waren op een gegeven moment niet meer te stoppen. Nu weet ik dat ze hier later dan ik gewend ben te eten maar om 19.30 hoorde ik mijn Kabouter tegen me zeggen dat het nu wel klaar was. Anders was er niets meer over voor het college van vandaag.

Aan het eind van het college vroeg ik mijn zoon wat er beter kon. Hij gaf een hele goede tip. Hij zei dat na het vragen of er nog vragen waren ik dit zou kunnen aanvullen met: “Ja nu hoor je je Kabouter zeggen “Wat een domme vraag, die ga je toch niet stellen, wat zullen ze wel niet denken” Een prima idee NoaH! Het sloot ook mooi aan bij de laatste slide van mijn presentatie; mijn Kabouter in het kerkje op het nederlandse consulaat in Istanboel. Een Kabouter in een kerk in een kerk in Ostuni.

 

 

 

 

 

 

Heerlijk in het water met een schepje

22 jul

Trouwe lezers kennen het verhaal van de waterbakker. Ik hoef nu de deur niet meer uit voor mijn waterbak.

 

%d