wat nieuws. wat beters

20 sep

nieuwsbeters.013

Ik ben een Feyenoorder maar ben naar meer  thuiswedstrijden van Ajax geweest dan ooit in de Kuip. Dat behoeft enige uitleg want ik ben een Feyenoorder. Daar begon ik mee. Hoe is het ooit zo ver gekomen. Zoals dat gaat in de voetbalwereld draait het ook in dit verhaal gewoon om geld. Eerlijk is eerlijk, ook ik zwichtte voor het grote geld uit Amsterdam. Ik doe daar niet geheimzinnig over. Ik heb jarenlang voor Ajax gejuicht…..stieken met mijn vingers gekruist achter mijn rug. Mijn vriend en die hard Feyenoorder Gert Jan had dat nooit gedaan. Die vertelde me ooit dat ie samen met zijn vader naar het Nederlands elftal ging in de Arena. Voor de voetbalnitwits onder ons, de Arena is het stadion van Ajax. Gert Jan en zijn vader (net zo die hard Feyenoord fan als Gert Jan)  hadden samen besloten om toch naar die wedstrijd avn het Nederlands elftal in de Arena te gaan. Het stadion van 020 zoals Gert Jan altijd zegt. Het woord Ajax legt ie liever niet in de mond. Eigenlijk deden ze het voor elkaar. Alleen waren ze nooit gegaan. Hand in hand als het ware naar de Arena. Dat gaat natuurlijk fout. De vraag was alleen wanneer. Toen vader en zoon zwijgzaam en vol twijfel, die ze niet naar elkaar uitspraken, uiteindelijk voor de ingang van de Arena stonden om naar binnen te gaan, trok de oude baas het niet meer. Hij keek zijn zoon aan die hoopvol terugkeek, en bewoog zijn hoofd van de ingang van de Arena af. Zo van ‘We gaan.’ Ze zijn de Arena niet in geweest. Nooit. Tot de dag van vandaag.  Al speelt het Nederlands elftal de WK finale. Ik krijg Gert Jan de Arena niet in.

Ik wel. Jarenlang ging ik elke thuiswedstrijd naar de Arena. Om geld te verdienen en playbackend te juichen met mijn vingers gekruist op mijn rug. Ik was de hardst juichende Feyenoorder in de Arena. Sorry Gert Jan. Geld. Het slijk der aarde doet vreemde dingen met je.

Enfin. Hoe kwam ik daar terecht. Want eerlijk is eerlijk, ik ben er niet naar op zoek gegaan. Dat dan weer niet. Mijn ex collega en goede vriendin Annette Poot was een sport sponsoring buro begonnen met de ABN AMRO als eerste klant. En dus ook Ajax. Toen ze mij en een vriend (nee niet Gert Jan) uitnodigde een keer als VIP naar een thuiswedstrijd te komen, zei ik natuurlijk heel stoer nee. Om vervolgens binnen 0,4 seconde “Jaaaaa’ te roepen. Ik was wel nieuwsgierig naar het VIP gevoel van een Ajaxied. Een paar dagen voor de wedstrijd kreeg ik de kaarten in een mooie verpakking thuis gestuurd. Inclusief parkeerkaart op het VIP deck, twee toegangskaarten voor de wedstrijd in vak 218 en twee kaarten voor de VIP ontvangst in de Rinus Michels zaal. 1,5 uur voor de wedstrijd werden we daar welkom geheten met een drankje en een hapje. Alles tot in de puntjes verzorgd. Als het om service design gaat, ken ik maar weinig mensen die nog kritischer zijn dan ik. Annette is daar één van.  Ik zie ik zie wat jij niet ziet……Annette ziet alles.

Ik zie weer andere dingen. Dingen die Annette niet ziet. Zo werden we gefotografeerd voor we de VIP ruimte inliepen en zouden de foto na afloop van de wedstrijd ontvangen. Toen ik de foto zag was het eerste wat me opviel dat het gewoon een inkjet print was. Dat was een tegenvaller. Ik had als VIP toch een echte foto verwacht. Aangezien Annette altijd open staat voor verbeteringen, gaf ik haar mijn commentaar, waarop zij glimlachend antwoordde in de vorm van de perfecte briefing voor een nieuwe opdracht:

‘Dan bedenk je toch wat nieuws. Wat beters.’

De volgende 3 seizoenen ging ik samen met een roady elke tweede zondag in richting de Arena. Met de Sleutelhanger Fabriek. Op maat gemaakt door Gerrit Dijkstra. Dus hufter proof en eenvoudig te bedienen. Het werkte als volgt. Bij binnenkomst werd iedereen gefotografeerd en na de wedstrijd kon iedereen zijn sleutelhanger uitzoeken op de aan de muur bevestigde kunststof grasmat.  Jong en oud stond dan geduldig te wachten op zijn sleutelhangertje. Als kinderen in de rij voor een gratis ijsje. Bankdirecteuren met klanten en vaders met kinderen. Allemaal turend langs de ruim 200 sleutelhangers. Maar de allereerste was altijd Martin Schröder (Martinair) met zijn  vrouw. Zij gingen altijd iets eerder weg. Het was een heel grappig gezicht om de lange, statige figuur met zijn veeeel kleinere vrouw te zien turen naar de sleutelhangers. Het leek wel of ze er een soort wedstrijd van gemaakt hadden wie hem als eerste gevonden had. Door het grote lengteverschil waren ze het perfecte team. Hij zocht boven en zij zocht onder.

Toen ik aan het eind van het seizoen te horen kreeg dat ze weer ‘wat nieuws en beters’ wilde, was ik een stuk minder enthousiast. Ik stond namelijk op het punt een half jaar naar Zuid Afrika te vertrekken om daar met mijn gezin in een oude Volkswagenbus rond te gaan rijden.

Een zinnetje zorgde er echter voor dat ik nog een kans kreeg:

‘Dat zullen mevrouw en meneer Schröder niet leuk vinden.’

Om hem vervolgens in te koppen met het filmpje wat ik stiekem had gemaakt van de Schrödertjes. Turend langs de sleutelhangers. Na 12 seconden roept mevrouw Schröder enthousiast ‘Jaaaa’ alsof ze net de bingo heeft gewonnen. ‘Ik heb hem.’ voegde ze er aan toe.

Ik had hem ook. Voor nog een seizoen. Toen moesten we echt weer wat nieuws en beters bedenken. Maar daar had ik nu een half jaar de tijd voor.

Baie lekker.

2 Responses to “wat nieuws. wat beters”

Trackbacks/Pingbacks

  1. Komen ze nu mee. | Design Thinking by Doing - 27 september 2013

    […] Vormgegeven door Pootentieel. […]

  2. Ken jij zenoemenhetdesignthinking? | Design Thinking by Doing - 26 januari 2014

    […] wat nieuws. wat beters […]

Geef een reactie

%d